Het opvangverlof bedraagt een aaneengesloten periode van:
- Ten hoogste 9 weken voor verloven die ingaan vanaf 1 januari 2023
- Ten hoogste 10 weken voor verloven die ingaan vanaf 1 januari 2025
- Ten hoogste 11 weken voor verloven die ingaan vanaf 1 januari 2027
Een deel van het opvangverlof is per ouder, en een deel verdelen de ouders zelf onder hen beiden:
- De eerste 6 weken opvangverlof zijn een individueel krediet en worden toegekend per ouder.
- De weken daarna zijn niet individueel. De pleeg- of adoptieouders kiezen zelf de verdeling tussen hen beiden. Met een verklaring op eer leg je de verdeling van de bijkomende weken tussen beide ouders vast, ook als er maar 1 ouder deze weken neemt.
De maximumduur van het opvangverlof verdubbelt in deze 2 gevallen:
- Je kind is voor ten minste 66% getroffen door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid.
- Je kind heeft een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler I van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag. (Meer informatie vind je op FAMIFED - Medisch-sociale schaal.) Of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 9 punten toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag.
Bij een verdubbeling:
- Heeft elke ouder recht op 12 weken opvangverlof in plaats van 6
- Hebben de ouders samen recht op een dubbel aantal bijkomende weken, die ze onder hun beiden verdelen of toewijzen aan 1 ouder
Als het pleeg- of adoptiegezin op dezelfde datum meer dan 1 kind opneemt, heeft elke ouder recht op 2 weken extra opvangverlof. Deze extra 2 weken kunnen niet verdubbeld worden.
Als je als adoptieouder geboorteverlof opneemt of opgenomen hebt, gaan die dagen af van het opvangverlof. Geboorteverlof slaat hier op het omstandigheidsverlof van momenteel 20 werkdagen naar aanleiding van de bevalling van je partner.