Je rechten
bab449ae-2477-46b3-8fca-27c4c5741bd6
https://www.hetacv.be/je-rechten
true
Actualiteit
59ea6a04-d5cb-49bb-86bf-262457cb04b8
https://www.hetacv.be/actualiteit
true
Diensten
c7cddb17-187f-45c2-a0e2-74c299b8792b
https://www.hetacv.be/dienstverlening
true
Lid worden
abbb02d8-43dd-44b5-ae75-3cd90f78f043
https://www.hetacv.be/lid-worden
true
Het ACV
c62ac78b-1aa2-4cb9-a33b-59e6fc085fb4
https://www.hetacv.be/het-acv
true
Word nu lid

Krachtlijn 2

Onderwijspersoneelsleden hebben recht op tijd en ruimte om met elkaar en met de lerenden school te maken. Daarin speelt fysieke nabijheid een belangrijke rol. Digitalisering van het onderwijs mag die fysieke menselijke interactie niet in het gedrang brengen.

Onderwijspersoneelsleden hebben recht op tijd en ruimte om met elkaar en met de lerenden school te maken. Daarin speelt fysieke nabijheid een belangrijke rol. Digitalisering van het onderwijs mag die fysieke menselijke interactie niet in het gedrang brengen.

 

Het digitale afstandsonderwijs heeft ons tijdens de coronapandemie twee dingen duidelijk gemaakt:

  1. Dankzij reeds langer bestaande en nieuwe digitale technologieën kunnen we in het onderwijs op een behoorlijk efficiënte
    manier vanop afstand dingen doen die we tot voor kort alleen (of hoofdzakelijk) analoog en in elkaars fysieke
    nabijheid deden. We gaven tijdens de lockdown online les, we werkten online met collega’s samen, we vergaderden
    online, we overlegden online met ouders en hulpverleners, we professionaliseerden ons online … Afgezien van de
    gebruikelijke beginnersonzekerheden en wat technische problemen – de vraag ‘hoor je mij?’ was misschien wel de
    meest online gehoorde vraag tijdens de coronaperiode – brachten we het er qua efficiëntie al bij al goed vanaf.

  2. Hoe effectief het digitale afstandsonderwijs was (bedoeld: of we onze onderwijsdoelstellingen ook écht bereikten),
    daar hebben we grote vragen bij. Experten vrezen voor een grote leerachterstand; hoe groot die is, zal de toekomst
    moeten uitwijzen. In ieder geval voelden de meesten van ons aan dat er tijdens het corona-afstandsonderwijs iets
    essentieels ontbrak. We konden na verloop van tijd wel efficiënt online lesgeven, maar we hadden het er moeilijk
    mee dat we onze lerenden niet in de ogen konden kijken om te zien of ze ‘mee waren’, en dat er geen ‘ruimte’ was
    voor schouderklopjes om rust en vertrouwen te geven. Vergaderingen, klassenraden, deliberaties en oudercontacten
    verliepen misschien (tijds)efficiënter, maar toch misten we iets. Idem voor professionaliseringen in de vorm van webinars:
    gemakkelijk dat je je nu van thuis uit kon bijscholen, maar het was toch ‘niet hetzelfde’.

Maar wat misten we nu precies tijdens die online-versies van zovele onderwijshandelingen? Het klinkt misschien wat wollig, maar we voelden minder ‘diepgang’, minder (mogelijkheid tot) betrokkenheid, minder ‘warmte’, minder menselijkheid, zelfs een stukje ‘ontmenselijking’. Kortweg: we voelden minder mensen, en dat is nu precies waar het onderwijs om draait (cf. krachtlijn 1: human first). Vormend onderwijs blijkt niet alleen een interactie tussen mensen, een menselijke aangelegenheid, maar a fortiori een interactie tussen mensen in elkaars fysieke nabijheid.

Die fysieke dimensie is zeker belangrijk voor het leren als cognitieve operatie, maar gaat ook verder. Joris Vlieghe, docent wijsgerige pedagogiek aan de KU Leuven, lichtte dat een tijdje geleden in Brandpunt als volgt toe, eerst voor wat het gebruik van digitale technologie in het onderwijs in het algemeen betreft, en vervolgens voor digitaal afstandsonderwijs:

“Wanneer een leraar Nederlands een verzorgde zin op het (krijt)bord schrijft of de wiskundeleraar een nauwkeurige
tekening op het bord maakt, dan hebben leerlingen een rechtstreekse ervaring van een soort van zorg of liefde voor
het vak van de leraar in kwestie. De technologie – in dit geval het krijtbord en het schrijven – maakt dus de relatie
van de leraar tot zijn of haar vak zichtbaar. Eigenlijk toont een leraar daarmee: ‘Dit is in onze wereld belangrijk en
verdient onze aandacht.’ Hij kan die zin ook heel lelijk op het bord schrijven of de tekening zonder enige zorg maken.
Dat fysieke element is een aspect dat grotendeels verdwijnt als je met digiborden en powerpoints begint te werken.
Leerlingen zien veel minder met welke zorg leraren hun materiaal maken.”

“Er bestaat natuurlijk ook heel wat cognitief psychologische literatuur die erop wijst dat die fysieke dimensie van het
lesgeven belangrijk is om het leren, als cognitieve operatie, effectief te ondersteunen. Dat is ook belangrijk, maar
(…). Mij gaat het erom dat leraren doorheen de fysieke dimensie van lesgeven, tonen dat de leerstof voor hen belangrijk
of betekenisvol is. Dat is heel moeilijk wanneer je zit te staren naar een scherm waarin iemand opgesloten zit.
Je kan alleen maar zijn hoofd zien. Of helemaal geen leraar. En we weten intussen allemaal hoe vermoeiend dat is.”

COC staat achter vormend onderwijs waarin onderwijspersoneelsleden vanuit hun passie een stuk van de wereld (klassikaal*) delen met de lerenden. De fysieke component is daarbij essentieel. ‘Lesgeven is door en door een fysieke activiteit’, besluit Vlieghe.

De mogelijkheid tot afstandsonderwijs (als onderdeel van gecombineerd onderwijs) is in het volwassenenonderwijs al sinds 2007 decretaal bepaald (zonder maximumpercentages!). Dat het ‘interactief afstandsonderwijs’ sinds het voorjaar van dit jaar via het Decreet over het hybride onderwijs in het secundair onderwijs ook ruim verankerd zit in het leerplichtonderwijs (mét opgave van maximumpercentages), nog vooraleer er een grondige evaluatie gemaakt is van het reeds bestaande afstandsonderwijs en wetenschappelijk onderzocht is wat de randvoorwaarden voor volwaardig en zinvol digitaal onderwijs zijn, baart ons zorgen en dient met de grootste zorg te worden opgevolgd. Er moeten in ieder geval op schoolniveau duidelijke afspraken over gemaakt worden die passen binnen de pedagogische visie van de school ter zake.

>>> Het moge duidelijk zijn: wil men de digitalisering van het onderwijs op een doordachte, duurzame en democratische manier uitrollen en verderzetten, dan zal men steeds en in alle onderwijssectoren en -niveaus een gezond (lees: wetenschappelijk verantwoord) evenwicht moeten zoeken tussen fysiek contactonderwijs* en digitaal afstandsonderwijs, waarbij voor COC de klemtoon overduidelijk op het eerste moet liggen.

Actiepunten

  • COC vindt dat fysiek klassikaal onderwijs de kern van onderwijs moet blijven en als dusdanig niet zomaar vervangen mag worden door digitaal afstandsonderwijs en/of de veralgemening van gepersonaliseerde leertrajecten.

  • COC eist dat het aandeel van digitaal afstandsonderwijs in ons onderwijs beperkt blijft en dat fysieke contactmomenten tussen onderwijspersoneelsleden onderling en tussen onderwijspersoneelsleden en lerenden, ouders en derden de norm blijven.

  • COC ijvert lokaal voor duidelijke afspraken over digitaal afstandsonderwijs (onder meer over het aandeel en de toepassing daarvan) binnen de pedagogische visie van de school(groep/-gemeenschap) omtrent digitaal onderwijs. Voor het secundair onderwijs dient dat te gebeuren binnen het kader van het Decreet over het hybride onderwijs in het secundair onderwijs, dat in werking trad op 17.04.2023 (en spreekt over ‘interactief afstandsonderwijs’). COC ziet er ook op toe dat die afspraken in het Arbeidsreglement worden opgenomen én gerespecteerd.

  • COC vraagt dat de evaluatie van het digitale afstandsonderwijs (‘interactief afstandsonderwijs’) in het secundair onderwijs in het schooljaar 2027-2028 (zoals voorzien in art. 10 van voornoemd decreet) grondig en correct gebeurt door een onafhankelijke wetenschappelijke instantie.

  • COC zal er in het bijzonder over waken dat de percentages voor digitaal afstandsonderwijs (‘interactief afstandsonderwijs’) in het secundair onderwijs, zoals afgesproken in art. 6 van het voornoemde decreet over hybride onderwijs in de toekomst niet (ondoordacht) opgetrokken worden en integendeel, indien dat nodig blijkt na evaluatie, zelfs weer naar beneden gehaald worden.