De rode draad: Hoogsensitief

Sinds de oprichting van COnneCt merken we dat er bij de aanmeldingen een aantal gelijklopende casussen regelmatig terugkeren. Er is een soort rode draad te herkennen. In eerdere blogposts van COnneCt hadden we bijvoorbeeld al aandacht voor autisme, rouw en hoogbegaafdheid. Ook hoogsensitiviteit is zo’n thema dat zich als een rode draad doorheen onze contacten weeft.
Hoogsensitiviteit is door de populaire wetenschap opgepikt. Er wordt veel over geschreven, niet altijd op een even wetenschappelijke manier. Dat mag niet verbazen, het gaat immers over ongrijpbare prikkels en even moeilijk te duiden gevoelens. Zoals zal blijken uit voortschrijdend inzicht, wordt er bovendien vooral ingezoomd op de eventuele gevolgen, veeleer dan op het essentiële kenmerk. Dat vertroebelt het beeld een beetje, zowel van de media als van het individu dat worstelt met overprikkeling.
Ook COnneCt pikt tijdens de begeleidingsgesprekken vaak signalen op van een mogelijke hoogsensitiviteit. Als je stilstaat bij het feit dat vijftien tot twintig procent van de bevolking hoogsensitiviteit als persoonlijkheidskenmerk heeft, is dat logisch. Onderwijsmensen hebben vaak te maken met leerlingen met een bijzondere insteek in de wereld van prikkels, maar beseffen even vaak niet dat ook zijzelf dat kenmerk kunnen hebben. Kan het dan een van de oorzaken zijn waarom het niet meer lukt om dagelijks voor de klas te staan? Of is het niet hoogsensitiveit, maar eerder hooggevoeligheid dat daarin een rol speelt? Dat is niet altijd duidelijk.
Hoog tijd dus om hoogsensitiviteit uit de schemerzone te halen en onder de loep te leggen. In deel een van dit artikel proberen we het ongrijpbare begrijpbaar te maken en proberen we tot een heldere omschrijving te komen. In het tweede deel zoomen we verder in op de vele facetten van hoogsensitiviteit. Het laatste deel geeft meer inzicht in hoe je ermee om kan gaan. Bronnen vind je achteraan.
Hoogsensitiviteit is geen aandoening, stoornis of handicap, het is een persoonlijkheidskenmerk. Het is ook niet hetzelfde als hooggevoeligheid. Hoogsensitiviteit gaat over het aantal prikkels dat binnenkomt in de hersenen. De info die via de zintuigen binnenkomt, wordt op een andere, diepere en intensere manier verwerkt. Daardoor merken hoogsensitieve mensen soms subtiele verschillen of patronen op: een schilderij dat op een andere plaats hangt, een vriend die stiller is dan gewoonlijk, ... Smaken, geuren, geluiden, bewegingen, kleuren, vormen, de sfeer in een groep: het komt allemaal veel sterker binnen bij een HSP (hoogsensitief persoon). Hij wordt zijn omgeving immers gewaar in al zijn nuances. Hij wordt om die reden vaak ook diep geraakt door kunst of muziek en is alert op positieve en negatieve vibes in gezelschap.
Hooggevoeligheid daarentegen is een emotionele reactie. Een HSP kan ook overemotioneel reageren, maar dat is geen bepalende factor voor hoogsensitiviteit. In vroeger onderzoek door Aron en Aron werden de kenmerken van overprikkeling en emotionele en zintuiglijke intensiteit nog als medebepalende factoren gezien voor hoogsensitiviteit, naast de diepgaande verwerking. Recenter onderzoek aan de VUB wijst alleen naar de diepgaande verwerking als hét kenmerk van HSP, de andere factoren worden geklasseerd onder hooggevoeligheid en als mogelijke complicatie bij HSP.
Hooggevoeligheid voor geluiden, voor licht of voor externe prikkels, blijkt dikwijls een symptoom van de preklinische fase van burn-out. De snelheid waarmee informatie op ons afkomt, maakt dat onze hersenen overprikkeld raken, dat hoofd- en bijzaken niet meer van elkaar onderscheiden kunnen worden, waardoor het stressbrein in gang schiet.
Daarnaast is het ook zo dat niet elke hoogsensitieve persoon zich overprikkeld, prikkelbaar, emotioneel, empathisch of zorgend toont. Bovendien kan iedereen weleens door een moeilijkere periode gaan waarbij deze kenmerken zich manifesteren. Dat hoeft niet per se samen te hangen met de diepgaande informatieverwerking in de hersenen. Er zijn meer mensen hooggevoelig of hypergevoelig dan hoogsensitief. Het is niet altijd gemakkelijk om het onderscheid te maken, want op gedragsniveau kunnen ze erg op elkaar lijken.
Naar schatting zou vijftien procent van de bevolking (sommige bronnen vermelden zelfs 25 procent) hoogsensitief zijn. Concreet betekent dat dat als je vijftig collega’s hebt, er acht HSP’s zouden kunnen zijn. Op een klas van 25 leerlingen, kunnen er vier met hoogsensitiviteit zitten. Het is een factor om rekening mee te houden.
In zijn verhoogde kwetsbaarheid voor overprikkeling en emotionaliteit schuilt het grote gevaar voor de HSP. Keer op keer blijkt uit onderzoek dat personen met hoogsensitiviteit meer lichamelijke klachten ervaren dan niet-HSP’s. De HSP’s hebben meer last van stress, depressieve gevoelens, angstgevoelens en meer lichamelijke ongemakken vanwege de overprikkeling. Ze hebben het gevoel dat ze voortdurend moeten reageren op de prikkels die bij hen binnenkomen. Dat is uiteraard erg uitputtend. Biologisch linkt Kagan dit aan hun hyperresponsieve amygdala, de amandelvormige kern in het limbische deel van het brein dat bedreigingen inschat en angst reguleert.
Volgens Jawer blijken hoogsensitieven ook meer last te hebben van migraine, CVS, fibromyalgie, prikkelbare darmsyndroom en allergieën. Dit ligt volgens Orloff in de lijn van de verwachtingen. HSP’s vertonen immers mogelijk verhoogde stresshormonenniveaus die gelinkt worden aan een hele reeks gezondheidsissues.
Toch hoeft een HSP-diagnose niet onoverkomelijk te zijn. Iedere HSP kan, met de juiste instelling en de juiste inzichten, de positieve aspecten van HSP ten volle benutten. Des te meer een HSP aan zelfonderzoek en bewustwording werkt, des te meer hij angsten, vooroordelen, zelfontkennende gedachten doorprikt, des te minder lastige prikkels er binnenkomen en des te sneller hij ervan recupereert.
De voordelen voor de ander én voor zichzelf zijn talrijk. De hoogsensitieve persoon is empathisch, authentiek en oprecht in vriendschappen en relaties. Door het merkbare begrip van de hoogsensitieve gesprekspartner geeft de ander zich vaak meer bloot dan gewoonlijk, hij krijgt gemakkelijker het gevoel dat hij zichzelf kan zijn. Zo kan de HSP op die manier werkelijk iets voor hem betekenen.
De empathie van de hoogsensitieve persoon helpt hem vaak bij het formuleren van ideeën tegen niet-hoogsensitieven. Hij moet en kan zich immers verplaatsen in hun denkwereld om duidelijk te maken wat hij bedoelt. Hij ontwaart vlugger patronen, vangt andermans lichaamstaal en gevoelens op en reageert niet zelden vanuit de eigen creativiteit.
Door zelfkennis en zelfontplooiing maakt hij keuzes die op een lijn liggen met zijn persoonlijkheid. Zijn zintuiglijke en intuïtieve ervaringen zijn diepgaand. Daardoor is hij in staat een intense verbondenheid te ervaren met zijn authentieke kern, met anderen, met dieren, met de natuur. Staat hij in contact met zijn innerlijke kracht, dan maakt dat de hoogsensitieve persoon zelfstandiger en emotioneel zelfredzaam. Het bezorgt hem dan (zelf)inzicht en een veilig gevoel.
Het belangrijkste kenmerk van hoogsensitiviteit is de diepgaande verwerking, een algemene bedachtzaamheid, de tijd nemen om beslissingen te nemen. Dat wordt ook gelinkt aan consciëntieusheid, een rijke verbeelding en levendige dromen. HSP’s blijven vaak ook langer denken, hebben langer last van sommige gebeurtenissen.
Onderzoek vermeldt als optredend fenomeen ook overstimulatie, de neiging om sneller en vaker stressresponsen als een snelle hartslag en zweten te vertonen bij het bezoek aan een drukke plaats, het afleggen van een toets of het spreken in het openbaar. Daarvoor ontwikkelen HSP’s doorgaans copingstrategieën.
Een HSP voelt zich vaak anders dan anderen. Hoewel ze met velen zijn, behoren HSP’s tot een minderheidsgroep. En net als bij elke minderheidsgroep overvalt je dan regelmatig het gevoel dat je er niet bij hoort. Het is onlosmakelijk verbonden met hoe je gezien wordt door anderen en hoe je jezelf ziet.
Door het gevoel anders te zijn, hebben hoogsensitieve personen vaak ook het gevoel dat ze niet gehoord of gezien worden. Informatie wordt bij hen dieper verwerkt en dus kan informatie ook harder aankomen. Een diepere verwerking houdt het risico in dat je de informatie op jezelf gaat betrekken, ook al is dat helemaal niet nodig. Soms zegt een niet-HSP A en bedoelt hij ook A en niet B of C. Mensen met hoogsensitiviteit riskeren gezichtsuitdrukkingen bij anderen te gaan overinterpreteren en (overhaaste) conclusies te trekken. Dat kan resulteren in een gevoel van afwijzing.
Niet kunnen stoppen met complex doen of van anderen te horen krijgen dat je het altijd moeilijker maakt dan nodig is, is een ander kenmerk dat veel HSP’s bij zichzelf zullen herkennen.
Kinderen met hoogsensitiviteit kunnen door hun diepgaande verwerking verder in hun ontwikkeling lijken dan ze in werkelijkheid zijn. Ouders van hoogsensitieve kinderen geven bijvoorbeeld vaak aan dat hun kind veel en diepzinnige vragen stelt, hun gedachten lijkt te kunnen lezen en moeilijke woorden gebruikt voor zijn of haar leeftijd. Wanneer hoogbegaafdheid ook aan de orde blijkt, maakt dat het plaatje nog complexer. Uit onderzoek aan de VUB bleek dat 87 procent van de hoogbegaafden ook HSP’s zijn. Er is dus wel degelijk een sterk verband.
Mensen met hoogsensitiviteit kunnen temperamentvol zijn, vaak al vanaf de kindertijd. Daarbij blijkt een element van overprikkeling een rol te spelen. Te lang in een drukke omgeving vertoeven, te hard en te lang gepusht worden, … het kan een HSP in overdrive doen belanden en zelfs leiden tot agressief gedrag.
Daarnaast zijn mensen met hoogsensitiviteit echte idealisten en hechten ze veel belang aan rechtvaardigheid, zowel thuis als op het werk. Conflicten kunnen dus erg bedreigend zijn voor hoogsensitieven. De diepgaande verwerking en neiging tot overinterpretatie zorgen bij HSP’s soms voor erg intense reacties. Vooral bij vrouwen speelt dit een niet te onderschatten rol, blijkt uit onderzoek. Aron wijst er in dit verband op dat het aantal mannen en vrouwen met hoogsensitiviteit weliswaar ongeveer gelijk is, maar jongens worden er meer toe gebracht hun hoogsensitieve aard te onderdrukken en te verbergen.
HSP’s vertonen echter niet alleen negatieve reacties. Bartz drukt het zo uit: “The possibility of opposite outcomes — downward spiral or rocketing success — underscores the double-edged nature of sensitivity. Neither flaw nor gift, it is, rather, an amplifier of an environment's effects.” Als mensen met hoogsensitiviteit in hun ogen rechtvaardig worden behandeld, levert dat meer positieve gevoelens en prosociaal gedrag op. Niet toevallig zijn HSP’s meestal graag geziene collega’s. Ze doen vaak meer dan hun takenpakket omschrijft en ze houden de groep samen. De keerzijde is echter dat HSP’s zich te veel gaan uitsloven voor de ander en zichzelf wegcijferen.
In vergelijking met personen zonder hoogsensitiviteit blijken HSP’s erg hard te zijn voor zichzelf, ook en zeker als ze in een moeilijke periode zitten. Ze keuren hun eigen gebreken af en hebben moeite om aspecten van hun persoonlijkheid die ze niet leuk vinden te aanvaarden. Ze halen zichzelf voortdurend naar beneden, wat ervoor zorgt dat ze te voorzichtig gaan leven en proberen om alle pijn te vermijden.
Teruggetrokken zijn, zeker bij nieuwe, onvertrouwde situaties, is een kenmerk van hoogsensitiviteit. Het lijkt erg op introvertie. Een HSP kan introvert zijn, maar is dat niet noodzakelijk. Wel hebben personen met hoogsensitiviteit geleerd om een sensorische overload te vermijden door interacties met bekenden te verkiezen boven de ontmoeting met nieuwe, vreemde mensen. Zijn ze eenmaal vertrouwd met de nieuwe situatie, dan zijn er zelden nog verschillen te zien met niet-HSP’s en kunnen ze zelfs erg extravert uit de hoek komen. Bartz vermeldt zelfs dat ongeveer twintig procent van de hoogsensitieven extraverten zijn, de zogenaamde social sensation seekers die actief op zoek gaan naar sociale interacties. Ook zij, echter, verbruiken heel wat energie om deze interacties mogelijk te maken en hebben extra tijd nodig om weer op te laden.
Hoogsensitieve mensen hebben in regel een hoog inlevingsvermogen. Ze vertrekken vanuit de gevoelens en de gedachten van de ander, vanuit hun achtergrond, cultuur, mentaliteit, persoonlijkheid, opvattingen, dromen et cetera. Het gaat hier niet om projectie van de eigen gevoelens en gedachten. Het empathische vermogen van de HSP houdt niet absoluut noodzakelijk in dat die emotioneel met de ander meeleeft of automatisch de zorg voor die ander op zich wil/zal nemen. Inleven is niet altijd gelijk aan meeleven.
Op het vlak van relaties voelen HSP’s zich vaak eenzamer dan niet-HSP’s. Ze voelen zich vaker buitengesloten en vinden het soms erg moeilijk om iemand te vinden met wie ze zich verbonden voelen. Dat kan leiden tot een gevoel van isolatie. Toch is het aangaan van relaties met anderen een noodzakelijke voorwaarde om tot je volle potentieel te komen.
Recent onderzoek wijst uit dat personen met hoogsensitiviteit vaker dan personen zonder dat persoonlijkheidskenmerk het gevoel hebben dat wat ze in het leven doen waardevol is en de moeite loont. Ze hebben vaker het gevoel dat wat ze doen bijdraagt aan de samenleving en belangrijk is voor andere mensen. Veel HSP’s zijn dan ook erg snel teleurgesteld in anderen, juist omdat ze daar geen hoger doel kunnen identificeren. Dat geldt ook voor hun liefdesrelaties. Het is immers een illusie dat de liefde automatisch helemaal en altijd goed moet voelen. Heel wat hoogsensitieven hebben een enorme drang naar autonomie of mentale vrijheid. Dat kan soms problemen opleveren, want in de liefde kun je niet echt onafhankelijk zijn.
HSP’s blijken minder gericht te zijn op het individu en meer op de groep. Ze zetten ook meer proactieve coping in: ongewenste situaties en eigen achteruitgang herkennen, erkennen en er vervolgens op anticiperen om toekomstige problemen te voorkomen. Tenzij ze natuurlijk overprikkeld zijn en vastzitten in de reactiviteit. Om zijn proactiviteit te behouden is het voor een HSP daarom van belang om te leren hoe hij zijn overprikkeling de baas kan blijven en hoe hij uit het moeras van reactiviteit kan raken. Over het algemeen kunnen we stellen dat de problemen van HSP’s het hen moeilijk maken om met toxische omgevingen om te gaan.
Mensen met hoogsensitiviteit hebben meer dan gemiddeld nood aan afzondering. Tegelijk hebben ze overmatige aandacht voor anderen. Ze kunnen meestal moeilijk weigeren als anderen een beroep op hen doen en streven vaak naar billijkheid. HSP’s kunnen namelijk niet “niet ingaan” op een appel.
Zelfzorg is cruciaal voor een HSP. Dat houdt in: voldoende beweging, slaap en gebalanceerde voeding.
Bij overprikkeling werkt de prefrontale neo-cortex niet goed. Om feiten en opmerkingen correct te interpreteren en situaties en feedback te kunnen relativeren is het belangrijk dat je eerst en vooral niet overprikkeld bent, maar ook dat je jezelf goed traint in het bedenken van positieve gedachten. Dat impliceert voldoende stilstaan bij je eigen positieve kanten en talenten, en tijd maken voor reflectie en leermomenten. Doe je dat niet, dan loop je het risico denkfouten te maken.
Een geschikte methode om te kunnen communiceren zonder jezelf emotioneel overspoeld te voelen of overprikkeld te raken en om jouw deel van de communicatie alvast zo efficiënt mogelijk te verzorgen is verbindende communicatie. Zo heb jij in elk geval jouw deel al gedaan, kun je jezelf niets verwijten en krop je je gedachten en gevoelens niet op.
Proactieve coping is belangrijk voor het gevoel van zelfwaarde en zelfeffectiviteit. Immers, als je ongewenste situaties en achteruitgang (h)erkent en erop anticipeert, kan je toekomstige problemen voorkomen. Er is wel een belangrijk aandachtspunt: de HSP moet opletten voor piekeren en focus houden op wat hij kan veranderen en wat hij wel kan controleren.
Betekenisvolle connecties zijn voor de HSP van zeer groot belang.
Personen met hoogsensitiviteit zijn milder naar anderen toe, maar verfoeien zichzelf meer bij fouten. De HSP hanteert best zelfcompassie om vriendelijk en begripvol te staan tegenover de eigen fouten en gebreken. Hij moet zijn menselijkheid accepteren en respecteren.
Nogal wat HSP’s hebben de neiging om alles op zichzelf te betrekken. Een half woord van kritiek komt bij hen soms over als een klap in het gezicht die hen tot in hun diepste vezels raakt. Het inzicht dat niet-HSP’s ook wel eens een veeg uit de pan krijgen, maar daar minder dramatisch op reageren, helpt veel HSP’s om een en ander te kunnen relativeren.
Er blijkt een groep HSP’s te zijn die hun hoogsensitiviteit vooral als talent zien, en een groep die vooral de lasten ziet. Het verschil tussen beide blijkt de aanwezigheid van de anticipatie op afwijzing. De tweede groep leeft in een constant verhoogde waakzaamheid en is voortdurend op zoek naar bewijs van een mogelijke toekomstige afwijzing, van welke aard ook. Dat is extreem uitputtend en heeft bovendien een effect op de manier waarop we de wereld rondom ons interpreteren. Men bekijkt de wereld meer vanuit het stressbrein, vanuit de mogelijkheid van dreiging, angst en onzekerheid. Wanneer het stressbrein dominant aanwezig is, is er minder ruimte voor proactieve coping, waardoor mensen in een selffulfilling prophecy terechtkomen: doordat men de wereld door een donkere bril bekijkt, gaat men op zoek naar negatieve, dreigende elementen in de omgeving.
Een onderzoek van de KU Leuven, IDEWE en de Arteveldehogeschool wees uit dat hoogsensitiviteit in het algemeen samengaat met meer creativiteit en hulpgedrag op het werk. Dat viel echter weg in geval van weinig steun van de leidinggevende of in situaties waarin sprake was van veel emotionele eisen. Wanneer de omstandigheden niet optimaal waren, vertoonden de HSP’s een grotere kans op burn-out, gebruikten ze meer medicatie, maakten ze meer gebruik van psychologische begeleiding en waren ze vaker afwezig op het werk.
Personen met hoogsensitiviteit fungeren in essentie dus als kanaries in de kolenmijn: ze sneuvelen als eersten in een negatieve werkcontext. Het impliceert ook dat wanneer een bedrijf en zijn hoogsensitieve werknemer optimaal op elkaar zijn ingespeeld, beide partijen voordeel kunnen halen uit de diepgaande verwerking van informatie.
Door die diepgaande verwerking zijn hoogsensitieve personen erg alert op mogelijke conflicten, problemen, taken en verantwoordelijkheden. Doordat ze die zo goed opmerken en soms de behoefte kunnen voelen om te helpen, kan een hoogsensitieve werknemer zich verantwoordelijk voelen voor taken of problemen die eigenlijk niet tot zijn of haar takenpakket behoren. Dat kan zijn omdat hij een behoefte of vraag opmerkt en zichzelf al snel opwerpt als hulp of dat hij moeilijk grenzen kan bewaken wanneer hij persoonlijk met deze vraag wordt aangesproken.
Dat betekent dat hoogsensitieven zichzelf soms erg veel op de schouders halen, hun werkdruk verhogen of zichzelf erg hoge eisen opleggen. Ook proberen ze zo vaak de problemen of tekortkomingen van collega's op te vangen, maar worden ze wel verantwoordelijk gesteld wanneer het dan toch misloopt. Een hoogsensitieve persoon is ermee gebaat zichzelf de vraag te stellen of iets wel degelijk zijn verantwoordelijkheid is. Op die manier kan hij zijn grenzen beter bewaken.
Hoogsensitieven zijn vaak gewaardeerde collega’s. De grote opmerkzaamheid van de HSP in combinatie met een mogelijke alertheid voor emotionele signalen kan een toegevoegde waarde zijn in een leidinggevende functie. Werknemers met hoogsensitiviteit zijn ook creatiever en prosocialer en vertonen het failing forward-kenmerk, groei vanuit falen.
De combinatie van diepgaande verwerking met het kunnen denken zonder begrenzing, prosociaal gedrag en creativiteit maakt van HSP’s uiterst geschikte people managers, innovators en drijvende krachten binnen een organisatie. Ze zullen altijd net dat ene tikkeltje meer doen, gewoon omdat hun hersenen hen zo sturen.
Hoogsensitiviteit wordt soms als een last ervaren, wanneer de gepercipieerde nadelen sterk naar voor komen in de professionele context. Dat kan zijn omdat de werknemer zich er niet van bewust is dat hoogsensitiviteit bij hem een rol speelt. Even goed kan dat zijn wanneer hij ingebed zit in een werkcontext waar hij al zijn capaciteiten zonder grenzen inzet of er gretig gebruik gemaakt wordt van zijn capaciteiten zonder besef welke impact dat heeft op de werknemer.
Toch kan het anders. En moet het anders. Hoogsensitiviteit is een positief persoonlijkheidskenmerk dat – indien gekoesterd – bijdraagt aan een warme werkomgeving. Informatie over dat kenmerk is de eerste stap naar bewustwording. Met dit artikel hopen we die stap alvast te zetten.
Zit je met vragen rond jouw functioneren en wil je hierover een gesprek? Neem dan zeker contact op met COnneCt.
Hoogsensitief, Elke Van Hoof, Uitgeverij Lannoo Tielt, 2016.
Eerste hulp bij hoogsensitiviteit, Elke Van Hoof, Uitgeverij Lannoo Tielt, 2017.
Leven zonder filter, mijn ervaring met hoogsensitiviteit, Fleur Van Groningen, Horizon, Antwerpen-Amsterdam, 2017
Sense and Sensitivity, Andrea Bartz, Sussex Publishers, New York in: Psychology today, 2011, Vol.44 (4), p.72
Sense and Sensitivity | Psychology Today
Vlaamse vereniging voor hoogsensitieve personen vzw: HSP Vlaanderen Informeert, sensibiliseert en verbindt
De HSP podcast: De HSP Podcast | Podcast on Spotify
Het ACV gebruikt cookies voor de goede werking van zijn websites, om informatie op maat aan te bieden en je persoonlijke ervaring te verbeteren. Door te klikken op ‘Accepteer alle cookies’ geef je toestemming voor het plaatsen van analytische en advertentiecookies. Deze kunnen ook door onze partners gebruikt worden. Je kan de cookies zelf instellen via de knop ‘Beheer je voorkeuren’. Ga naar de pagina cookies en voor meer info of consulteer onze policy privacybeleid.