Je rechten
bab449ae-2477-46b3-8fca-27c4c5741bd6
https://www.hetacv.be/je-rechten
true
Actualiteit
59ea6a04-d5cb-49bb-86bf-262457cb04b8
https://www.hetacv.be/actualiteit
true
Diensten
c7cddb17-187f-45c2-a0e2-74c299b8792b
https://www.hetacv.be/dienstverlening
true
Lid worden
abbb02d8-43dd-44b5-ae75-3cd90f78f043
https://www.hetacv.be/lid-worden
true
Het ACV
c62ac78b-1aa2-4cb9-a33b-59e6fc085fb4
https://www.hetacv.be/het-acv
true
Word nu lid

402.07 - Federale overheid

SOL - De Wijngaard en ACV Openbare Diensten, groep bedienaren van de erediensten

Parochieassistenten als bedienaren van de eredienst, een bewogen geschiedenis

1. De moeizame weg naar wettelijke erkenning

Aan de ‘parochieassistent’ als nieuwe categorie in de nomenclatuur van de bedienaren in de Rooms-Katholieke (RK) Eredienst, ging een moeizame ontstaansgeschiedenis vooraf.

Eind de jaren ’80 beseffen de bisschoppen dat er dringend nood is aan meer theologisch geschoolde leken in de parochiepastoraal. Wachten op meer nieuwe priesterroepingen lijkt niet langer realistisch.  In 1991 wordt er een (informeel) akkoord gemaakt met de minister van Justitie om 40 leken op plaatsen van ‘onderpastoor’ te benoemen, met het uitzicht om dat aantal later op te drijven, naarmate er minder gewijde RK bedienaren op de betaalrol van de FOD Justitie staan.  Deze leken worden ‘parochieassistent’ genoemd, zonder dat deze benaming ook als zodanig in de nomenclatuur van de Wet van 2 augustus 1974 opgenomen wordt.

Wanneer de eerste parochieassistenten op pensioen gaan in 2004, signaleert de pensioendienst van de overheidsambtenaren een ‘probleem’ : aangezien de ‘parochieassistent’ nergens als bedienaar van de eredienst erkend is (officieel zijn ze ‘onderpastoor’) kan er ook niet in een pensioen voorzien worden.  In feite ging het om een maneuver om de RK Kerk een hak te zetten: de uitbetaling van een pensioen als ‘onderpastoor’ had normaliter geen probleem mogen vormen. Dit werd later ook bevestigd door de Raad van State. 

Minister van Justitie Onkelinx grijpt de opmerking van de pensioendienst evenwel aan om het ‘statuut’ van parochieassistent uitdovend te maken. De in dienst zijnde PA mogen verder functioneren maar kunnen niet vervangen worden; ook hun pensioen wordt geregulariseerd.  De groep van (inmiddels 301) PA was gedoemd om af te nemen tot er geen meer overbleven. 

De rechtsonzekerheid voor de PA bleef duren tot eind 2008.  Toenmalig Minister van Justitie Jo Vandeurzen liet toen met een artikel in de programmawet van 22 dec. 2018 een wijziging aanbrengen in art. 26 van de Wet van 2 augustus 1974. Hierdoor werd de ‘parochieassistent’ opgenomen in de nomenclatuur van de bedienaren van de erediensten. Meteen werd ook het aantal PA verder opgetrokken tot 341.

Uit de Programmawet  van  22.12.2008  (BS 29.12.2008)

HOOFDSTUK 5.—Justitie—Wijzigingen van de wet van 2 augustus 1974 betreffende de wedden van de titularissen van sommige openbare ambten, van de bedienaars van de erkende erediensten en van de afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad

Art. 267. Artikel 26 van de wet van 2 augustus 1974 betreffende de wedden van de titularissen van sommige openbare ambten, van de bedienaars van de erkende erediensten en van de afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad, vervangen bij de wet van 17 februari 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, wordt aangevuld met de bepaling onder j), luidende:« j) parochieassistent : 13.409,11 euro».

 

Art. 268. Artikel 26bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 27 december 2004 en gewijzigd bij de wet van 24 juli 2008, wordt vervangen door de volgende bepaling:« Art. 26bis. — 341 plaatsen van parochieassistent worden toegekend».

 

Art. 269. In artikel 35 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 27 december 2004 en gewijzigd bij de wetten van 11 juli 2005 en 24 juli 2008, wordt het eerste lid vervangen als volgt: « De artikelen 26, j), en 26bis hebben uitwerking met ingang van 1 januari 1991. ».

 

Eerder in 2008 had Minister Vandeurzen, mede onder druk van De Wijngaard, een ander heel belangrijk wetsartikel ingevoerd via de Wet diverse bepalingen van 24 juli 2008.  Deze formaliseerde de voorheen voor pastoors geldende informele regeling dat zij bij cumul van benoemingen (in bijv. twee of meerdere parochies) recht hadden op 150% van de basiswedde.  Voortaan zou cumul mogelijk zijn voor álle bedienaren van de eredienst.  De wet maakt het verder ook mogelijk dat bedienaren in verschillende categorieën benoemd worden. Zo kan een PA een 100% benoeming als PA combineren met een tweede benoeming van PA van 50 of 100%, of ook met een benoeming van 50% of 100% als onderpastoor.  In al die gevallen van cumul verdient hij of zij 150% van de basiswedde.  In dezelfde wet werd het aantal PA ook verder opgetrokken tot 341.

Uit de Wet diverse bepalingen van 24.07.2008 (BS 07.08.2008)

 

HOOFDSTUK II. — Wijzigingen van de wet van 2 augustus 1974 betreffende de wedden van de titularissen van sommige openbare ambten, van de bedienaars van de erkende erediensten en van de afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad

 

Art. 137. In de artikelen 26bis en 35, eerste lid, van de wet van 2 augustus 1974 betreffende de wedden van de titularissen van sommige openbare ambten, van de bedienaars van de erkende erediensten en van de afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad, ingevoegd bij de wet van 27 december 2004 en gewijzigd bij de wet van 11 juli 2005, wordt het cijfer « 301 » vervangen door het cijfer « 341 ».

 

Art. 138. In dezelfde wet wordt een artikel 36 ingevoegd, luidende: « Art. 36. Met toepassing van de artikelen 26 tot 29bis kunnen de erkende plaatsen van het kader op voorstel van de Minister van Justitie vastgesteld door de Koning door bedienaars van de erediensten worden ingevuld ten belope van 50 procent of 100 procent van de in deze artikelen vastgestelde weddeschalen. In geval van cumul van meer dan één erkende plaats is de maximumwedde waarop de bedienaars van de erediensten in het kader van de toepassing van de artikelen 26 tot 29bis recht hebben, beperkt tot 150 procent van de in deze artikelen vastgestelde weddenschalen. ».



De Wet diverse bepalingen van 24.07.2008 bleek een echte hefboom om het aantal theologisch geschoolde leken in de parochiepastoraal verder te laten groeien, als antwoord op het priestertekort.  Voortaan kon in theorie elke openvallende plaats van bedienaar (omdat een parochiepriester op pensioen ging) opnieuw ingevuld worden door een priester of theologisch geschoolde leek.
Het had echter nog heel wat voeten in de aarde voor de kerkelijke overheid deze visie volgde.

2. Actie voor het systematisch benoemen van PA aan 150% van de basiswedde

Omdat de basiswedde van 100% voor bedienaren van de eredienst zonder woonstvergoeding en dikwijls met een gezinslast onrechtvaardig laag is, voerde SOL-De Wijngaard lange tijd actie om cumul mogelijk te maken voor deze bedienaren van de eredienst, dikwijls parochieassistenten.

De wetswijziging door de Wet diverse bepalingen van 24.07.2008 bleek cruciaal te zijn in de strijd voor een betere verloning van de PA
Deze wetswijziging laat zoals gezegd aan de bisschoppen de grootst mogelijke vrijheid toe om bedienaren van de eredienst op verschillende plaatsen van het kader voor maximaal 150% te benoemen.  Er wordt immers nergens gesteld dat cumul enkel mogelijk is binnen  een bepaalde categorie van de nomenclatuur.  Parochieassistenten kunnen dus perfect een tweede benoeming voor een halftijdse plaats van kapelaan of onderpastoor genieten. 

Het bisdom Brugge was het eerst om parochieassistenten een anderhalve benoeming en de erbij horende wedde aan 150% te geven. Sinds 2015 begonnen ook andere (meestal Vlaamse) bisschoppen met de inhaalbeweging om parochieassistenten een extra benoeming van 50% op open plaatsen van bedienaar van de eredienst te geven; PA met de meeste anciënniteit kregen hierbij voorrang. De regeling werd dus courante praktijk tijdens de regering Michel I, met Koen Geens als minister van Justitie. Spijtig genoeg zijn de Franstalige bisschoppen minder overtuigd van de noodzaak om parochieassistenten al dan niet met gezinslast een anderhalve benoeming te geven. Voor SOL- De Wijngaard is dan een niet aanvaardbare discriminatie (in het geval van het aartsbisdom binnen hetzelfde bisdom) en we blijven ijveren voor het wegwerken van deze ongelijke behandeling.