Je rechten
bab449ae-2477-46b3-8fca-27c4c5741bd6
https://www.hetacv.be/je-rechten
true
Actualiteit
59ea6a04-d5cb-49bb-86bf-262457cb04b8
https://www.hetacv.be/actualiteit
true
Diensten
c7cddb17-187f-45c2-a0e2-74c299b8792b
https://www.hetacv.be/dienstverlening
true
Lid worden
abbb02d8-43dd-44b5-ae75-3cd90f78f043
https://www.hetacv.be/lid-worden
true
Het ACV
c62ac78b-1aa2-4cb9-a33b-59e6fc085fb4
https://www.hetacv.be/het-acv
true
Word nu lid

402.07 - Federale overheid

SOL - De Wijngaard en ACV Openbare Diensten, groep bedienaren van de erediensten

Basiswetgeving bedienaren van de erediensten

Deze rubriek geeft een beknopt overzicht van de voornaamste wetgeving m.b.t. de bedienaren  van de erediensten.  We hebben een bijzondere aandacht voor het statuut van de PA.

Een verre voorgeschiedenis : het Concordaat tussen de Rooms Katholieke Kerk en Napoleon.

Voor de Franse Revolutie leefden parochiepriesters van de opbrengsten van kerkelijke bezittingen, vooral pachtopbrengsten van landerijen die eigendom waren van parochies, bisdommen en religieuze congregaties.  Tijdens de Franse Revolutie werd de overgrote meerderheid van die kerkelijke goederen geconfisqueerd.  Napoleon wilde om politieke redenen de relatie tussen de Franse Staat en de Katholieke Kerk herstellen en sloot met het Vaticaan een Concordaat, waarbij bepaald werd dat de parochiepriesters voortaan door de overheid bezoldigd zouden worden.  Bij het ontstaan van België werd deze regeling bestendigd door twee artikelen in de Grondwet.

De Grondwet over de verhouding Kerk en Staat

Art. 21 ‘De Staat heeft niet het recht zich te bemoeien met de benoeming of de installatie der bedienaren van enige eredienst of hun te verbieden briefwisseling te houden met hun overheid en de akten van deze overheid openbaar te maken, onverminderd, in laatstgenoemd geval, de gewone aansprakelijkheid inzake drukpers en openbaarmaking.’

Dit artikel bevestigt de scheiding van Kerk en Staat inzake de benoeming van de bedienaren van de eredienst. Voor de inschakeling van parochieassistenten in de territoriale pastoraal is het een belangrijk artikel : het bevestigt dat de kerkelijke overheid naar eigen goeddunken geschikte medewerkers kan benoemen op door de overheid erkende plaatsen van bedienaar van de eredienst. Of deze personen al of niet gewijd moeten zijn, is een zaak waarover enkel de kerkelijke overheid beslist.

Art. 181 
'§ 1. De wedden en pensioenen van de bedienaren der erediensten komen ten laste van de Staat; de daartoe vereiste bedragen worden jaarlijks op de begroting uitgetrokken.

§ 2. De wedden en pensioenen van de afgevaardigden van de door de wet erkende organisaties die morele diensten verlenen op basis van een niet-confessionele levensbeschouwing, komen ten laste van de Staat; de daartoe vereiste bedragen worden jaarlijks op de begroting uitgetrokken.’

De vrij unieke vorm van financiering van de erediensten, door de rechtstreekse betaling van de wedden en pensioenen van de bedienaren van de erediensten is eveneens in de Grondwet verankerd.   Deze financieringsvorm komt ook nog voor in Luxemburg en in de regio Elzas-Lotharingen in Noordoost Frankrijk.  In Nederland en de rest van Frankrijk is de Kerk volledig afhankelijk van giften van gelovigen en inkomsten uit bezittingen voor de financiering van priesters en pastoraal werkenden werkzaam in de territoriale pastoraal.  In Duitsland worden de kerken gefinancierd door de ‘Kirchensteuer’, waarbij belastingplichtigen tot 8% opcentiemen op de personenbelasting betalen voor het kerkgenootschap of de humanitaire instelling van hun keuze.

De wet van 2 augustus 1974

De ‘Wet betreffende de wedden van de titularissen van sommige openbare ambten en van de bedienaars van de erediensten’ van 02.08.1974 regelt in eerste instantie het kader (of de ‘nomenclatuur’) en de wedden van de bedienaren van de erediensten.
Voor de Rooms-Katholieke Kerk (RKK) ziet dit kader er als volgt uit:

‘Art. 26. De jaarwedden van de door het Rijk bezoldigde bedienaars van de katholieke eredienst worden vastgesteld als volgt:

  1. Aartsbisschop : (68.371,77 EUR)
  2. Bisschop : (55.127,56 EUR)
  3. Vicaris-generaal van het aartsbisdom of van het bisdom : (20.418,57 EUR)
  4. Kanunnik van het aartsbisdom of van het bisdom : (14.830,68 EUR)
  5. Secretaris van het aartsbisdom of van het bisdom : (14.830,68 EUR)
  6. Pastoor : (13.409,11 EUR)
  7. Kerkbedienaar : (13.409,11 EUR)
  8. Kapelaan : (13.409,11 EUR)
  9. Onderpastoor : (13.409,11 EUR)
  10. Parochieassistent : 13 409,11 euro) <W 2008-12-22/32, art. 267, 003; Inwerkingtreding : 01-01-1991> 

Art. 26bis. <W 2008-12-22/32, art. 268, 003; Inwerkingtreding : 01-01-1991> 341 plaatsen van parochieassistent worden toegekend.’

Deze basiswedden moeten omwille van de automatische indexering van de overheidswedden verhoogd worden met de verhogingscoëfficiënt 1,7062.  Voor de parochieassistent met één enkele benoeming komt dit neer op een brutojaarwedde van 22.888 euro.  Wie meerdere benoemingen heeft en aan 150% betaald wordt, geniet dan van een brutojaarwedde van 34.332 euro.
De baremastructuur wordt aangevuld met een kader dat het aantal mogelijke benoemingen op ieder niveau bepaald.  Dit wordt in onderling overleg tussen de Minister van Justitie  en de Bisschoppenconferentie vastgesteld.   Hierover is niet zoveel transparantie.  Duidelijk is wel dat het ooit ruime kader door de secularisatie en het priestertekort de laatste decennia nooit ingevuld werd.  Volgens gegevens in een artikel van Paul Stappaerts in het tijdschrift ‘Mensen Onderweg’ uit 2007 zag het voorziene kader en de feitelijke invulling ervan toen als volgt uit: 

 

Functie Erkende plaatsen Ingevulde plaatsen 
aartbisschop 
bisschop 
vicaris-generaal  26  25 
kanunnik  68  56 
secretaris  54  47 
pastoor 264  230 
kerkbedienaar  3634  2713 
onderpastoor  2650  1417 
kapelaan  225  144 
parochieassistent  341  341 

Dit betekende dat toen nog 4845 plaatsen voor ‘lagere’ functies (van pastoor tot parochieassistent) voorzien waren. Hierin zitten ook een 250-tal deeltijdse functies vervat.

Deze cijfers zijn niet helemaal coherent met gegevens uit een meer betrouwbare bron, volgens dewelke het aantal VTE, exclusief PA, in de ‘lagere’ functies daalt van 3413 in 2006 tot 2611.5. in 2013. Inclusief de PA is er begin 2015 een afspraak gemaakt voor de bezoldiging van 2.907 VTE bedienaars voor de RKK,  parochieassistenten en ‘hogere’ bedienaars inclusief. 133 daarvan zijn ‘hogere’ bedienaren ((aarts)bisschop,vicaris-generaal, kannunik en secretaris.