Je rechten
bab449ae-2477-46b3-8fca-27c4c5741bd6
https://www.hetacv.be/je-rechten
true
Actualiteit
59ea6a04-d5cb-49bb-86bf-262457cb04b8
https://www.hetacv.be/actualiteit
true
Diensten
c7cddb17-187f-45c2-a0e2-74c299b8792b
https://www.hetacv.be/dienstverlening
true
Lid worden
abbb02d8-43dd-44b5-ae75-3cd90f78f043
https://www.hetacv.be/lid-worden
true
Het ACV
c62ac78b-1aa2-4cb9-a33b-59e6fc085fb4
https://www.hetacv.be/het-acv
true
Word nu lid

Krachtlijn 7

Alle onderwijspersoneelsleden hebben gedurende hun hele loopbaan recht op een professionaliseringstraject over digitalisering, bekostigd door de werkgever en uitgetekend in functie van het uitvoeren van hun kerntaken en opdrachten.

Alle onderwijspersoneelsleden hebben gedurende hun hele loopbaan recht op een professionaliseringstraject over digitalisering, bekostigd door de werkgever en uitgetekend in functie van het uitvoeren van hun kerntaken en opdrachten.

Dat we leven in een snel veranderende maatschappij, is genoegzaam bekend. Nog nooit evolueerden kennis en wetenschap, maatschappelijke context en menselijke relaties, technologie en techniek zo snel. De 21ste eeuw is zowat een kwarteeuw geleden uit de startblokken geschoten als de eeuw van de haast niet bij te benen innovatie. Digitalisering speelt daarbij een hoofdrol.

Om op een betrokken, actieve of creatieve manier te kunnen blijven deelnemen aan die maatschappij, is het van belang dat we blijven leren, levenslang en levensbreed. De innoverende maatschappij is aldus meteen ook een lerende maatschappij. Het aanbod van levenslang leren in verschillende onderwijssectoren en -niveaus is dan ook enorm (basiseducatie, deeltijds kunstonderwijs, volwassenenonderwijs en hoger onderwijs, naast vele privé-initiatieven).

Het onderwijs is net als de maatschappij waarin het is ingebed, voortdurend in beweging, in evolutie. Ook hier speelt
digitalisering een belangrijke rol, niet alleen als werkmiddel (het gebruik van allerlei digitale tools), maar ook als lesinhoud (lerenden praktisch en kritisch leren omgaan met digitale middelen, artificiële intelligentie mediawijsheid …).

Op deze uitdagende opdracht moet ons onderwijzend personeel reeds in de basisopleiding (de lerarenopleiding) degelijk voorbereid worden: welke digitale tools zijn er? Waar/hoe vind je ze? Wanneer, waarvoor, hoe gebruik je ze (kritisch en zinvol)? Hoe beïnvloeden ze wat we doen (onze didactiek) en hoe we met de lerenden omgaan (pedagogie, klasmanagement)? Hoe leer je lerenden ze (kritisch en zinvol) te gebruiken? Hoe maak je doordachte digitale keuzes? Hoe kan je zelf kritisch deelnemen aan overleg over digitalisering? Enzovoort.

Aangezien de digitale wereld niet stilstaat, moeten leerkrachten gedurende hun hele loopbaan de kans krijgen hun digitale kennis en vaardigheden geregeld, in functie van hun noden, bij te spijkeren. We zien de loopbaanlange professionalisering, in casu over digitalisering, niet zozeer als een ‘plicht’ (een van de kerntaken van een leerkracht), maar eerder als een individueel recht. Het professionaliseringstraject dient dan ook afgestemd te zijn op het ‘digitale profiel’ (de sterktes, interesses en noden) van het individuele personeelslid. Tools, zoals de door het Kenniscentrum Digisprong ontwikkelde Digisnap, zijn daarbij een praktisch en zinvol hulpmiddel, op voorwaarde dat ze gebruikt worden als zelfreflectietool, niet als evaluatiemiddel.

Natuurlijk geldt het recht op loopbaanlange professionalisering, in casu over digitalisering, voor COC niet alleen voor het onderwijzend personeel, maar voor alle onderwijspersoneelsleden. Ook administratieve medewerkers, CLB-collega’s et cetera maken bij het uitvoeren van hun taken volop gebruik van digitale middelen en hebben recht op een degelijke opleiding, telkens wanneer zij die nodig hebben.

In een lerende maatschappij kan professionalisering van de onderwijspersoneelsleden beschouwd worden als een van ‘de middelen die zij nodig hebben om hun opdracht uit te voeren’, en overeenkomstig de decreten rechtspositie (zie duiding bij krachtlijn 6) moet die dan ook ‘ter beschikking’ gesteld (lees: bekostigd), worden door het bestuur van de betrokken onderwijsinstelling, en bij voorkeur plaatshebben binnen de werkuren.

Dat laatste houdt in dat er ook nagedacht moet worden over hoe collega’s die wegens professionalisering afwezig zijn op de werkvloer, vervangen kunnen worden zonder verhoging van de planlast voor de andere collega’s. Zo kan men zich de vraag stellen of het zinvol en praktisch haalbaar is/zal blijven om alle onderwijspersoneelsleden op geregelde tijdstippen van de werkvloer te halen voor professionaliseringssessies, dan wel of ze bijvoorbeeld op bepaalde momenten van hun loopbaan de kans zullen krijgen even een stapje opzij te zetten (sabbaticals voor onderwijspersoneelsleden?). Dat pijnpunt is vanzelfsprekend niet eigen aan professionalisering over digitalisering en verdient dan ook een ruimer debat.

>>> Het moge duidelijk zijn: wil men de digitalisering van het onderwijs op een doordachte, duurzame en democratische  manier uitrollen en verderzetten, dan moeten we ijveren voor voldoende recurrente middelen (financiering en uren) én voldoende aanbod voor een loopbaanlange professionalisering over digitalisering voor alle onderwijspersoneelsleden! Enkele ICT-bootcamps zijn ruim onvoldoende.

Actiepunten

  • COC vraagt dat de lerarenopleidingen versterkt worden en dat de voorbereiding op digitalisering en digitaal onderwijs daarin een volwaardige component wordt. Die vorming over digitalisering mag niet alleen gefocust zijn op het leren werken met digitale (onderwijs)tools, maar moet ook oog hebben voor de impact van digitalisering op didactiek en klasmanagement, en moet bij de onderwijspersoneelsleden een kritische houding tegenover digitalisering en digitale toepassingen bevorderen.

  • COC wil dat er binnen het kader van ‘loopbaanlang leren’ ernstig werk gemaakt wordt van een individueel aangepast
    professionaliseringstraject over digitalisering voor elk onderwijspersoneelslid, dat bij voorkeur afgelegd wordt binnen de werkuren zoals vastgelegd in het Arbeidsreglement.
  • COC vraagt, net zoals in het geval van de individuele digitale uitrusting, ook voor de professionalisering over digitalisering voldoende recurrente (gekleurde) middelen of een verhoging van het algemene professionaliseringsbudget.
  • COC eist dat tools die het digitale profiel (sterktes/zwaktes, interesses, noden) van onderwijspersoneelseden in kaart brengen en op basis daarvan professionaliseringstrajecten voorstellen, steeds anoniem werken. De resultaten daarvan mogen alleen gebruikt worden voor zelfevaluatie en zelfontwikkeling, nooit voor een evaluatie van de betrokken personeelsleden. 

  • COC pleit ervoor dat het te volgen professionaliseringstraject over digitalisering vastgelegd wordt in overleg met het onderwijspersoneel (op verschillende niveaus: met het voltallige korps, in de vakgroepen, met individuele collega’s…), zodat zoveel mogelijk wordt tegemoetgekomen aan de interesses en noden van het korps als geheel en van individuele collega’s in het bijzonder.

  • Lokaal werken de vakbondsafgevaardigden van COC actief en constructief mee aan het opstellen van het professionaliseringsplan
    van hun onderwijsinstelling. Ze zien erop toe dat de professionalisering over digitalisering daarbij een volwaardige component is en kadert in een duurzame visie (het geheel van digitale kennis en vaardigheden van heel het korps op korte en lange termijn).

  • Lokaal ziet COC erop toe dat de professionaliseringsbudgetten, en in het bijzonder de extra (gekleurde) middelen voor professionalisering over digitalisering, correct gebruikt en doordacht ingezet worden voor alle onderwijspersoneelsgeledingen
    en -leden.