Vakantiegeld 2025 voor onderwijs

Op 26 mei 2025 krijgen de statutaire onderwijspersoneelsleden hun vakantiegeld. Hier lees je er meer over.
Op 26 mei 2025 krijgen de statutaire onderwijspersoneelsleden hun vakantiegeld. Hier lees je er meer over.
Op 26 mei 2025 krijgen de statutaire onderwijspersoneelsleden hun vakantiegeld. Het raamakkoord, afgesloten tussen de overheidsvakbonden en de Vlaamse regering in november 2012, had tot gevolg dat tussen 2014 en 2020 het vakantiegeld voor een groot aantal personeelsleden verminderd werd, maar ook dat die vermindering gecompenseerd werd door een verhoging van de eindejaarstoelage. Daar kwam dankzij cao XI een einde aan.
De vermindering van het vakantiegeld gold alleen voor personeelsleden die in het referentiejaar uitsluitend prestaties hadden geleverd als vastbenoemde of tot de proeftijd waren toegelaten. Dankzij cao XI stopte dat raamakkoord en werd het vakantiegeld vanaf 2021 hersteld.
Berekening
De berekeningsbasis van het vakantiegeld voor 2025 is dus voor alle personeelsleden 92 procent van het brutosalaris van maart 2025. Voor de bepaling van het brutobedrag wordt ook rekening gehouden met de prestaties tijdens het referentiejaar (dat is het voorafgaande kalenderjaar). Zwangerschap telt niet als een afwezigheid en geeft dus recht op vakantiegeld. Op het brutobedrag past men nog een beperking van 13,07 procent toe.
Voor de personeelsleden van de centra voor basiseducatie bedraagt het vakantiegeld 92 procent van het geïndexeerde maandsalaris van de referentiemaand maart 2025. Uiteraard wordt ook hier rekening gehouden met onder andere de prestaties tijdens het referentiejaar.
Aanvullend vakantiegeld voor jongeren
Jongeren die nog geen 25 jaar oud waren op 31 december 2024 en die in 2024 binnen vier maanden na het einde van hun studies voor het eerst aan de slag gingen in het onderwijs, hebben recht op aanvullend vakantiegeld. Als je tijdens die vier maanden ook in de privésector hebt gewerkt, dan wordt die gewerkte periode in mindering gebracht.
De aanvulling houdt in dat ook de periode van 1 januari 2024 tot en met de vooravond van de start in het onderwijs in aanmerking komt om hun vakantiegeld te bepalen. Als je bijvoorbeeld afstudeerde op 30 juni 2024 en je begon te werken op 1 september 2024, dan ontvang je zonder aanvullend vakantiegeld in 2025 slechts een derde (vier gewerkte maanden in 2024) van het maximale bedrag aan vakantiegeld dat je zou ontvangen als je een volledig jaar werkte. Door een aanvraag voor aanvullend vakantiegeld in te dienen, wordt ook de periode die daaraan voorafgaat, wanneer je nog studeerde, meegenomen.
Het is jouw verantwoordelijkheid als jongere om te bewijzen dat je aan de voorwaarden voor aanvullend vakantiegeld voldoet en om een aanvraag in te dienen. Je kan het aanvraagformulier bij COC opvragen via je provinciale secretariaat.