Neem de openbare sector als voorbeeld: loon- en pensioenkloof is veel kleiner bij de overheid

©Shutterstock
Op 8 maart is het Internationale Vrouwendag en dan is er vaak wat extra aandacht voor de loon- en pensioenkloof. In het Arizona-regeerakkoord wordt de private sector meermaals opgehemeld als model voor de openbare sector. Dat is jammer, want de overheid - en het ambtenarenstatuut in het bijzonder - staat in vele opzichten juist verder dan de private sector, zeker op gebied van gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Besparingen op de overheid dreigen zo de loon- en pensioenkloof tussen mannen en vrouwen te vergroten.
Loonkloof
Volgens het Instituut voor de Gelijkheid tussen Mannen en Vrouwen was de loonkloof in 2022 gemiddeld 7% (dus mannen verdienden gemiddeld 7% meer dan vrouwen), rekening houdende met de verschillen in arbeidsduur. In de privésector bedroeg ze toen 10,2%, in de openbare sector 4,2% en bij vastbenoemde ambtenaren was de loonkloof slechts 3%.
Dat verschil met de private sector is voor een groot stuk te verklaren omdat de publieke sector doorgaans meer gestandaardiseerde loonstructuren en transparantere beloningssystemen hanteert.
Hoewel de loonkloof gemakkelijk te meten is, blijft de werkelijke loondiscriminatie vaak onzichtbaar. Zo worden in de private sector soms andere functietitels gebruikt voor mannelijke en vrouwelijke werknemers, wat leidt tot verschillende loonschalen. Bovendien weten werknemers vaak niet precies wat hun collega’s verdienen, waardoor zelfs duidelijke verschillen onopgemerkt blijven. We kunnen dus vermoeden dat de feitelijke loonkloof in de privésector nog groter is.
Pensioenkloof
Voor de pensioenen zijn de verschillen tussen de openbare sector en de private sector nog groter. De pensioenkloof in de openbare sector (voor vastbenoemde ambtenaren) bedroeg in 2022 net zoals de loonkloof 3%, terwijl die in de privésector maar liefst 25% bedroeg. Vrouwen kregen gemiddeld €1.457 (bruto) pensioen tegenover €1.940 voor mannen. En de pensioenkloof in de privésector blijft stijgen: in 2020 was ze €456, in 2022 was zee gestegen tot €483.
Een verklaring voor de grote pensioenkloof in de privésector kan je onder andere verklaren door de tweede pensioenpijler. Vrouwen kunnen daar veel minder dan mannen op rekenen. Het totale pensioen voor vrouwen die in de privésector hebben gewerkt, inclusief de tweede pensioenpijler, is gemiddeld 28% lager dan dat van mannen. Aangezien ambtenaren nauwelijks gebruik maken van een tweede pensioenpijler blijft ook deze genderkloof in de overheidssector beperkt tot 3%.
Daarnaast is de loopbaanonderbreking in de openbare sector interessanter voor vrouwen omdat er langere periodes van werkonderbreking mogelijk zijn met minder gevolgen voor hun pensioen.
Arizona-regering raakt vrouwen extra hard
Dat de regering De Wever de private sector naar voor schuift als model en zo wil besparen op openbare diensten, kan de loon- en pensioenkloof in de openbare sector ook weer groter maken.
De afbouw van de statutaire benoeming houdt een mogelijke achteruitgang in voor de loon- en pensioenvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van vrouwelijk overheidspersoneel. Bij nieuwe aanwervingen moet de overheid waken over het basisprincipe van gelijk loon voor gelijk werk, wat momenteel het best door de statutaire aanwerving wordt gegarandeerd.
De pensioenmaatregelen van de regering De Wever raken vrouwen extra hard. Bijna 8 op de 10 gepensioneerden die niet voldoen aan de voorwaarde van 35 loopbaanjaren met 156 effectief gewerkte dagen per jaar (in totaal 7020 dagen), zijn vrouwen. Dat komt omdat zij vaker deeltijds werken. Daardoor worden vrouwen onevenredig hard getroffen door de pensioenmalus bij vervroegd pensioen.