Je rechten
bab449ae-2477-46b3-8fca-27c4c5741bd6
https://www.hetacv.be/je-rechten
true
Actualiteit
59ea6a04-d5cb-49bb-86bf-262457cb04b8
https://www.hetacv.be/actualiteit
true
Diensten
c7cddb17-187f-45c2-a0e2-74c299b8792b
https://www.hetacv.be/dienstverlening
true
Lid worden
abbb02d8-43dd-44b5-ae75-3cd90f78f043
https://www.hetacv.be/lid-worden
true
Het ACV
c62ac78b-1aa2-4cb9-a33b-59e6fc085fb4
https://www.hetacv.be/het-acv
true
Word nu lid

Functiebeschrijving en evaluatie

Werk je in een ambt in een school van het gesubsidieerd basisonderwijs, dan zal je functioneren worden opgevolgd door de school. Vanaf 1 september 2021 gebeurt dit volgens een gerestylede procedure. Zo is er geen verplicht vierjaarlijks evaluatiegesprek meer. Je zal enkel geëvalueerd worden als je evaluator op formele wijze jouw tekorten en verbeterpunten vastlegt. Dit zal de start zijn voor een begeleidingstraject dat jou de kans moet geven te verbeteren op die punten. Let op: Kreeg je voor 1 september 2021 al een eerste evaluatie ‘onvoldoende’ dan zullen de oude regels bij wijze van overgang nog gelden bij de tweede evaluatie.  

Een evaluatie is geen momentopname, maar een proces in verschillende stappen. Je vindt hier meer info bij elke stap. 

De evaluatoren

Ben je in een wervingsambt aangesteld, dan duidt je schoolbestuur twee evaluatoren aan en informeert je hierover (meestal via je functiebeschrijving). De eerste evaluator is in regel je directeur. De tweede evaluator is vaak een lid van het schoolbestuur. 
Ben je aangesteld als directeur, dan word je geëvalueerd door je schoolbestuur. Het schoolbestuur kan een evaluatorenteam mandateren.

Je eerste evaluator heeft het evaluatieproces in handen en is hiervoor verantwoordelijk. Ook als hij voor het concrete begeleidingstraject beroep doet op een ander personeelslid of externe hulp. De tweede evaluator treedt slechts op als procesbewaker vanuit een neutrale positie. Zowel jij als de eerste evaluator kunnen op hem beroep doen.
Evaluatoren moeten verplicht een opleiding volgen. Ze hebben hiervoor twee jaar de tijd na hun aanduiding. (Let op: Wie voor 1 september 2021 werd aangeduid als evaluator heeft nog de tijd tot 1 september 2023.)

De functiebeschrijving

Zodra je begint te werken in een school zal je een standaard functiebeschrijving krijgen voor het ambt dat je gaat uitoefenen. Deze geeft je kerntaken weer en omschrijft bondig wat het schoolbestuur van jou verwacht. 

Met kerntaken bedoelen we de taken die eigen zijn aan je functie maar ook de verwachte professionalisering, het overleg en de samenwerking met directie, collega’s, CLB en ouders. Deze kerntaken worden per ambt vastgelegd. 

Voor de leraren in het basisonderwijs wordt in de functiebeschrijving enkel de geïntegreerde lerarenopdracht opgenomen. Die bestaat uit de hoofdopdracht (de lesopdracht, BPT of beleidsondersteuning) en de volgende kerntaken: de
planning en voorbereiding van lessen; de klaseigen leerlingenbegeleiding; de evaluatie van de leerlingen; de professionalisering; het overleg en de samenwerking met directie, collega’s, CLB en ouders.

Deze vereenvoudigde functiebeschrijving met kerntaken vormt de basis om jouw functioneren op te volgen en te evalueren.

Van bij je aanstelling zal je dus per ambt en per school een functiebeschrijving krijgen, ondertekend door de eerste evaluator. Jij tekent voor kennisname. Wijzigen je kerntaken, dan zal je een nieuwe functiebeschrijving krijgen.

Katholiek Onderwijs Vlaanderen en OVSG hebben voor schoolbesturen modellen van functiebeschrijvingen uitgewerkt. Je mag je eerste evaluator uiteraard om verduidelijking vragen, maar een functiebeschrijving moet niet meer worden ‘geïndividualiseerd’. 

In de school kunnen er ook schoolgebonden opdrachten zijn die billijk verdeeld worden over de personeelsleden. Bijvoorbeeld: toezicht tijdens de speeltijden. Deze taken worden niet opgenomen in je functiebeschrijving. Hierop kan je dan ook niet worden geëvalueerd. 
Specifiek voor basisonderwijs heeft de regelgever ook taken aangeduid die niet tot het opdrachtenpakket kunnen behoren. Dit is de zogenaamde ‘negatieve lijst’. Ook deze mogen niet in de functiebeschrijving worden opgenomen. 
Zie ook de prestatieregeling
Zie ook de negatieve lijst

Functioneringsgesprekken, coaching en begeleiding

Jouw eerste evaluator, meestal dus de directeur van de school, heeft als belangrijkste taak om jou voldoende te coachen en te begeleiden. 
Zo moet hij regelmatig functioneringsgesprekken met je houden. Tijdens deze gesprekken treed je in dialoog. Ook jij mag je verwachtingen doorgeven. Als je er zelf naar vraagt heb je recht op een functioneringsgesprek. 

Een functioneringsgesprek kan informeel of formeel zijn. Je eerste evaluator kan hiervan een verslag opmaken waarin hij, als dat nodig is, je persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen opneemt. Dit verslag mag je tekenen voor kennisname. Heb je nog bedenkingen, dan mag je vragen om die aan het verslag toe te voegen. 

Is je evaluator van oordeel dat een begeleidingstraject nodig is, dan kan je evaluator voor het concreet opnemen ervan de hulp inroepen van een andere persoon (intern of extern).

De opstart van een evaluatieprocedure

De eerste evaluator is niet langer verplicht om elk personeelslid om de vier jaar te evalueren. Als hij twijfelt over jouw functioneren kan hij wel een ‘evaluatieprocedure’ starten. Dat zal hij doen door een (eerste) formeel functioneringsgesprek met jou te houden, waarvan je een verslag ontvangt met persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen en een duidelijke weergave van je tekortkomingen. Vanaf de ontvangst van dit verslag krijg je minstens 120 dagen de tijd om te presteren en te werken aan je verbeterpunten. Daarna volgt een evaluatiegesprek met een evaluatieverslag. 

Was je functioneren onvoldoende en ben je TADD’er of vastbenoemd, dan krijg je opnieuw minstens 120 dagen de tijd om je presteren te verbeteren voor er opnieuw een evaluatie wordt uitgesproken. Bovendien moeten er tussen het overhandigen van het verslag van het formele functioneringsgesprek en het tweede evaluatiegesprek minstens 12 maanden verlopen zijn.

Ook tijdens deze evaluatieprocedure moet je evaluator in eerste instantie ruimte en tijd voorzien voor coaching en begeleiding om zo je verbeterpunten aan te pakken en weg te werken.

Het evaluatiegesprek

Je eerste evaluator kan maar tot een evaluatie overgaan als je een functiebeschrijving gekregen hebt, je voldoende gecoacht en begeleid werd en als er persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen werden vastgelegd.

Bij een evaluatie kijkt je eerste evaluator naar je volledig functioneren en beoordeelt hij dit aan de hand van de kerntaken in je functiebeschrijving en de doelstellingen die in je functioneringsverslag werden opgenomen. In eerste instantie moet hij zelf vaststellingen doen. Bijkomend kan hij voortgaan op informatie die hij van derden ontvangt. 

De evaluatie gebeurt in een gesprek tussen jou en je eerste evaluator. Deze fase is vooral gericht op het beoordelen van jouw inspanningen. Doel van het gesprek is wel jouw functioneren te verbeteren. Na het gesprek moeten niet enkel je goede en sterke punten, maar ook de eventuele verbeterpunten duidelijk zijn. Het kan leiden tot nieuwe, duidelijke afspraken en doelstellingen. 

Het evaluatieverslag 

Van het evaluatiegesprek wordt een verslag opgemaakt. Het verslag beschrijft op zorgvuldige wijze jouw volledig functioneren ten opzichte van de functiebeschrijving, met inbegrip van de voor de betrokken evaluatieperiode afgesproken persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen. Het verslag bevat steeds een eindconclusie, ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’. 

Je eerste evaluator ondertekent het verslag en zal jou ook vragen te ondertekenen voor kennisname. De datum van ontvangst is belangrijk als start van de beroepstermijn. Een ondertekening betekent niet dat je akkoord gaat met de eindconclusie. Je schoolbestuur en de tweede evaluator krijgen een kopie.

Het evaluatiedossier

Je eerste evaluator stelt een dossier samen met alle documenten waarop hij zich baseert om de evaluatie te geven. Jij hebt recht op inzage in je evaluatiedossier.

Eindconclusie onvoldoende

Als het evaluatieverslag vermeldt dat je functioneren onvoldoende was, moet ook vermeld worden hoe je tegen deze beslissing in beroep kunt gaan.

Vanaf de ontvangst van het evaluatieverslag heb je een termijn van twintig kalenderdagen om via een aangetekend schrijven in beroep te gaan bij het college van beroep. Als het verslag de beroepsmogelijkheden niet vermeldt, dan start de termijn pas vier maanden nadat je de kopie van het evaluatieverslag hebt ontvangen.

Op jouw vraag ontvang je een kopie van je evaluatiedossier.

COV-leden die minstens 6 maanden lid zijn, genieten van onze juridische ondersteuning. Lees alle voorwaarden in hetreglement voor rechtsbijstand van het COV.

Gevolgen na eindconclusie onvoldoende

Een evaluatie met eindconclusie ‘onvoldoende’ is pas definitief na het verstrijken van de beroepstermijn of als het college van beroep de evaluatie ‘onvoldoende’ bevestigt. Pas dan zal deze evaluatie voor jou gevolgen hebben.
Wil je daar meer over weten? Maak je dan snel lid en lees het hier.