Snoeien in facultatieve verlofdagen en pedagogische studiedagen zetten kwaad bloed
Minder pedagogische studiedagen, geen facultatieve verlofdagen meer, altijd opvang voorzien die pedagogisch zinvol is. Dat zijn kort opgesomd de nieuwe maatregelen die minister Demir vanaf 1 september 2026 wil invoeren in het basisonderwijs. Overleg is er daarover nog niet geweest. Jullie reageren ontgoocheld en beschouwen deze ingrepen als een motie van wantrouwen.
Ingreep na ingreep
Na de implementatie van de nieuwe minimumdoelen en de aangekondigde hervormingen in het kader van het taalbeleid, het inclusief onderwijs en het gedrag op school, komt de minister dus opnieuw met een reeks ingrepen die een grote impact hebben op de job van het personeel in het basisonderwijs. Ingrepen die leraren aanvoelen als een motie van wantrouwen en een gebrek aan inzicht in de lokale realiteiten waarin een basisschool functioneert.
Facultatieve verlofdagen weg
De lokale facultatieve verlofdagen worden afgeschaft. Het zijn dagen die vaak een antwoord bieden op lokale noden. Ze haken in op de leefomgeving van de basisschool. Ze afschaffen is een kortzichtige maatregel die weinig of geen impact zal hebben op de onderwijskwaliteit.
Pedagogische studiedagen ingeperkt
In plaats van meer in te zetten op professionalisering perkt de minister ook de pedagogische studiedagen in. Bovendien zullen niet alle leraren tegelijkertijd en als team kunnen deelnemen want er moet ook zinvolle pedagogische opvang voorzien worden op die dagen.
Marianne Coopman: “Als er iets is waarin Vlaanderen achterop hinkt, dan is het wel de professionalisering. Het recente TALIS onderzoek toonde dat nog aan. Het COV wil niet minder maar net meer tijd voor professionalisering. Daarom vraagt het COV om 2 uur professionalisering standaard in te bedden in de kernopdracht van de leraar.”
Gevolgen voor de kwaliteit
De minister verwijst naar het OESO onderzoek Education at a Glance om haar nieuwe maatregelen te ondersteunen. OESO gemiddelden moeten altijd met een korrel zout genomen worden. De groep landen die bevraagd worden zijn zeer verschillend van elkaar wat het gemiddelde uiteraard beïnvloedt.
Marianne Coopman: “Meer lesdagen of meer instructietijd betekent niet noodzakelijk een hogere onderwijskwaliteit. Daar zijn andere dingen voor nodig zoals een goede omkadering, voldoende gekwalificeerde leerkrachten, voldoende ondersteunend personeel en een degelijke continue professionalisering. Dat zijn de zaken waarop de minister moet inzetten, in overleg met de sociale partners.”

