Werkloosheidhervorming: nóg verder van arbeidsmarkt in plaats van dichter bij werk

Werkloosheidhervorming: nóg verder van arbeidsmarkt in plaats van dichter bij werk
Auteur: Koen Meesters
juni 2025
Wie de programmawet doorneemt die de hervorming van de werkloosheid bevat, kan niet anders dan zich afvragen of de auteurs van de wetgeving en de memorie wel dezelfde zijn. Het beperken van een vervangingsinkomen van de sociale zekerheid naar één tot maximum twee jaar, zonder flankerende maatregelen, is op zijn minst opmerkelijk te noemen als instrument om precariteit te bestrijden.
‘Het globale doel van de hervorming, (…), betreft het bevorderen van de professionele herinschakeling, synoniem voor een verhoogde koopkracht, heropgebouwde sociale rechten en perspectieven op persoonlijke ontplooiing, in een logica van solidaire responsabilisering. Zij weerspiegelt de wil van de regering om de duurzame precariteit te bestrijden, door de duur van de werkloosheid te verkorten, de terugkeer naar werk te versnellen en de ondersteuningsmaatregelen doeltreffender te richten op de meest kwetsbare groepen, terwijl tegelijk een waardige en begeleide overgang wordt gewaarborgd naar werk of, in voorkomend geval, naar andere vormen van maatschappelijke participatie. (…)’ (zie bronverwijzing in het document onderaan). Het is maar een van de opmerkelijke passages die de programmawet rond de hervorming van de werkloosheid bevat.
Het beperken van een vervangingsinkomen van de sociale zekerheid naar één tot maximum twee jaar, zonder de aangehaalde flankerende maatregelen, is op zijn minst opmerkelijk te noemen als instrument om precariteit te bestrijden. Zeker in combinatie met een boycot van de arbeidsmarkt door het dogmatisch vasthouden aan de tijdsbeperking, zelfs als werkzoekenden zich willen omscholen naar een knelpuntberoep waar werkgevers en de samenleving wanhopig naar op zoek zijn.
De Raad van State bevestigt dan ook het nattevingerwerk van de regering én het risico op ongrondwettigheid in verband met de slecht uitgewerkte uitzonderingen op de beperking, zoals de uitzondering voor de opleiding naar verpleegkundige of zorgkundige, terwijl dit evenzeer kan opgaan voor andere knelpuntberoepen.
Het vermoeden van de Raad van State is dan ook correct, aangezien uit de studie die de regering aanhaalt ter verantwoording van die ene uitzondering, blijkt dat er in 2023 in heel België ongeveer 300 beroepen als knelpuntberoep werden gekwalificeerd en dat er zelfs andere onderzochte sectoren ernstigere knelpuntsectoren zijn dan de zorgsector (zie bronverwijzing in het document onderaan). Ook uit diezelfde studie blijkt dat in de zorgsector het gebrek aan geschikte profielen (op te lossen door opleiding) een minder groot probleem is dan de slechte arbeidsomstandigheden inzake het kwalitatieve aspect.
De regering verwijst naar de gunstige resultaten inzake de positieve uitstroom voor de zorgsector, maar die zijn er evenzeer voor bijvoorbeeld de transportsector. Die sector noteert bovendien de beste baanstabiliteitscurve (87 tot 89% van de mensen die aan het einde van de opvolgperiode in de sector werken).
Een eerdere studie van de RVA uit 2023 bestudeerde de tewerkstellingskansen van werkzoekenden die een vrijstelling voor (knelpunt)beroepsopleiding kregen, die aantoont dat de werkzaamheidsgraad van die werkzoekenden na hun knelpuntopleiding 25% hoger ligt dan de controlegroep.
De studie concludeerde onder meer dat voltijdse beroepsopleidingen het meest effectief zijn als instrument wat betreft de terugkeer naar werk, en dan de vooral opleidingen gericht op knelpuntberoepen. Regionaal gezien is het positieve effect van vrijstellingen het grootst in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Bovendien stellen ze een belangrijk neveneffect vast van het volgen van een opleiding: vrijgestelden vallen tot twee keer minder vaak uit vanwege arbeidsongeschiktheid dan andere werklozen, ongeacht de gevolgde opleiding (zie bronverwijzing in het document onderaan).
Naast conjuncturele factoren wijst langdurige werkloosheid vaak op een mismatch op de arbeidsmarkt: de vraag komt niet overeen met het aanbod. De oplossingen zijn daarvoor niet oneindig en liggen logischerwijs aan beide zijden: de verwachtingen in de vacatures moeten worden aangepast én de kwalificaties van de werkzoekenden moeten worden versterkt. Inzetten op aangepaste arbeidsplaatsen en een algemene uitzondering voorzien voor knelpuntberoepsopleidingen lijkt dan ook de logica zelve om de vooropgestelde doelen van een hogere werkzaamheidsgraad, een lagere werkloosheidsgraad en minder langdurige zieken te benaderen.