Korte vervangingen - convenanten in het katholiek secundair onderwijs

In cao VII werd overeengekomen een tijdelijk project in te voeren betreffende vervangingen van korte afwezigheden van personeelsleden die aangesteld zijn in een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel in het basis- en secundair onderwijs. Dit project werd geregeld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2006 tot invoering van een tijdelijk project betreffende vervangingen van korte afwezigheden, bedrijfsstages en mentorschap. Het project liep gedurende de schooljaren 2005-2006 en 2006-2007 en werd na een evaluatie gedurende één schooljaar verlengd voor het basisonderwijs en bijgestuurd voor het secundair onderwijs.
Na een nieuwe evaluatie gedurende het schooljaar 2007-2008 wordt het systeem voor vervangingen van korte afwezigheden nu definitief ingevoerd.
Voor het basisonderwijs blijft voor de vervangingen van korte afwezigheden hetzelfde systeem van toepassing als de afgelopen drie schooljaren. Dat wil zeggen dat scholen hun vervangingseenheden kunnen aanwenden op basis van de afspraken die zijn vastgelegd in het convenant van het samenwerkingsplatform. Net zoals het voorgaande schooljaar moet een personeelslid dat met vervangingseenheden wordt aangesteld, steeds worden aangesteld in een voltijdse of halftijdse opdracht.
Voor het secundair onderwijs wordt er vanaf schooljaar 2008-2009 voor geopteerd om hetzelfde systeem toe te passen als in het basisonderwijs. Het systeem dat gedurende schooljaar 2007-2008 werd uitgetest, waarbij vervangingen konden gebeuren voor alle afwezigheden van minimaal 6 en maximaal 9 werkdagen, is bijgevolg niet meer van toepassing.
Dit betekent dat de scholen van het secundair onderwijs vanaf schooljaar 2008-2009 een samenwerkingsplatform zullen moeten oprichten waarbinnen ze hun vervangingseenheden kunnen aanwenden, op basis van de afspraken die worden vastgelegd in het convenant van het samenwerkingsplatform. Een personeelslid dat met vervangingseenheden wordt aangesteld, moet in het secundair onderwijs steeds worden aangesteld in een voltijdse opdracht.
Daarnaast wordt het vanaf het schooljaar 2008-2009 zowel in het basisonderwijs als in het secundair onderwijs mogelijk om met de vervangingseenheden een personeelslid aan te stellen voor de duur van maximum één schooljaar, op voorwaarde dat hierover afspraken zijn gemaakt in het convenant.
Het VVKSO verspreidde hieromtrent, in samenspraak met COC, een mededeling. Naast een algemene toelichting werden er drie modellen van convenanten in opgenomen. Noteer
a) dat COC er geen voorstander van is om vervangers voor een langere duur aan te stellen dan de duur van de afwezigheid van het te vervangen personeelslid. Zulke vervanging komt immers niet tegemoet aan de doelstelling van de cao: met name de werkdruk verlichten van leraars door de mogelijkheid te creëren vervangers aan te stellen wanneer de afwezigheid korter is dan 10 werkdagen. Men kan deze mogelijkheid uitsluiten door hierover geen bepaling op te nemen in het convenant.
b) vervangers steeds moeten aangesteld worden met een volledige opdracht. Zulke aanstelling waarborgt hen een deugdelijke dagbezoldiging.
c) dat ook in dienst zijnde personeelsleden met zulke vervangingsopdracht kunnen belast worden. Ze presteren dan meer dan een voltijdse betrekking, maar zullen voor beide opdrachten bezoldigd worden. De cumulatiegrens (max. 1/3 presteren boven een FT) geldt niet bij korte vervangingen.
mededeling vvkso