FCSOD niet akkoord met pensioenhervorming

Comité A behandelde afgelopen donderdag de wet over de pensioenhervorming. Buiten een pensioenbonus is de hele pensioenwet vooral een achteruitgang. En dat terwijl er de afgelopen tien jaar al drastisch bespaard werd op de pensioenen, vooral op die van de ambtenaren. In plaats van de ambtenarenpensioenen af te breken zou men beter de rustpensioenen in de andere stelsels verbeteren. FCSOD gaat dan ook niet akkoord met de hervorming.
De pensioenhervorming komt er na het pensioenakkoord van 10 juli. De wet maakt het voor werknemers, ambtenaren en zelfstandigen moeilijker om een minimumpensioen te krijgen, voert opnieuw een pensioenbonus in en zorgt voor een aftopping van de perequatie van de ambtenarenpensioenen.
Minimumpensioen
De voorwaarden voor een minimumpensioen voor werknemers zijn al streng. Werknemers moeten een loopbaan van 30 jaar bewijzen en krijgen pas een volledig minimumpensioen na een carrière van 45 jaar. Ambtenaren moeten een loopbaan van 20 volledige jaren voorleggen voor een volledig minimumpensioen. Daar komt vanaf 1 januari 2025 nog een bijkomende voorwaarde bovenop: 5000 werkelijk gepresteerde volle dagen voor werknemers en een daarmee overeenstemmende 189 maanden werkelijk gepresteerde diensten voor ambtenaren. Er worden uitzonderingen voorzien voor zorgverloven, langere afwezigheden om gezondheidsredenen, deeltijdse prestaties als werknemer en voor wie geboren is voor 1970. De lopende pensioenen blijven buiten schot. Vooral mensen met de laagste pensioenen zullen hierdoor getroffen worden.
Pensioenbonus
Vanaf 1 juli 2024 wordt een pensioenbonus opgebouwd bij werkelijke prestaties als werknemer, ambtenaar of zelfstandige na de vroegste pensioendatum. Elke dag prestatie binnen een periode van maximum 36 maanden na de vroegste pensioendatum levert een bonus op. Die bedraagt maximaal 22650 euro of 33975 euro voor mensen met een lange loopbaan. Dat kapitaal wordt eenmalig uitbetaald en is vrij van belastingen en sociale bijdragen. De bonus geldt voor pensioenen die ingaan vanaf 1 januari 2025.
De bonus is een leuk extraatje voor wie in staat is om langer te werken, maar voor zware beroepen is dat niet haalbaar.
Beperking perequatie
De zwaarste besparing binnen de nieuwe pensioenwet zit bij de ambtenarenpensioenen met de hervorming van de perequatie. Dat systeem zorgt ervoor dat pensioenen van ambtenaren stijgen samen met de lonen in hun vroegere sector. Die aanpassing gebeurt om de twee jaar.
Voortaan komt er een plafond op die perequatie waardoor de hoogste ambtenarenpensioenen enkel nog een forfaitaire welvaartsaanpassing krijgen. Onder het plafond wordt de perequatie wel nog volledig toegepast. Daarnaast wordt de welvaartvastheid ook vertraagd: wanneer de perequatie hoger is dan 0,3%, wordt ze opgesplitst in twee jaarlijkse schijven. De helft van de perequatie wordt zo dus met een jaar vertraging toegepast. De ingangsdatum van de regeling is 2025. Reeds afgesloten loonakkoorden worden er buiten gehouden.
Concreet: men raakt hier fundamenteel aan het belangrijkste principe van het perequatiesysteem dat lonen en pensioenen aan elkaar koppelt. Bovendien krijgen ambtenaren voortaan de helft van de perequatie een jaar later en als ze hoger wordt dan 0,6% krijgen sommige pensioenen minder perequatie. Deze maatregel zet een fundamenteel principe op zijn kop en ondermijnt de financiële stabiliteit van gepensioneerden. De uitholling van de perequatie beperkt de welvaartsvastheid en knipt zo de band met de vroegere wedde verder door.
De impact van de aftopping kan behoorlijk oplopen en zelfs pensioenen onder de 2000 euro kunnen onder de nieuwe regeling vallen: het gaat dus helemaal niet om enkel de hogere pensioenen. De regeling zal ook een impact hebben op het sluiten van toekomstige loonakkoorden.
Na al jarenlange besparingen op de opbouw van ambtenarenpensioenen raakt deze federale regering nu dus ook schaamteloos aan de rechten van al gepensioneerde ambtenaren. De FCSOD verzet zich tegen verdere besparingen van de federale regering op kap van het ambtenarenpensioen. Pensioensystemen moeten groeien naar verbetering, zonder de goede en rechtvaardige systemen te ontmantelen.