Je rechten
bab449ae-2477-46b3-8fca-27c4c5741bd6
https://www.hetacv.be/je-rechten
true
Actualiteit
59ea6a04-d5cb-49bb-86bf-262457cb04b8
https://www.hetacv.be/actualiteit
true
Diensten
c7cddb17-187f-45c2-a0e2-74c299b8792b
https://www.hetacv.be/dienstverlening
true
Lid worden
abbb02d8-43dd-44b5-ae75-3cd90f78f043
https://www.hetacv.be/lid-worden
true
Het ACV
c62ac78b-1aa2-4cb9-a33b-59e6fc085fb4
https://www.hetacv.be/het-acv
true
Word nu lid

Tips voor starters en zij-instromers bij de start van het schooljaar

©Shutterstock

Ga je net aan de slag in onderwijs? Of stroom je pas in uit de privésector? Hier vind je alle tips die je nodig hebt om goed te starten in onderwijs!

Pas afgestudeerd met een lerarendiploma op zak? 

Of zet je binnenkort de stap naar het onderwijs vanuit de bedrijfswereld

COnneCt geeft je graag een aantal tips om goed ‘uitgerust’ aan de start te verschijnen. 

1. Wat voorafging: kandideren

Bij de verschillende onderwijsverstrekkers 

Wellicht leerde je de weg al kennen naar de platformen waar je je kandidaat kan stellen voor een baan in het onderwijs. Zo niet, surf dan naar de sites van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, GO! Onderwijs en/of OVSG (onderwijs van steden en gemeenten) om te vernemen hoe je kan kandideren voor een baan in hun onderwijsnet. Er zijn nog enkele kleine onderwijsverstrekkers, zoals de protestants-evangelische scholen, het steiner- en freinetonderwijs … Interesse? Hun contactgegevens vind je makkelijk terug op de site van de Vlaamse overheid.

Als godsdienstleraar

Als je godsdienst kan/mag/wil geven, moet je kandideren bij het bisdom. Zij mandateren je namens de bisschop als godsdienstleraar om dit vak – een ‘ambt apart’ – te mogen geven in om het even welk onderwijsnet.

Lesgeven als godsdienstleraar vraagt enkele bijzondere stappen. Meer informatie over hoe je dit aanpakt voor verschillende godsdiensten, vind je onderaan dit artikel.

Bij de scholen zelf

Niets belet je om je rechtstreeks kandidaat te stellen bij een school. Je kan een motivatiebrief en  uitnodigend cv mailen of versturen of je kan ze zelf bezorgen aan de directie van de scholen waar je kandideert.

Hou er rekening mee dat veel scholen niet reageren op je mail of sollicitatiebrief. Of je dat beleefd vindt of niet, dat is een realiteit.

Ga je je sollicitatiebrief zelf afgeven, dan maak je best een afspraak. Ook hier geldt dat er directies zullen zijn die je met open armen ontvangen, anderen zullen je brief aannemen en meedelen dat je in de werfreserve zal ondergebracht worden. 

De redenen voor die uiteenlopende aanpak kun je vinden in het gebrek aan tijd. De maanden juni, juli en augustus zijn heel druk voor directies: het voorbije schooljaar moet goed worden afgerond en het nieuwe schooljaar moet perfect worden opgestart. Heel wat directies opteren er daarom voor hun (beperkte) tijd voor sollicitanten efficiënt en gericht te gebruiken.

Bovendien is het moeilijk voor een directeur om een sollicitatiegesprek te houden als hij nog niet weet welke vacatures hij heeft. Hij kan dan ook geen gerichte vragen stellen.

Bij de VDAB

Ook via de site van de VDAB kun je, nadat je je eerder al inschreef als werkzoekende, je kandidatuur kenbaar maken. Hou er rekening mee dat je hiervoor eerst moet inloggen op de site en dat het even tijd vraagt om je profiel en je kandidatuur in te vullen.

Denk je eraan, als je werk hebt gevonden, om ook je kandidatuur weer te verwijderen? 

Er is niets zo vervelend voor een directeur om mensen te contacteren die al ergens een job gevonden hebben, terwijl ze nog vermeld staan als werkzoekend. Het is ook voor jou niet leuk om telkens mails en telefoons te moeten beantwoorden om te zeggen dat je al een job gevonden hebt.

Timing

In de maanden mei en juni maken heel wat directies al simulaties over het volgende schooljaar op basis van toegekende lestijden, personeelsverschuivingen (bv. pensioneringen), leerlingenaantallen in de verschillende studierichtingen … Het is daarom goed dat je, van zodra je weet dat je je diploma op zak hebt of de overstap van het bedrijfsleven naar het onderwijs wil maken, kandideert. 

Dit jaar is wel een moeilijk jaar vanwege de coronacrisis (geen opendeurdagen, weinig zekerheid over de inschrijvingen …). Het zal voor de directies waarschijnlijk later dan gewoonlijk duidelijk zijn hoe ze hun school zullen kunnen organiseren in het volgende schooljaar.

You got it

Op basis van de voorbereidingen en de inventarisatie van een aantal personeels- en leerlingengegevens voor het volgende schooljaar, kan een directie soms al vroeg uitsluitsel geven of er een baan is op haar school. Vaker gebeurt dat pas op het einde van de maand augustus – soms zelfs begin september – als alle kaarten op tafel gelegd zijn: effectief aantal leerlingen in de verschillende studierichtingen, mogelijke aanwending van (extra) lestijden, rechten van personeelsleden … Wees daarom niet meteen teleurgesteld als je midden augustus nog geen uitnodiging kreeg van een school!

Het sollicitatiegesprek

Ga goed voorbereid naar een sollicitatiegesprek. 

  • Grasduin in de website van de school, zodat je weet waar ze belang aan hecht.
  • Verzorg je voorkomen. Lees daarom het schoolreglement. De voorgeschreven dresscode voor leerlingen laat vermoeden hoe je je als leraar hoort te kleden.
  • Licht je cv toe op een eerlijke en authentieke manier: wees gewoon jezelf en doe niet artificieel. 
  • Benadruk het belang van al je ervaringen in functie van je mogelijke baan op deze school.
  • Probeer te getuigen van een brede en toekomstgerichte kijk op onderwijs en vorming van jongeren: je bent mee verantwoordelijk voor de voorbereiding van jongeren op hun toekomst.
  • Laat voelen dat je ervoor wil gaan. Toon dat je  het onderste uit de kan wil halen: bij jezelf én bij de jongeren.
  • Toon belangstelling door gerichte vragen te stellen over de opdracht zelf, maar ook over belangrijke aspecten als leerlingenbegeleiding, remediëring, teamwork, vakoverschrijdende projecten, ouderparticipatie …
  • Durf vragen wanneer je meer zal vernemen over de mogelijke aanwerving.

Afronding en start van een schooljaar

Je zal merken dat de meeste scholen tijdens de grote vakantie gesloten zijn van midden juli tot midden augustus. Begin juli zijn er nog veel klussen te klaren om het schooljaar goed af te ronden: de permanentie van de inschrijvingen moet worden verzekerd, leerlingendossiers moeten in orde zijn, het boekenfonds moet op punt worden gesteld, praktische klussen moeten worden uitgevoerd, eventuele beroepscommissies moeten worden opgevolgd …

De laatste weken van augustus zijn meteen drukke weken op een school. Er worden eventueel bijkomende proeven georganiseerd, de daarbij aansluitende deliberaties gaan door, het schooljaar in zijn geheel vraagt om een grondige voorbereiding, klassen moeten worden klaargezet, het boekenfonds moet praktisch worden georganiseerd, late inschrijvers moeten worden opgevangen, personeelsvergaderingen gaan door …

Als je al voor de zomervakantie werd aangeworven, kun je je positieve ingesteldheid tonen door  even te informeren of je tijdens de openingsuren van de school in de zomervakantie al iets kunt betekenen.

Wij schetsen bewust de werksfeer van deze weken op school, omdat jij daarin je start goed moet voorbereiden! Dat is echt niet eenvoudig.

Mentor, coach, meter of peter?

Gelukkig zijn er heel wat scholen die tijd voor je vrijmaken via een mentor, coach, meter of peter om je start mee onder de loep te nemen. In sommige scholen is het nog altijd de directeur die jouw ontvangst en opstart voor zijn/haar rekening neemt. Soms gebeurt dit individueel, soms gebeurt dit voor de groep van nieuwkomers. Elke school volgt daarin haar aanpak. 

3. Tips

Het is niet de bedoeling je te overrompelen met een massa tips die niet meteen haalbaar zijn. Stel prioriteiten en neem je tijd om kalm, maar zeker je weg te zoeken op school

Veel antwoorden op onderstaande tips en vragen staan wellicht in de startersbundel van de school. Of je vindt de info op het elektronisch leerplatform of op de website van de school.

Probeer aan te voelen welke vragen je mag stellen, welke vragen ‘passen’ in de schoolcontext waarin je terechtkomt. Zo kan het vreemd of aanmatigend overkomen als je bijvoorbeeld het zorgbeleid of sanctioneringsbeleid in vraag stelt, wetende dat heel wat scholen nog worstelen met de implementatie van het juiste zorgbeleid en met de toenemende juridisering rond evaluatie en disciplinaire maatregelen. 

  1. Neem tijdig contact op met het onderwijspersoneelslid/de leraar die je vervangt/opvolgt. Pleeg overleg over de manier waarop je de leerplandoelstellingen kan realiseren met de voorhanden zijnde didactische middelen.

  2. Neem je een vak op in een nagelnieuwe richting? Overleg dan met de directie of de verantwoordelijke coördinator welke de verwachtingen zijn, wat je moet doen om daaraan tegemoet te komen.

  3. Wat betreft de lessen die je zal geven:Pols meteen naar de gewoonten wat betreft aanpak van:

    • Het vak: 
      • Wie is de vakverantwoordelijke?
      • Wat zijn de leerplandoelstellingen? 
      • Hoe pakt men de verbreding en verdieping aan? 
      • Waar kan je daarvoor terecht op het web, op het elektronisch leerplatform of op school? 
      • Hoe worden jaarplannen opgevat? 
      • Sta je er alleen voor of werkt men veel samen of in team?
      • Welke didactische middelen zijn voorhanden? 

    • De vakgroepwerking: 
      • Wie coördineert of is de vakverantwoordelijke? 
      • Welke zijn de uitgezette leerlijnen?
      • Welke vakoverschrijdende eindtermen moet men bereiken?
      • Werkt men verticaal en/of horizontaal?
         
    • De socio-emotionele begeleiding van de leerlingen:
      • Welk zorgmodel volgt men? 
      • Hoe brengt men het zorgcontinuüm in praktijk? 
      • Wat is eventueel handelingsgericht werken? 
      • Past men herstelgericht overleg toe?
      • Is zorg een gedeelde verantwoordelijkheid op school?
      • Welk sanctioneringsbeleid wordt er gevoerd? 
      • Hoe werkt men samen met het CLB?

    • De remediëringskansen en mogelijkheden die men biedt.

    • De specifieke begeleiding van de ‘zorgleerlingen’.

    • De vorm van evaluatie die men toepast.

    • De frequentie en de aanpak van de begeleidende en evaluerende klassenraden.

    • De rapportcommentaren.

    • De communicatie met de leerlingen en hun ouders.

  4. Stel je de volgende vragen over je doelpubliek, de leerlingen:

    • Hoe is de leerlingenpopulatie samengesteld?

    • Wat betekent dat naar aanpak van de leerlingen? 

    • Hoe betrekt men de ouders bij het leerproces van de leerlingen? Hoe bevordert men ouderbetrokkenheid? Wat gebeurt er eventueel nog naast het organiseren van oudercontacten?

    • Hoe werkt de schoolraad en de ouderraad

  5. Stel je de volgende vragen over je toekomstige collega’s:

    Sommige van de onderstaande vragen lijken misschien een beetje vreemd. Maar, dit heeft te maken met het feit dat je, net als in elke andere werkcontext, collega’s met heel uiteenlopende karakters en persoonlijkheden zult hebben, dat er heel veel schooleigen tradities zijn.

    • Welke gewoonten leven er onder de personeelsgroep wat betreft:
      • Begroeting?
      • Ontmoeting in de lerarenkamer (vaste plaatsen of niet, te betalen dranken of niet, gebruik van aanwezige materialen …)?
      • Vakgroepwerking?
      • Samenwerking rond je vak of de projecten waarbij je betrokken bent?

    • Wie zijn de vakbondsafgevaardigden? 

    • Hoe verloopt de werking van de pedagogische raad, het LOC, het CPBW, de pastorale werkgroep?

    • Hoe verloopt de werking van de verschillende werkgroepen: schooluitstappen, projecten, PR van de school …? Wat verwacht men in de werkgroepen van starters?

    • Vergadert men tijdens de middagpauze of na schooltijd? Hoe vaak?

  6. Hoe verloopt de communicatie op school? Wie doet dat, wanneer en voor wie? 

    • Hoe verloopt de communicatie …
      • met de leraren/de voltallige personeelsgroep?
      • met de leerlingen?
      • met de ouders?

    • Zijn er wekelijkse mededelingen van de directie?

    • Via welke kanalen communiceert de school?

    • Is er een deontologische code wat betreft communicatie via rapporten, het elektronisch leerplatform, sociale media?

    • Hoe houdt men de communicatie laagdrempelig? Is daar iemand verantwoordelijk voor? 

  7. Tips voor de eerste personeelsvergadering

    • Maak een goede beurt bij je entree.

    • Stel jezelf enthousiast voor en toon dat je ervoor wil gaan om samen school te maken. Dit is vaak een vervelend en zenuwslopend moment. Elk onderwijspersoneelslid heeft dit zelf ook meegemaakt en zal bij jouw voorstelling denken aan de eerste keer dat hij/zij aan de collega’s werd voorgesteld. Wat dit betreft kun je zeker op heel veel medeleven rekenen.

    • Informeer je grondig tijdens de eerste samenkomst met je vakcollega’s
      • Hoe werkt men? Vooral van thuis uit of op school? 
      • Welke mogelijkheden zijn er om op school te werken? 
      • Hoe werkt men samen?  
      • Hoe wordt er geëvalueerd? Bereidt men evaluaties samen voor? 
      • Waarvoor kan men bij elkaar terecht? 
      • Hoe verloopt de leerlingenbegeleiding concreet? 
      • Hoe werkt men aan de realisatie van de vakoverschrijdende eindtermen? 
      • Waarop moet je letten wat betreft toezichten? 
      • Welke concrete afspraken zijn er bijvoorbeeld rond het maken van kopies?

    • Informeer je over het verloop van de eerste schooldag. Meestal verloopt die anders dan anders. Vraag het draaiboek, zodat je op tijd kan zijn waar je verwacht wordt. En met de coronaperikelen tegen de achtergrond zou een eerste schooldag wel eens heel anders kunnen verlopen.

  8. Tips voor de eerste schooldag zelf

    Hou je goed aan de afspraken die je tijdens de personeelsvergadering en/of via het elektronisch leerplatform vernam.

    • Moet je al meteen starten met lesgeven? Zet dan dadelijk de juiste toon! Je eerste kennismaking met de leerlingen is ontzettend belangrijk. Leerlingen nemen je als starter nauwkeurig onder de loep. Probeer daarom je zenuwen onder controle te houden. Een beetje plankenkoorts is daarentegen vaak de voorbode van een geslaagde les. 

    • Hoe maak je van je eerste les een succes?
      • Zorg dat je goed voorbereid bent.
      • Stel je voor.
      • Laat de leerlingen zich kort voorstellen.
      • Toon belangstelling, maar…
      • Zeg op een kordate, respectvolle, niet dwingende toon wat je verwacht voor je vak en hoe je dit samen met de leerlingen (en hun ouders) wil waarmaken.

    • Toets je eerste ervaringen snel af met je directie/mentor/coach/meter/peter/collega’s en stuur bij waar nodig.  Leerlingen voelen meteen of je als einzelgänger dan wel als een gezagvol teamlid van de lerarengroep aan de slag bent gegaan! Als de vorming en begeleiding van leerlingen door het hele team worden gedragen, leiden ze tot meer voldoening bij alle betrokkenen (leraren, leerlingen en hun ouders) en tot betere resultaten voor de leerlingen!

  9. Tips wat betreft veiligheid en welzijn

    Het CPBW – het comité voor preventie en bescherming op het werk – staat in voor een veilige en aangename werkomgeving op school voor de leerlingen en het personeel. Aarzel niet te informeren naar de afspraken wat betreft veilig ICT-gebruik, veilig werken in de ateliers, keukens, klassen waarin risicovolle stoffen worden gebruikt, LO, uitstappen, vervoer …

4. Pedagogische begeleidingsdiensten

In de loop van de eerste maanden van het schooljaar zul je zeker contact hebben met de pedagogische begeleidingsdiensten. Er worden kennismakingsmomenten georganiseerd voor de vakken die je zult geven en heel vaak worden starters ook uitgenodigd op een startersnamiddag. De pedagogisch begeleiders zijn er om jou te ondersteunen, maar ga in eerste instantie in overleg met je collega’s, vakverantwoordelijke en directie rond de ondersteuning die je wenst.

5. Hou vol

Ervaren onderwijspersoneelsleden geven allemaal aan dat je een drietal jaar nodig hebt om thuis te komen in je baan op school. Gun jezelf dan ook die tijd!

En aarzel ‘onderweg’ vooral niet om je vragen, je fijne, maar vooral je problematische ervaringen voor te leggen en te bespreken met iemand van de directie, je mentor/coach/meter/peter/vakcollega/vakbondsafgevaardigde. 

Zo toon je je kwetsbaar, hét teken dat je als professional voortdurend bereid bent bij te leren. 

Meer weten? Bekijk ook onze brochure voor starters in het onderwijs!

Extra info voor godsdienstleraars

Algemeen principe

Er zijn speciale voorwaarden en procedures om godsdienst te mogen onderwijzen. De controle op de kwaliteit van het godsdienstonderwijs ligt bij de bisdommen. Zij beslissen uiteindelijk wie al dan niet godsdienst mag geven.

Godsdienstleerkrachten in lagere scholen

Als je godsdienst wil onderwijzen in een lagere school (bv. in het GO!) moet je daarvoor je kandidatuur stellen bij de vicarissen voor onderwijs van de bisdommen.

Je zult daarna uitgenodigd worden voor een gesprek met een of meerdere leden van de diocesane inspectie godsdienst. Daarbij wordt o.a. gelet op je motivatie en op je parochiaal engagement.

Deze regeling geldt zowel voor bachelors met onderwijsbevoegdheid godsdienst als voor onderwijzers. Van onderwijzers zal men vragen dat ze een driejarige bijscholing volgen in een instituut voor godsdienstwetenschappen (meestal op zaterdagvoormiddag). In het voorjaar verschijnt altijd een speciaal onderwijsnummer van Kerk en Leven (het "parochieblad"). Daarin staat dan gewoonlijk praktische informatie over deze opleidingen

Godsdienstleerkrachten in secundaire scholen

Eerst moet je solliciteren bij de vicarissen voor onderwijs van de bisdommen. Daarop volgt een onderzoek van je kandidatuur: je wordt uitgenodigd voor een gesprek met de inspectie en er worden wellicht ook inlichtingen over je ingewonnen bij de pastoor van je parochie. Daarna kun je nog een sollicitatiebrief schrijven naar de directies van de afzonderlijke scholen. Strikt genomen is dat in het katholieke net niet noodzakelijk. Als je ook andere vakken dan godsdienst wil geven, moet je natuurlijk wel de gewone procedure volgen.

Godsdienstleerkrachten in het GO!

Vroeger moest je als godsdienstleerkracht geen formulieren insturen voor het GO!. Vanaf het schooljaar 2003-2004 is dat veranderd. Nu moet je (ook als je alleen maar godsdienst wil geven) toch op de gewone manier solliciteren bij het GO!

Vicariaten voor onderwijs van de bisdommen

Alle vicariaten voor onderwijs van de bisdommen hebben online-informatie: 

Andere godsdiensten

Voor de andere officieel erkende godsdiensten kun je respectievelijk kandideren bij:

Islamleraar: 
Executief van de Moslims van België
Dienst Onderwijs
Timmerhoutkaai 9 - 1000 BRUSSEL
Telefoon: 02 210 02 34 
E-mail: onderwijs@embnet.be 

Leraar Israëlitische godsdienst:
Vzw Wiznitz
Belgiëlei 32
2018 Antwerpen
Telefoon: 03 218 40 90
E-mail: wiznits@scarlet.be

Leraar orthodoxe godsdienst:
Pedagogische Commissie
Avenue Charbolaan 71
1030 Brussel
Τelefoon: 02 736 52 78
E-mail: orthopedacom@gmail.com

Leraar Protestants Evangelische godsdienst:
PEGO
Brogniezstraat 44
1070 Brussel
Telefoon: 02 510 61 73
E-mail: pego@arpee.be

Succes!

Benieuwd naar meer tips van COnneCt? Bekijk het overzicht van alle artikels die je kunnen helpen bij je functioneren in onderwijs. 
Knop COnneCt-blog