Waar wetten wankelen en grondrechten standhouden

Elke maand trekken we door Vlaanderen en Brussel, op zoek naar opvallende verhalen bij de openbare diensten. Vandaag: Het Grondwettelijk Hof
Elke maand trekken we door Vlaanderen en Brussel, op zoek naar opvallende verhalen bij de openbare diensten. Vandaag: Het Grondwettelijk Hof
De dag na ons bezoek aan het Grondwettelijk Hof in Brussel viel een spraakmakend arrest: het Hof vernietigde het Vlaams ontslagdecreet. Daarmee werd een einde gemaakt aan een versoepeling die lokale besturen toeliet statutaire ambtenaren sneller te ontslaan. Het arrest onderstreept perfect het maatschappelijk belang van het Hof: als waakhond over onze grondrechten en als baken van rechtszekerheid. Een functie die het Hof al 40 jaar opneemt.
We worden rondgeleid door griffier Frank Meersschaut. “Het Hof werd opgericht in 1984 en sprak zijn eerste arrest uit in 1985. Ik werk hier sinds 1989, toen onze bevoegdheden werden uitgebreid met de toetsing aan enkele grondrechten.” Opvallend aan het Grondwettelijk Hof: dit is geen gesloten bastion, maar een instelling met een open blik. “Wij werken niet in een vacuüm,” zegt Frank. “We staan in nauw contact met andere Grondwettelijke Hoven in Europa. Zo is er om de drie jaar een congres van de Europese Conferentie van Grondwettelijke Hoven rond een bepaald thema. Via werkbezoeken aan en van andere Grondwettelijk Hoven wisselen we ervaringen uit over de toepassing van de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie of van de Rechten van de Mens, bijvoorbeeld rond asiel en migratie, nu brandend actueel. En op 25 oktober 2025 houden wij ter gelegenheid van de Europese Dag van Justitie een opendeurdag."
Het gebouw, vlak achter het Koninklijk Paleis, was ooit een gekend hotel en later het ministerie van Koloniën. Tijdens WO II was het de werkplek van de Duitse generaal Alexander von Falkenhausen. “Zijn bureau is nu onze receptieruimte,” vertelt Frank.
Wat doet het Hof precies? “Wij controleren of wetten, decreten en ordonnanties de grondwet – en dus ook onze grondrechten als burger – respecteren,” legt Frank uit. Iedereen kan binnen zes maanden na de publicatie van de norm in het Belgisch Staatsblad een vernietigingsverzoek indienen. Daarnaast kunnen gewone rechtbanken ook prejudiciële vragen stellen, zonder tijdsbeperking. “We hebben hier nog keizerlijke decreten uit de Napoleontische tijd behandeld.”
De impact van de rechtspraak is tastbaar. Zo werd de ongelijke opzegtermijn voor arbeiders en bedienden door het Hof ongrondwettelijk verklaard, wat leidde tot het eenheidsstatuut. Jaarlijks behandelt het Hof zo’n 300 zaken die leiden tot 150 à 250 arresten. “We proberen altijd binnen het jaar een zaak af te ronden, want zolang een wet niet getoetst is, kunnen grondrechten geschonden blijven.”
Het Hof telt 12 rechters: zes Nederlandstaligen en zes Franstaligen, met een evenwicht tussen voormalige politici en beroepsjuristen. De benoeming vereist een tweederdemeerderheid in het parlement, wat de onafhankelijkheid verzekert. “Elke zaak wordt behandeld door minstens zeven rechters, bij delicate of zeer technische dossiers oordeelt het Hof met 12.” Die onafhankelijkheid blijkt ook uit de financiering. “We krijgen een dotatie, en vallen dus niet onder de minister van Justitie. Dat geeft ons meer autonomie, al voelen wij de besparingsdruk ook,” vertelt Frank. “88 procent van onze middelen gaat naar de lonen van de magistraten en de medewerkers. Veel ruimte voor bijkomende besparingen is er niet. We zijn gewoon met te weinig om veel impact te creëren met besparingen. Soms is er slechts één persoon voor een heel specifieke en onmisbare functie. Maar onze situatie is nog niet te vergelijken met de precaire omstandigheden waarin de hoven en de rechtbanken moeten werken.”