Sociaal overleg over welzijn op het werk: Comité PB
Je leest hier meer over de organisatie van het welzijnsbeleid, de rol van van de interne en externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
Je leest hier meer over de organisatie van het welzijnsbeleid, de rol van van de interne en externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
Het sociaal overleg over welzijn op het werk vindt plaats in het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk (Comité PB). Je leest hier alles over:
In ondernemingen met minstens 50 werknemers verloopt het sociaal overleg over het welzijn op het werk via het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk (Comité PB). In de publieke sector spreekt men van (basis)overlegcomités.
In de ondernemingen zonder Comité PB, neemt de vakbondsafvaardiging de bevoegdheden van het Comité PB over. De werkingsregels van het comité PB zijn echter niet van toepassing. Het is dus een goed idee om met de werkgever een akkoord te sluiten over de wijze waarop de vakbondsafvaardiging de bevoegdheden van het Comité PB uitvoert.
De leden van de vakbondsafvaardiging genieten wel van dezelfde bescherming als de personeelsafgevaardigden in de Comités PB. Deze bescherming vangt aan op de datum van het begin van hun opdracht en eindigt op de datum waarop de bij de volgende verkiezingen verkozen kandidaten worden aangesteld als lid van het Comité.
Als er ook geen vakbondsafvaardiging is, moet de werkgever de werknemers rechtstreeks raadplegen. De procedure voorziet onder andere een register waarin de werknemers volledig anoniem hun voorstellen, opmerkingen of advies kunnen optekenen.
Het Comité PB vergadert minstens 1 keer per maand, wanneer minstens één derde van de werknemersafvaardiging hierom vraagt, of op aanvraag van de ambtenaren van het Toezicht welzijn op het werk.
De vergaderingen van het Comité PB gelden als werkelijke arbeidstijd en zijn als zodanig bezoldigd. De voorzitter van het comité is de werkgever of een afgevaardigde aan wie hij zijn bevoegdheden overdraagt. Elk gewoon (effectief) lid van het Comité PB ontvangt minstens 8 dagen vóór de vergadering schriftelijk de uitnodiging van het secretariaat.
In Vlaanderen neemt de milieucoördinator deel aan de vergadering wanneer punten op de agenda staan die te maken hebben met zijn/haar opdracht. Na akkoord van de werkgever kunnen ook deskundigen de werknemersvertegenwoordigers bijstaan op het Comité PB. De werknemersvertegenwoordigers kunnen zich op het Comité PB laten bijstaan door deskundigen van hun keuze. De werkgever moet hierover wel zijn akkoord geven.
De wet voorziet geen enkele regeling voor de wijze waarop men beslissingen moet nemen in het Comité PB. Wel moet men de manier waarop men akkoorden vaststelt opnemen in het huishoudelijk reglement.
Zijn er unaniem uitgebrachte adviezen over ernstige risico’s, dan moet de werkgever er zo snel mogelijk een conform gevolg aan geven. Voor uiteenlopende adviezen moet hij een passend gevolg geven. Aan alle andere adviezen geeft hij gevolg binnen de door het Comité gestelde termijn of, indien geen termijn is bepaald, uiterlijk binnen de 6 maanden. De werkgever die de adviezen niet volgt, deelt de redenen hiervan mee aan het Comité PB.
Zowel de werkgevers- als de werknemersafgevaardigden kunnen punten op de agenda plaatsen. Een agendapunt wordt 10 dagen vóór de vergadering bezorgd aan de voorzitter. Elk gewoon (effectief) lid van het Comité PB ontvangt minstens 8 dagen vóór de vergadering schriftelijk de uitnodiging van het secretariaat.
Het personeel licht men minstens 8 dagen vóór de vergadering in over de datum en de agenda van de vergadering. Het wordt binnen de 8 dagen na de vergadering over de beslissingen van het Comité PB geïnformeerd.
Verder krijgt het personeel info over: de inhoud van het jaarlijks actieplan, van het jaarverslag van de interne dienst PB en van de gevolgen die worden gegeven aan de adviezen van het Comité PB.
Artikel 68 van de Wet Welzijn verplicht elk Comité PB tot het opstellen van een huishoudelijk reglement. Deze verplichting is zeer belangrijk om de vergaderingen vlot en ordelijk te laten verlopen: hoe en wanneer plaats je een punt op de agenda, wie zit de vergadering voor, hoe worden beslissingen in het Comité PB genomen, ...
Je kan hiervoor gebruik maken van ons model huishoudelijk reglement Comité PB (uit ACV-Vakbeweging nr. 836 van 10 januari 2016).
De taak van het Comité PB is het welzijn van de werknemers te bevorderen. De belangrijkste bevoegdheden zijn:
Het begrip ‘welzijn op het werk’ omvat zeven werkdomeinen:
De Vlaamse milieuwetgeving heeft de bevoegdheid op het vlak van milieu nog duidelijker omschreven. Comités PB van ondernemingen die in het Vlaamse Gewest gelegen zijn krijgen een volledig informatierecht en vooral ook het recht om advies te geven over het milieubeleid van de onderneming (Vlarem II, artikel 4.1.9.3.1.).
In ondernemingen zonder ondernemingsraad (OR) heeft het Comité PB ruimere bevoegdheden.
Indien er in deze ondernemingen ook geen vakbondsafvaardiging is of slechts een deel van het personeel vertegenwoordigt, dan krijgt het Comité PB ook nog een aantal bevoegdheden op sociaal vlak en inzake tewerkstelling.
De welzijnsreglementering voorziet allerlei opdrachten voor het Comité PB. Sommige opdrachten komen op regelmatige basis terug, andere wanneer een bepaald voorval zich voordoet.
Een goede planning van alle werkzaamheden van het Comité PB zorgt voor een spreiding van de werklast en voorkomt dat bepaalde opdrachten in de verdrukking komen.
Je kan je baseren op dit voorstel van jaarkalender. De wetgeving legt voor sommige opdrachten vast in welke maand ze aan bod moeten komen. Je kan deze kalender invullen naargelang de specifieke omstandigheden in je onderneming.
Lees verder:
Of neem een kijkje in in ons overzicht van brochures over welzijn en veiligheid op het werk.