Vervoers- en andere kosten

• Hoe zit het met de vervoerskosten?

  Openbaar vervoer 

  Alle werknemers in de privé of in de openbare sector, inclusief dienstboden en jobstudenten, hebben recht op terugbetaling van een minstens een deel van de kosten die ze met het openbaar vervoer maken voor het woonwerk-verkeer.

  Er is een algemene regeling voorzien voor de terugbetaling van je kosten voor je als je naar het werk komt met de trein.  Dit geldt ook voor de kosten van je woonwerk-verkeer met bus, tram of metro en voor gecombineerde vervoersbewijzen.

  
  

  Vaak hangt het dan nog af van de sector waarin je werkt om te weten hoeveel je precies terugbetaald krijgt.  Lees hier verder en vul zeker je sector in om te weten hoe dit voor jouw situatie geregeld is.

   

  Fiets of wagen

  Sinds januari 2023 is er een algemene regeling voor wie met de fiets komt.  Voor de auto hangt het sowieso af van de sector of het bedrijf waar je werkt

  
  

  💡 Heel vaak hangt de terugbetaling af van de sector waarin je werkt.  Kies daarom nu je sector om meteen te weten hoe dit voor jouw sector geregeld is. 👇

• Ik kom met het openbaar vervoer naar het werk. Hoe zit het met de terugbetaling van mijn vervoerskosten?

  Trein

  Als werknemer in de privé of in de openbare sector, inclusief dienstboden en jobstudenten, heb je recht op terugbetaling van een deel van je treinticket of -abonnement. Het bedrag van de werkgeverstussenkomst hangt af van het soort vervoersbewijs (maandabonnement, driemaandelijks of jaarlijks abonnement) en van de afgelegde afstand.

  • Algemene regeling

  Als er geen tussenkomst voorzien is in de sector of onderneming waarin je werkt, val je terug op de algemene regeling. In deze overzichtstabel kan je nagaan op welke tussenkomst je minimaal recht hebt (laatste aanpassing op 1 juli 2019).

  Dit geldt als minimale verplichting voor de werkgever.  In de meeste sectoren en de grote ondernemingen zijn er betere voorwaarden.  Zo betaalt de werkgever in veel sectoren een groter percentage terug.

  Aanpassing op 1 juni!

  Het ACV ijvert al jaren voor een betere terugbetaling van de vervoerskosten en hogere tussenkomst van de werkgever.  Op 1 juni 2024 wordt de vergoeding die de werkgever betaalt eindelijk opgetrokken van 56,25 naar 71,8 procent! Er is ook afgesproken dat de tussenkomst van de werkgever tot 2029 elk jaar zal stijgen met maximaal 2,5% per jaar.  

  Je vindt de bedragen vanaf 1 juni in deze tabel.

  Verder zijn er ook afspraken gemaakt rond flexi-abonnementen en zullen de maandabonnementen van De Lijn, MIVB/STIB beter vergoed worden. Lees het persbericht van 9 april 2024.

  
  

  • Derdebetalersovereenkomst

  Veel werkgevers hebben een zogenaamde derdebetalersovereenkomst met de NMBS. Dan moet je zelf niets betalen voor je treinabonnement. Ook voor je werkgever is dit voordelig: hij krijgt 20 % korting op de prijs van de treinkaarten.

  Ander openbaar vervoer

  Je hebt ook recht op een tussenkomst van je werkgever in de kostprijs van woonwerk-verkeer met bus, tram of metro voor elke verplaatsing van minstens 5 km vanaf de halte van vertrek.  De bijdrage van de werkgever bedraagt 71,8 % van de werkelijke prijs, met als maximum de tegemoetkoming voor spoorwegtrajecten van 7 km (34 euro per maand).

  De meeste sectoren hebben dankzij sectorale onderhandelingen voordelige regelingen.  

  Gebruik je de trein en ander openbaar vervoer (metro, tram, bus) met een gecombineerd vervoersbewijs? Dan is de tussenkomst gelijk aan deze voor een traject op het spoor over dezelfde afstand.

  Kom je naar het werk met verschillende middelen van openbaar vervoer en met telkens een verschillend vervoersbewijs, dan wordt voor elk vervoermiddel de tussenkomst berekend volgens de regels hierboven.

  De werkgever betaalt de bijdrage op de betaaldag voor de abonnementen. Je moet hiervoor telkens een bewijsstuk indienen zoals bijvoorbeeld een kopie van vervoersbewijs of schriftelijke verklaring dat het traject langer is dan het vastgestelde minimum aantal km.

  💡 Heel vaak hangt de terugbetaling af van de sector waarin je werkt.  Kies daarom nu je sector om meteen te weten hoe dit voor jouw sector geregeld is. 👇

• Wat als je met de auto of fiets naar het werk komt?

  Voor de terugbetaling van woonwerk-verkeer met de wagen bestaat geen algemene regeling. Toch bestaan er heel wat sectorale en ondernemingscao’s die voorzien in de terugbetaling van alle vervoerkosten. Het hangt dus af van je werk of sector of en hoeveel je terugbetaald krijgt.

  Er is eindelijk een algemene regeling voor de fietsvergoeding! Tenzij de vergoeding al geregeld is in je bedrijf of sector, krijg je per km 0,28 euro (bedrag geldig vanaf 1 januari 2024).

  In vele sectoren of bedrijven krijg je een hogere vergoeding. Goed om weten dan:

  • De fietsvergoeding wordt fiscaal en sociaal vrijgesteld  tot 0,35 euro euro/km
  • Er is sinds 1 januari 2023 wel een jaarlijks plafond van 2.500 euro ingevoerd.  Ontvang je op jaarbasis meer, dan moet je er sociale en fiscale lasten op betalen.

   

  💡 Heel vaak hangt de terugbetaling af van de sector waarin je werkt.  Kies daarom nu je sector om meteen te weten hoe dit voor jouw sector geregeld is. 👇

• Krijg je ook een fietsvergoeding als je een firmawagen of een leasefiets hebt?

  In de meeste gevallen kan je op dagen dat je met de fiets naar het werk komt ook een fietsvergoeding krijgen, zelfs al heb je een firmawagen of leasefiets.  Maar het hangt uiteindelijk af hoe dit in je sector of onderneming geregeld is.  

  Opgelet dus:  in sommige sectoren is dit niet het geval, bijvoorbeeld als je werkt onder PC 111 metaal. Dan kan het zijn dat je enkel een fietsvergoeding krijgt als je geen firmawagen of leasefiets hebt.  Check zeker de cao in je sector of je onderneming om te weten hoe dit geregeld is.

  Voorwaarde is vaak ook dat er een zekere regelmaat zit in je verplaatsingen met de fiets moet zitten. Dit kan bijvoorbeeld één keer per week zijn, of een bepaalde periode van het jaar.

• Voor welke andere kosten kan je een vergoeding krijgen?

  Als werknemer kan je bepaalde kosten maken voor je job. Denk aan reiskosten, representatiekosten (speciale kledij), kosten voor overnachtingen, zakenlunches, … Het spreekt voor zich dat deze uitgaven, wanneer ze puur zakelijk zijn, ten laste zijn van de werkgever.

  Hier bestaat evenwel geen nationale wetgeving voor. Sommige sectorale cao’s voorzien in terugbetalingen op forfaitaire basis zoals:

  • de ARAB-vergoeding uit de transportsector: dit is een vast bedrag bedoeld om in snelwegrestaurants naar het toilet te gaan, sanitair te gebruiken, koffie te drinken, …
  • een forfait voor warme en koude dranken die bedrijven doorgaans tijdens de ‘koffiepauze’ of bij extreme temperatuur op de werkplek aanbieden
  • een mobiliteitsvergoeding uit de bouwsector dekt de reistijd van het bedrijf tot aan de werf

  Ook voor reiskosten zijn forfaitaire vergoedingen gebruikelijk.

  Deze vergoedingen maken geen deel uit van het loon. Als je kunt bewijzen dat ze de effectieve kosten dekken of als het om forfaitaire vergoedingen van een redelijk bedrag gaat, worden ze niet belast en betaal je er ook geen sociale bijdragen op.

   

Twijfel niet en word nu lid van het ACV!