Je rechten
bab449ae-2477-46b3-8fca-27c4c5741bd6
https://www.hetacv.be/je-rechten
true
Actualiteit
59ea6a04-d5cb-49bb-86bf-262457cb04b8
https://www.hetacv.be/actualiteit
true
Diensten
c7cddb17-187f-45c2-a0e2-74c299b8792b
https://www.hetacv.be/dienstverlening
true
Lid worden
abbb02d8-43dd-44b5-ae75-3cd90f78f043
https://www.hetacv.be/lid-worden
true
Het ACV
c62ac78b-1aa2-4cb9-a33b-59e6fc085fb4
https://www.hetacv.be/het-acv
true
Word nu lid

Kaderdag: Liese Huysmans

Liese Huysmans is preventieadviseur psychosociale aspecten bij Groep IDEWE, een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Tijdens de coronacrisis deed zij een onderzoek over connectie en deconnectie in digitale tijden.

Tijdens haar tussenkomst op de kaderdag van COC stond Liese Huysmans stil bij de betekenis van connectie en deconnectie binnen welzijn, bij de impact van digitalisering op werknemers, op de werkcontext en op de bedrijfs- of schoolcultuur en bij het belang van afsprakenkaders over deconnectie op beleidsniveau.

Liese Huysmans: “Ik zal het hebben over het welzijn van de mens in het digitale tijdperk. Meer bepaald zal ik belichten welk effect digitalisering kan hebben op het individu, een werkcontext en een bedrijfs- of schoolcultuur. Connectie en deconnectie staan centraal op deze kaderdag. Daarom begin ik met wat we binnen welzijn verstaan onder deconnectie en waarom ‘het recht op deconnectie’ daarbij zo belangrijk is.”

Systeem resetten

“Deconnectie wordt heel vaak genoemd als we het hebben over digitalisering. In dat geval gaat het over je gsm uitzetten, je computer sluiten en ergens een berg vinden waar je geen ontvangst hebt en dus helemaal onbereikbaar bent. Dat is de digitale deconnectie. Die is belangrijk omdat we ons systeem, onze hersenen anders overbelasten. We krijgen ontzettend veel prikkels binnen en ons brein is daar niet voor uitgerust. Die deconnectie is dus nodig om af en toe mentale rust in te bouwen, zodat ons systeem kan resetten en opnieuw kan opstarten.”

“Zo’n reset toepassen kan bijvoorbeeld door na de lunch even je ogen te sluiten. Dat is mentale deconnectie. Vanuit welzijnsoogpunt kan ik dat alleen maar aanmoedigen. Het is iets heel natuurlijks. Op onze concentratie staat immers een limiet. In een werkcontext gaat deconnectie over het inbouwen van micropauzes doorheen de werkdag. Als je fysiek naar het werk gaat, heb je dat: je loopt naar het toilet, gaat met een collega naar de koffieautomaat of slaat tussendoor een babbeltje in de gang. Dat zijn normale, natuurlijke micropauzes.” 

“In een digitale wereld is dat veel moeilijker. Als iemand de hele tijd achter een computer zit, moet dat individu zelf iets doen om die kleine pauzes in te lassen. Daardoor schuilt daarin een gevaar voor ons welzijn. Deconnectie is daarnaast ook van toepassing op de avonduren na een werkdag. Het is belangrijk dat we een aantal uur per dag niet bezig zijn met het werk. Het gaat dan niet alleen over onze slaap, maar ook over de uren daarvoor. Mensen moeten het gevoel hebben dat het oké is om een aantal uur voor niemand van het werk bereikbaar te zijn. Al is dat ook privé misschien wel van belang. We hebben dat nodig om de volgende dag opnieuw gefocust te kunnen werken. Dat gaat ook over verlofperiodes, zodat je het gevoel hebt dat je een aantal dagen of weken per jaar volledig mag loskoppelen. ‘Out of office’ betekent dan dat je kan zeggen ‘ik ben er nu echt niet’. Al die zaken gaan over deconnectie. In een digitaal tijdperk zijn ze een uitdaging.”

Sociale steun

“We moeten het ook hebben over connectie. In coronatijden moesten we ons behelpen en zijn heel wat zaken digitaal georganiseerd. Dat kan, maar je merkt dat zulke activiteiten anders zijn dan bijvoorbeeld deze kaderdag waarop je fysiek samenkomst. Mensen hebben basisbehoeftes en één daarvan is verbondenheid. We willen het gevoel hebben dat we bij een groep horen. Dat realiseer je op een fysieke bijeenkomst als deze doordat iedereen samen in een zaal zit, een mening heeft over wat de panelleden vertellen en daar straks over kan napraten. Die verbondenheid als individu, dat is connectie.”

“Die connectie is veel moeilijker te creëren als iedereen achter zijn computer zit te werken. Het gaat dan niet alleen om gezelligheid, connectie zorgt ook voor sociale steun. Dat geldt bijvoorbeeld voor werkdruk in het onderwijs. Dankzij connectie kunnen we met bepaalde druk omgaan. Als je veel werk verzet, het heel zwaar hebt, veel druk en stress voelt en dat allemaal alleen doet, dan is dat heel heftig. Maar als je dat kan delen met collega’s en dat onderling wat kan relativeren of er eens mee kan lachen, zorgen die sociale steun- of sociale lijmprincipes ervoor dat je met een bepaalde druk kan omgaan. Die connectie is niet te onderschatten.”

Afsprakenkader

“Tijdens de coronacrisis heb ik in mijn werk ingezoomd op connectie en deconnectie in digitale tijden. Er is een sterke link tussen het effect op een individu en hoe daar op beleidsniveau aan gewerkt wordt. Connectie en deconnectie zijn echter individuele verhalen. Iedereen heeft daarbij andere behoeftes en ervaringen. De ene kan er al gemakkelijker mee om dan de andere. Het is dus moeilijk om daar op beleidsniveau een afsprakenkader rond te scheppen, maar tegelijkertijd is dat de enige manier om te voorkomen dat het een individuele strijd wordt en dat elk individu daar alleen mee zit te worstelen.”

“Zo’n afsprakenkader zit soms in kleine zaken. We zien bijvoorbeeld jonge medewerkers die heel gepassioneerd zijn en in een team terechtkomen waar iedereen heel hard werkt, waardoor zij denken dat bepaalde zaken de norm zijn. Denk maar aan mails die in het weekend of ’s avonds om negen of tien uur verstuurd worden. Zo creëren we ongeschreven regels en onderlinge verwachtingen die een negatieve impact hebben op het welzijn. Als een directie van een school daarover een standpunt inneemt en kort uitspreekt dat ze van niemand verwachten dat ze na acht uur ’s avonds nog bereikbaar zijn of in het weekend werken, dan heeft dat een enorme impact. Vooral voor die heel geëngageerde mensen is dat van betekenis, omdat je hen expliciet de toestemming geeft om een grens te trekken.”

“Er is natuurlijk meer nodig dan die boodschap één keer vertellen. Het hele systeem moet daarin mee zijn, ‘practice what you preach’. Ik zie in de praktijk heel wat leidinggevenden die zeggen dat ze het belangrijk vinden dat iedereen ’s avonds genoeg vrije tijd heeft, maar die dan wel zelf om tien uur ’s avonds nog mails sturen. Het effect van gedrag is veel groter dan de boodschap die je brengt. Het is belangrijk dat je hele systeem daarvan doordrongen is, daarin gelooft en dat dat zich ook in de praktijk vertaalt.”

“Bovendien is het niet gemakkelijk om een hele school in dezelfde richting te krijgen, omdat je ook individuele verschillen hebt. De balans zit hem in het voordeel van de digitalisering. Bepaalde flexibiliteit – wanneer en waar we ons werk doen – kan namelijk ook voor autonomie zorgen. Je wilt een individu de kans geven om zelf te kiezen om bijvoorbeeld rond vier uur in de namiddag een aantal uur vrije tijd te nemen om door te brengen met het gezin en dan ’s avonds verder te werken. Dat is autonomie die ervoor zorgt dat we een positieve balans tussen werk en privé hebben. Anderzijds wil je vermijden dat dat resulteert in collega’s die denken dat het de bedoeling is dat ze ’s avonds laat hun mails nog checken. Dat is het spanningsveld als we het hebben over het thema deconnectie.”

In gesprek

“Als mensen ons vragen naar een oplossing, is het antwoord vaak daarover in gesprek gaan. Dat moet gebeuren op teamniveau en schoolniveau, in alle lagen, in alle richtingen en regelmatig. Je kan niet van de ene op de andere dag zeggen ‘vanaf nu zijn dit de afspraken in de school’ en verwachten dat de cultuur verandert en iedereen volgt. Het is belangrijk om te luisteren naar de behoeftes van je personeel en dat mee te nemen in het beleid. Je creëert een afsprakenkader en bekijkt na een tijdje of dat kader nog werkt.”

“Tijdens de pandemie hebben veel mensen onzichtbaar heel hard gewerkt. Als je in een fysieke context om acht uur ’s avonds nog iemand door de school ziet lopen, denk je: ‘Oei, dat is niet gezond.’ Maar als mensen digitaal werken, weten we niet wat er thuis gebeurt. Het is volgens mij goed om daar open en eerlijk over te zijn. Je creëert het best een cultuur waarin mensen durven toegeven dat ze moeite hebben om niet bereikbaar te zijn en om Smartschool of andere systemen niet te checken. Als we zo’n open gesprek kunnen hebben en een afsprakenkader opstellen dat daarop afgestemd is, dan zijn we aan het welzijn aan het werken.”