Functiebeschrijving en evaluatie
Werk je in een ambt in een school van het gesubsidieerd basisonderwijs, dan zal je functioneren worden opgevolgd door de school.
Werk je in een ambt in een school van het gesubsidieerd basisonderwijs, dan zal je functioneren worden opgevolgd door de school.
Vanaf 1 september 2021 gebeurt dit volgens een gerestylede procedure. Zo is er geen verplicht vierjaarlijks evaluatiegesprek meer. Je zal enkel geëvalueerd worden als je evaluator op formele wijze jouw tekorten en verbeterpunten vastlegt. Dit zal de start zijn voor een begeleidingstraject dat jou de kans moet geven te verbeteren op die punten. Let op: Kreeg je voor 1 september 2021 al een eerste evaluatie ‘onvoldoende’ dan zullen de oude regels bij wijze van overgang nog gelden bij de tweede evaluatie.
Een evaluatie is geen momentopname, maar een proces in verschillende stappen. Je vindt hier meer info bij elke stap.
Ben je in een wervingsambt aangesteld, dan duidt je schoolbestuur twee evaluatoren aan en informeert je hierover (meestal via je functiebeschrijving). De eerste evaluator is in regel je directeur. De tweede evaluator is vaak een lid van het schoolbestuur.
Ben je aangesteld als directeur, dan word je geëvalueerd door je schoolbestuur. Het schoolbestuur kan een evaluatorenteam mandateren.
Je eerste evaluator heeft het evaluatieproces in handen en is hiervoor verantwoordelijk. Ook als hij voor het concrete begeleidingstraject beroep doet op een ander personeelslid of externe hulp. De tweede evaluator treedt slechts op als procesbewaker vanuit een neutrale positie. Zowel jij als de eerste evaluator kunnen op hem beroep doen.
Evaluatoren moeten verplicht een opleiding volgen. Ze hebben hiervoor twee jaar de tijd na hun aanduiding. (Let op: Wie voor 1 september 2021 werd aangeduid als evaluator heeft nog de tijd tot 1 september 2023.)
Zodra je begint te werken in een school zal je een standaard functiebeschrijving krijgen voor het ambt dat je gaat uitoefenen. Deze geeft je kerntaken weer en omschrijft bondig wat het schoolbestuur van jou verwacht.
Met kerntaken bedoelen we de taken die eigen zijn aan je functie maar ook de verwachte professionalisering, het overleg en de samenwerking met directie, collega’s, CLB en ouders. Deze kerntaken worden per ambt vastgelegd.
Voor de leraren in het basisonderwijs wordt in de functiebeschrijving enkel de geïntegreerde lerarenopdracht opgenomen. Die bestaat uit de hoofdopdracht (de lesopdracht, BPT of beleidsondersteuning) en de volgende kerntaken: de
planning en voorbereiding van lessen; de klaseigen leerlingenbegeleiding; de evaluatie van de leerlingen; de professionalisering; het overleg en de samenwerking met directie, collega’s, CLB en ouders.
Deze vereenvoudigde functiebeschrijving met kerntaken vormt de basis om jouw functioneren op te volgen en te evalueren.
Van bij je aanstelling zal je dus per ambt en per school een functiebeschrijving krijgen, ondertekend door de eerste evaluator. Jij tekent voor kennisname. Wijzigen je kerntaken, dan zal je een nieuwe functiebeschrijving krijgen.
Katholiek Onderwijs Vlaanderen en OVSG hebben voor schoolbesturen modellen van functiebeschrijvingen uitgewerkt. Je mag je eerste evaluator uiteraard om verduidelijking vragen, maar een functiebeschrijving moet niet meer worden ‘geïndividualiseerd’.
In de school kunnen er ook schoolgebonden opdrachten zijn die billijk verdeeld worden over de personeelsleden. Bijvoorbeeld: toezicht tijdens de speeltijden. Deze taken worden niet opgenomen in je functiebeschrijving. Hierop kan je dan ook niet worden geëvalueerd.
Specifiek voor basisonderwijs heeft de regelgever ook taken aangeduid die niet tot het opdrachtenpakket kunnen behoren. Dit is de zogenaamde ‘negatieve lijst’. Ook deze mogen niet in de functiebeschrijving worden opgenomen.
Zie ook de prestatieregeling
Zie ook de negatieve lijst
Jouw eerste evaluator, meestal dus de directeur van de school, heeft als belangrijkste taak om jou voldoende te coachen en te begeleiden.
Zo moet hij regelmatig functioneringsgesprekken met je houden. Tijdens deze gesprekken treed je in dialoog. Ook jij mag je verwachtingen doorgeven. Als je er zelf naar vraagt heb je recht op een functioneringsgesprek.
Een functioneringsgesprek kan informeel of formeel zijn. Je eerste evaluator kan hiervan een verslag opmaken waarin hij, als dat nodig is, je persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen opneemt. Dit verslag mag je tekenen voor kennisname. Heb je nog bedenkingen, dan mag je vragen om die aan het verslag toe te voegen.
Is je evaluator van oordeel dat een begeleidingstraject nodig is, dan kan je evaluator voor het concreet opnemen ervan de hulp inroepen van een andere persoon (intern of extern).