Eindejaarstoelage in onderwijs

De informatie hieronder is van toepassing op de eindejaarstoelage in het onderwijs in 2025.

Als alles goed verloopt en onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad, ontvangen de personeelsleden in onderwijs op vrijdag 12 december 2025 de eindejaarstoelage op hun rekening. 

Vast en veranderlijk gedeelte

De eindejaarstoelage is samengesteld uit twee delen: een vast deel en een veranderlijk deel. Voor het forfaitaire gedeelte indexeert men het forfaitaire gedeelte van 2024 volgens de gebruikelijke indexmechanismen. Het bedraagt dit jaar 807,40 euro. Het veranderlijke gedeelte is gelijk aan 2,5 procent van de geïndexeerde jaarlijkse brutobezoldiging die aan de basis lag van de berekening van het salaris van de maand oktober 2025. 

Inhoudingen

Op de bruto-eindejaarstoelage wordt voor de tijdelijke personeelsleden een RSZ-bijdrage (13,07%) ingehouden. Voor de vastbenoemde personeelsleden wordt de bruto-eindejaarstoelage verminderd met een inhouding voor de VGZ (Verzekering Geneeskundige Zorgen). Daarnaast wordt bij alle personeelsleden een vrij hoge bedrijfsvoorheffing voor exceptionele vergoedingen ingehouden.

Referentieperiode

Alleen de personeelsleden die gedurende de volledige referentieperiode een volledige opdracht uitoefenden, ontvangen een volledige eindejaarstoelage. De andere personeelsleden ontvangen een eindejaarstoelage waarvan het bedrag in verhouding staat met de periode waarin zij werkten en/of met de prestaties die zij uitoefenden. Personeelsleden die gedurende de referentieperiode een bijbetrekking uitoefenden, ontvangen daarvoor geen eindejaarstoelage. 

De referentieperiode is anders voor tijdelijke dan voor vastbenoemde personeelsleden. Voor tijdelijke personeelsleden met recht op uitgestelde bezoldiging loopt de referentieperiode van 1 september 2023 tot en met 30 juni 2024. 

Voor vastbenoemde personeelsleden (of personeelsleden toegelaten tot de proeftijd) en de tijdelijke personeelsleden zonder recht op uitgestelde bezoldiging loopt de referentieperiode van 1 januari 2024 tot en met 30 september 2024. Als je in die periode ook in een ander onderwijsniveau werkte en daar aanspraak maakt op een uitgestelde bezoldiging, dan is de referentieperiode het schooljaar van 1 september van het voorgaande jaar tot en met 30 juni van het jaar waarin je de eindejaarstoelage ontvangt.

Personeelsleden die gedurende een deel van de referentieperiode met bevallingsverlof of ziekteverlof (zelfs onbezoldigd) waren, ontvangen een eindejaarstoelage die gelijk is aan de toelage die ze zouden ontvangen zonder bevallingsverlof of ziekteverlof.

Gepensioneerde personeelsleden en personeelsleden in de uitstapregeling

Gepensioneerde collega’s hebben geen recht op een eindejaarstoelage, tenzij zij in de referentieperiode nog prestaties leverden. Personeelsleden met een terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen hebben daar wel recht op.

Basiseducatie

Personeelsleden die in de basiseducatie werken, vallen onder een andere regeling. Voor hen gelden specifieke parameters. Het forfaitaire gedeelte van hun eindejaarstoelage bedraagt in 2024 1.330,81 euro en het veranderlijke gedeelte 3,52% van de jaarlijkse brutobezoldiging die aan de basis lag van de berekening van het salaris van de maand oktober 2024.

NIEUW: De verwerking van de fietslease in de eindejaarstoelage

Ten laatste op 15 november moesten de instellingen de fietsleasegegevens aan AGODI bezorgen. Kort daarna voorzag AGODI een communicatie met de volgende informatie:
Personeelsleden die gebruikmaken van een fietslease, ontvangen op 12 december als er na aftrek van de leasekosten nog saldo overblijft:
• de resterende eindejaarstoelage (netto);
• en het resterende deel van het flexbudget als netto premie.
Die bedragen worden samen als één som uitbetaald, wanneer beide restbedragen van toepassing zijn.
De werkgever ontvangt op 12 december de ingehouden leasekosten, maar enkel tot het maximaal beschikbare budget van het personeelslid. Op de salarisbrief kan het personeelslid duidelijk zien welk bedrag AGODI aan de werkgever heeft
overgeschreven.

Contractuele personeelsleden in het GO!

Ook als je contractueel personeelslid bent in het GO! krijg je in de loop van de maand december je eindejaarstoelage. Dat wordt beschouwd als een exceptionele vergoeding waarop bedrijfsvoorheffing en RSZ-bijdragen
door de werkgever verschuldigd zijn.

Voor de MVD-personeelsleden bestaat de eindejaarstoelage uit drie delen:
• een vast (forfaitair) gedeelte: dat bedrag wordt eind november meegedeeld;
• een veranderlijk gedeelte: 2,5 procent van de jaarlijkse brutobezoldiging waarbij de maand oktober als grondslag wordt genomen;
• een toeslag bovenop het forfaitair deel: dat bedrag wordt ook eind november meegedeeld.

Als je voltijds werkt (38 uur) worden het vast- en veranderlijk gedeelte samen met de toeslag opgeteld om het totale bedrag te bepalen. Als je een voltijds contract hebt in een multifunctioneel centrum (MFC), dan is het bedrag van de eindejaarstoelage gelijk aan het brutomaandloon van de maand oktober. Als je deeltijds werkt, geldt een andere formule. Voor meer informatie daarover kan je altijd terecht bij het provinciale secretariaat.

Het aantal effectief gewerkte arbeidsdagen en de dagen daarmee gelijkgesteld (verlof, bezoldigde ziektedagen,
klein verlet …) in een bepaalde referteperiode, bepalen het totale bedrag van de eindejaarstoelage. Die referteperiode hangt af van de duur van de contractuele aanstelling.

Als je langdurig met ziekteverlof bent, dan worden de eerste twaalf maanden gelijkgesteld met effectieve prestaties. Dan heb je dus ook recht op een eindejaarstoelage. Als je een loopbaanonderbreking opneemt, zoals ouderschapsverlof, dan telt die periode niet mee
voor de berekening van de toelage. Als je zelf ontslag zou nemen, dan wordt de toelage pro rata berekend en uitbetaald. 

Voor verdere vragen kan je altijd terecht op het provinciale
COC-secretariaat.