Het jaarlijks begrotingstekort in het Brussels Gewest bedraagt ruim een miljard euro en de rentelasten stegen fors, van 124 miljoen euro naar ruim 328 miljoen euro. Kredietbeoordelaar Standard & Poor’s verlaagde daarom recent de kredietwaardigheid van Brussel van A+ naar A, met negatieve vooruitzichten. Politici en economische experts luiden de noodklok: Brussel moet dringend saneren, anders dreigt de regio in een schuldenval te belanden. Verschillende politieke partijen willen nu drastisch besparen op de openbare diensten. Maar is die situatie echt zo erg als wordt beweerd, of spelen er andere politieke motieven mee?
Essentieel middenveld
Een fusie van administraties lijkt op papierefficiënt als besparing, maar leidt in de praktijk tot een drastisch verlies van personeel, kennis en kwaliteit van dienstverlening. Bovendien is er sinds september 2023 een aanwervingsstop die telkens wordt verlengd. Dit resulteert in een krimpende personeelsbezetting en dus toenemende werkdruk en dalende dienstverlening binnen administraties.
Daarnaast komen maatschappelijke organisaties, die sterk afhankelijk zijn van overheidssubsidies, steeds meer in het nauw. Ze leveren al jaren cruciale sociale diensten aan kwetsbare groepen. Ze begeleiden hen naar werk, naar huisvesting, naar opleidingen, maar zien nu hun subsidies opdrogen. Hierdoor moeten zij hun activiteiten sterk verminderen of zelfs stopzetten. De democratische en sociale gevolgen hiervan zijn aanzienlijk, omdat het middenveld juist essentieel is voor het verbinden van burgers met het beleid.
Gemeenten en OCMW’s worden al jarenlang geconfronteerd met structurele personeelstekorten en toenemende werkdruk. Vacatures worden niet ingevuld, waardoor de dienstverlening verder achteruitgaat. Door de plannen van de regering om nu ook langdurig werklozen door te schuiven naar de OCMW’s, ontstaat een onhoudbare situatie voor zowel personeel als gebruikers van sociale diensten.
Niet dramatisch
Maar hoe dringend en reëel is deze financiële crisis nu echt? Econoom Bruno Colmant wijst erop dat de recente kredietverlaging niet dramatisch is. Dankzij vaste rentetarieven heeft Brussel nog steeds voldoende financiële ruimte om haar schulden zonder grote problemen te blijven aflossen. Colmant benadrukt dat een faillissement van een Belgische regio ondenkbaar is, gezien de onderlinge solidariteit binnen België.
De werkelijke oorzaak van het Brusselse financiële probleem ligt eerder in de structurele onderfinanciering van het Gewest. Ongeveer de helft van de werkenden in Brussel woont buiten de regio en betaalt daar belastingen. Daarnaast moet er dringend werk gemaakt worden van een effectieve sociale dialoog. De Brusselse overheid negeert te vaak overlegstructuren wat voor frustratie en onzekerheid bij het overheidspersoneel zorgt.
Nutteloze besparingsmaatregelen
De Brusselse schuld mag niet uitgroeien tot een politiek excuus voor drastische en ondoordachte besparingen. Er is een rechtvaardige financiering nodig die de publieke dienstverlening en dus de sociale cohesie in de hoofdstad versterkt. Alleen op die manier kan het Brussels Gewest uit de negatieve spiraal van schulden en sociale afbraak komen. Het is daarbij cruciaal dat het personeel in de openbare diensten beschermd wordt tegen afbraakbeleid en politieke spelletjes. Als vakbeweging zullen we daarom actief blijven inzetten op sociaal overleg en weerstand bieden tegen blinde en nutteloze besparingsmaatregelen.