Gesubsidieerd vrij onderwijs
Algemeen reglement van het Katholiek Onderwijs
Het algemeen reglement heeft tot doel om de arbeidsverhoudingen tussen schoolbestuur en personeel, tussen personeel onderling en tussen personeel en leerlingen vast te leggen. Het algemeen reglement biedt het kader voor concrete afspraken, noodzakelijk voor de goede werking van een katholieke school, die tussen de verschillende “actoren van het onderwijsgebeuren” moeten worden gemaakt.
Het kan ook niet los worden gelezen van het arbeidsreglement.
Je kan het algemeen reglement van het Katholiek Onderwijs via deze link nalezen
Er is ook een toelichting via deze link
Elke school moet een arbeidsreglement hebben. Hierin staan aanvullende rechten en plichten van het schoolbestuur en de personeelsleden over de arbeidsvoorwaarden in de school.
Lees de onderdelen hieronder voor meer details.
-
Model van arbeidsreglement Katholiek Onderwijs Vlaanderen
De koepelorganisatie Katholiek Onderwijs Vlaanderen heeft een model van arbeidsreglement uitgewerkt. Het blijft uiteraard een model. Een aantal artikelen van het arbeidsreglement moet immers lokaal worden ingevuld en over sommige moet worden onderhandeld in het LOC of de ondernemingsraad. Bepaalde artikelen van het model kunnen echter niet worden gewijzigd omdat zij verplichtingen uit hogere rechtsbronnen, onder meer het algemeen reglement van het Katholiek Onderwijs, overnemen.
Het model arbeidsreglement is verkrijgbaar bij de inspraakbegeleider van je regio.
-
Inspraak en protocol van akkoord in katholiek onderwijs
Bij de onderhandelingen in de ondernemingsraad of het lokaal onderhandelingscomité (LOC) is het zeer belangrijk dat alle partijen proberen om tot een overeenkomst te komen. Als de partijen een akkoord sluiten, moet dit steeds uitmonden in een protocol van akkoord. Als de meningen verdeeld blijven, volgt een bemiddelingsprocedure. Als er geen lokaal onderhandelingscomité (LOC) is, dan moet het personeel rechtstreeks worden bevraagd. -
Bemiddeling in het katholiek onderwijs
Schoolbesturen en werknemersafgevaardigden in het katholiek onderwijs kunnen in deze en andere gevallen ook steeds een beroep doen op het Centraal Paritair Comité van het Katholiek Onderwijs (CPCKO) om bemiddelend op te treden. -
Punten ter onderhandeling en overleg in het arbeidsreglement
In het arbeidsreglement worden volgende punten behandeld:
- aanvang en het einde van een gewone arbeidsdag; dagen van regelmatige onderbreking van de arbeid, voor deeltijdse werknemers worden die vermeld.
- wijze van meting van en controle op de arbeid met het oog op het bepalen van het loon;
- wijze, tijdstip en plaats van de betaling van het loon;
- opzeggingstermijnen en de dringende redenen voor ontslag;
- de rechten en de plichten van het toezichthoudende personeel;
- de straffen, het bedrag en de bestemming van de geldboeten en de tekortkomingen die zij straffen;
- het beroep tegen deze straffen;
- de plaats waar de persoon te bereiken is die overeenkomstig het ARAB aangewezen is om eerste hulp te verlenen en waar de vereiste verbandkist zichbevindt;
- namen van de leden van de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming en van de vakbondsafvaardiging;
- alle bepalingen die krachtens wetten en besluiten in het arbeidsreglement moeten voorkomen;
- de bepalingen die afwijken van de bij wetten en besluiten gestelde arbeidsvoorwaarden die door de werkgever krachtens diezelfde wetten en besluiten werden genomen
-
Bekendmaking van het arbeidsreglement in het onderwijs
In elke vestigingsplaats moet een afschrift van het arbeidsreglement aanwezig zijn. De personeelsleden moeten het op elk ogenblik en zonder tussenpersoon kunnen inkijken. In de hoofdschool moet bovendien op een toegankelijke plaats een bericht worden uitgehangen met de plaats waar het arbeidsreglement kan worden geraadpleegd. Elk personeelslid moet bij zijn indiensttreding een kopie van het arbeidsreglement ontvangen. Hij moet ook een kopie van iedere wijziging ontvangen. Het gaat hier om een absolute verplichting. Bij het niet naleven ervan is het personeelslid niet gebonden door de bepalingen van het arbeidsreglement. Het schoolbestuur en de directeur hebben er dus alle belang bij een schriftelijk bewijs te hebben dat aantoont dat het personeelslid een exemplaar heeft ontvangen. De personeelsleden moeten ook op een toegankelijke plaats inzage hebben in de teksten waar het arbeidsreglement naar verwijst. Er moet binnen de acht dagen vanaf de datum van inwerkingtreding van het arbeidsreglement een afschrift worden bezorgd aan het regionaal bureau van de Inspectie van de sociale wetten.
Gesubsidieerd officieel onderwijs
Arbeidsreglement
De wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen bepaalt dat het schoolbestuur voor haar personeel een arbeidsreglement moet opmaken met daarin een aantal verplichte vermeldingen. Het arbeidsreglement legt de relatie tussen het schoolbestuur en het personeel vast.
Lees de onderdelen hieronder voor meer details.
-
Model van arbeidsreglement van het OVSG
De koepelorganisatie OVSG heeft een model van arbeidsreglement uitgewerkt. In het model zijn die zaken vermeld die volgens de wet verplicht in een arbeidsreglement moeten worden opgenomen. Daarnaast is het uitgebreid met bepalingen die volgens OVSG moeten worden opgenomen in een arbeidsreglement van een basisschool. Het is echter niet de bedoeling dat het schoolbestuur dit arbeidsreglement zomaar overneemt. Het biedt een uitgangspunt om een eigen arbeidsreglement te ontwikkelen dat maximaal is afgestemd op de lokale situatie, zonder evenwel in te druisen tegen de regelgeving.
Het model arbeidsreglement is verkrijgbaar bij de inspraakbegeleider van je regio.
-
Inspraak en protocol van akkoord In het gemeentelijk en provinciaal onderwijs
In het gemeentelijk en provinciaal onderwijs wordt een ontwerp van arbeidsreglement opgesteld door het schoolbestuur. Dit ontwerp wordt overlegd en onderhandeld in het afzonderlijk bijzonder comité waarna een protocol van akkoord wordt opgemaakt. Als de partijen het niet eens geraken over deze overlegmaterie zal de voorzitter het geschil melden aan de arbeidsinspectie. Deze ambtenaar zal bemiddelen en de standpunten trachten te verzoenen. Blijft er onenigheid dan kan het geschil gemeld worden aan het bevoegde comité (C2) voor bemiddeling.
Voor het opstellen en wijzigen van het arbeidsreglement moeten de onderhandeling- en overlegprocedures worden gevolgd, in overeenstemming met de wet van 19 december 1974; regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
Zie ook de wet op de arbeidsreglementen van 8 april 1965 Hoofdstuk IIIbis
-
Bekendmaking van het arbeidsreglement in het onderwijs
In elke vestigingsplaats moet een afschrift van het arbeidsreglement aanwezig zijn. De personeelsleden moeten het op elk ogenblik en zonder tussenpersoon kunnen inkijken. In de hoofdschool moet bovendien op een toegankelijke plaats een bericht worden uitgehangen met de plaats waar het arbeidsreglement kan worden geraadpleegd. Elk personeelslid moet bij zijn indiensttreding een kopie van het arbeidsreglement ontvangen. Hij moet ook een kopie van iedere wijziging ontvangen. Het gaat hier om een absolute verplichting. Bij het niet naleven ervan is het personeelslid niet gebonden door de bepalingen van het arbeidsreglement. Het schoolbestuur en de directeur hebben er dus alle belang bij een schriftelijk bewijs te hebben dat aantoont dat het personeelslid een exemplaar heeft ontvangen. De personeelsleden moeten ook op een toegankelijke plaats inzage hebben in de teksten waar het arbeidsreglement naar verwijst. Er moet binnen de acht dagen vanaf de datum van inwerkingtreding van het arbeidsreglement een afschrift worden bezorgd aan het regionaal bureau van de Inspectie van de sociale wetten.