Europese vertegenwoordiging
Het ACV zet zich samen met andere vakbonden in voor een socialer en inclusiever Europa. De krachten worden gebundeld in diverse organisaties en fora.
Het ACV zet zich samen met andere vakbonden in voor een socialer en inclusiever Europa. De krachten worden gebundeld in diverse organisaties en fora.
Het Europees Vakverbond ontstond in 1973. Het EVV telt vandaag 45 miljoen leden uit 90 vakbonden en 38 Europese landen. Daarmee is het de grootste sociale middenveldorganisatie in Europa. Het EVV telt 10 Europese vakfederaties, verantwoordelijk voor syndicale actie en sociaal overleg in de sectoren.
Het EVV ijvert voor een sterk sociaal Europa, voor Europese regels, rechten en resultaten.
De werknemersgroep binnen het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) biedt unieke toegang tot advies en consultatie rond de besluitvorming in de EU. Het EESC brengt advies uit over alle regelgevende initiatieven en programma’s van de EU. Dit advies moet verplicht in rekening gebracht worden in de besluitvorming door de Europese instellingen. Het ACV heeft twee werknemersvertegenwoordigers in deze raad.
Nieuwsgierig? Op www.eesc.eu vind je alle info.
Een belangrijk instrument voor syndicale actie op Europees niveau is het European Trade Union Institute (ETUI). Dit is het onafhankelijk onderzoeks- en vormingscentrum van het EVV.
Het ACV is stichtend lid van het Europees Sociaal Observatorium. Het OSE is een centrum voor onderzoek en actie op vlak van tewerkstellings- en sociaal beleid in Europa.
Het ACV kent een lange traditie van samenwerking met vakbondspartners uit Oost- en Centraal-Europa.
Na de democratisering van de landen uit het Oostblok werden een aantal vrije vakbonden uit de regio volwaardig lid van het EVV.
In Pan European Regional Council worden de banden tussen de vakbonden binnen heel Europa, en niet enkel in EU-landen, versterkt.