Hoe zit het met overtijd en overuren?
Werk je voltijds of deeltijds? Ken je rechten en plichten over je arbeidstijd en overuren
Arbeidstijd en overuren
Ontdek hier hoe zit het met je arbeidstijd en uurrooster. En waar je rekening mee moet houden als je overuren maakt of weekendwerk doet.
💡 Je vindt hier eerst de meer algemene regels, de info voor je sector vind je helemaal onderaan.
-
Hoe zit het met overuren?
In de meeste sectoren ligt de weekgrens op 38 uur of lager. Tenzij anders vastgelegd in een cao, maak je dus overuren of doe je overwerk als je bijvoorbeeld meer dan 9 uur per dag of 40 uur per week aan de slag bent.
Het overwerken geeft recht op overloon. Dat wordt in de meeste gevallen gecompenseerd met inhaalrust of 'recup'.
Je mag de dag- en weekgrenzen overschrijden bij een abnormale verhoging van het werk op onvoorzienbare en onregelmatige ogenblikken. Maar hier zijn voorwaarden aan verbonden:
- Er moet voorafgaand toestemming van de vakbondsafvaardiging en arbeidsinspectie zijn.
- Werknemers moeten minstens 24 uur op voorhand verwittigd zijn door aanplakking.
- Zwangere werkneemsters mogen geen overuren doen.
-
Wat met vrijwillige overuren?
De wet betreffende wendbaar en werkbaar werk (5 maart 2017) voerde de zogenaamde ‘vrijwillige overuren’ in.
Om je vrijwillig aan te bieden voor deze overuren moet je als werknemer, voordat je deze uren presteert, een geschreven overeenkomst sluiten met je werkgever.
Dat akkoord is 6 maanden geldig en kan worden vernieuwd als je als werknemer deze overuren wil blijven presteren.
-
Kan je bijkomend loon krijgen in plaats van inhaalrust?
Elke werknemer kan de inhaalrust van 91 overuren per kalenderjaar laten uitbetalen in plaats van deze effectief op te nemen. Dit is een keuzerecht voor de werknemer: de werkgever kan dit niet verplichten.
💡 Pas je profiel aan en check onderaan deze pagina of er voor jouw sector een aparte regeling geldt: in sommige sectoren kunnen er meer dan 91 uren inhaalrust vervangen worden door bijkomend loon.
De 'vrijwillige overuren' moeten nooit ingehaald worden en geven dus recht op bijkomend loon.
Een andere vraag over je contract? 👇
More Info
- Wegwijzer Sociale Wetgeving voor een volledig overzicht van de wetgeving arbeidsrecht en sociale zekerheid.
-
Militant?
- Ga een kijkje nemen op www.hetacv.be/militant en consulteer er de Wegwijzer Sociale Wetgeving (login nodig)
- Lees Vakbeweging digitaal
- Ontdek ook het aanbod van De Vormers.
💡 Veel van de regels hangen af van de sector waarin je werkt. Kies daarom nu je sector om meteen informatie op maat te krijgen.
PC 140.01 - Autobussen en autocars
Openbare autobusdiensten
Diensttijd
De dagelijkse diensttijd is de periode tussen twee dagelijkse rusttijden. De maximale dagelijkse diensttijd is:
- voor openbare autobusdiensten: 12 uur
- voor bijzonder geregelde autobusdiensten: 14 uur
De maximale wekelijkse diensttijd is 70 uur. Als elke dagelijkse diensttijd 14 uur bedraagt, dan mag de wekelijkse diensttijd niet over meer dan vijf dagen verdeeld zijn.
Arbeidstijd
De arbeidstijd kan verschillen van de diensttijd, omdat er naast de effectieve rijtijd nog andere momenten inbegrepen zijn:
- Stationnement: de tijd van stilstand op de lijn
- Administratieve tijd: de tijd die besteed wordt aan het vervullen van de opgelegde werkzaamheden bij aanvang en einde van de prestatie. 15 minuten administratieve tijd wordt in de openbare autobusdiensten beschouwd als deel van de arbeidstijd
- Bijkomend worden 15 minuten per dag in de openbare autobusdiensten beschouwd als deel van de arbeidstijd in geval van een gesplitste dienst, ongeacht het aantal onderbrekingen.
Arbeidstijd (dagprestatie)= Rijtijd + administratieve tijd + max. 15 min. per stationnement
Max. arbeidstijd per dag | 10 u |
Max. arbeidstijd per week | 50 u |
Gem. wekelijkse arbeidstijd per trimester |
|
Bijzondere regelingen arbeidstijd
- Onderbreking: de tijd van stilstand op de stelplaats van vertrek. Een onderbreking is in de diensttijd inbegrepen, niet in de arbeidstijd.
- Onvoorziene prestaties: elke effectieve arbeidsprestatie dewelke bovenop de op de diensttabel voorziene arbeidstijd komt, en waarvan de chauffeur niet de dag tevoren werd verwittigd.
Als je de diensttijd 12 uur overschrijdt, dan wordt 25% van de overschreden tijd aan de arbeidstijd toegevoegd.
Als je binnen een dienst(tijd) een ‘stationnement’ kent van minstens 4 opeenvolgende uren, dan worden er 2 van die uren niet in de arbeidstijd opgenomen.
Als je binnen een dienst(tijd) een ‘onderbreking’ kent van minstens 4 opeenvolgende uren, dan wordt er 1 uur van die periode niet in de diensttijd opgenomen.
Als je met een van die afwijkingen werkt, mag de diensttijd over niet meer dan 5 dagen gespreid worden (pas na machtiging van het paritair comité toegepast worden).
Rusttijd
Dagelijkse rusttijd: de periode tussen twee diensttijden waarover een werknemer vrij mag beschikken. De tijd voor omkleden en wassen voor en na de arbeid en de tijd voor verplaatsing tussen woon- of verblijfplaats en de stelplaats van vertrek zijn daarin inbegrepen.
Als werknemer heb je recht een ononderbroken dagelijkse rust van minstens 10 uur tussen twee dagelijkse diensttijden.
De dagelijkse rusttijd mag om de twee dagen tot 8 uur verkort worden indien het begin en het einde van je diensttijd niet elke dag hetzelfde kenmerk hebben, op voorwaarde dat de gemiddelde duur van de rusttijd over twee weken niet korter dan 10 uur is. Je hebt eens per week recht op minstens dertig opeenvolgende uren rust.
Deeltijds werken
Samengevat komt de regeling hierop neer:
- Je kan afwijken van het principe dat elke werkperiode minstens 4 uur moet duren. In het geregeld en het bijzonder geregeld vervoer moet je per shift minstens 1 uur 30 minuten werken, terwijl het totaal van de arbeidsprestaties per dag niet minder dan 4 uur mag zijn.
- Als deeltijdse werknemer moet je minstens 13 uur per week werken.
Ongeregeld vervoer (autocar)
Rijtijd
Dagelijkse rijtijd:
- maximaal 9 uur
- afwijking: twee keer per week maximaal 10 uur
- na maximaal 6 dagelijkse rijtijden moet je een wekelijkse rusttijd nemen
- uitzondering: In het ongeregeld personenvervoer moet je een wekelijkse rusttijd nemen na maximaal 12 dagelijkse rijtijden.
- per 2 opeenvolgende weken: maximaal 90 uur
- onderbrekingen:
- na 4,5 uur rijden: minstens 45 minuten
- afwijkingen: twee onderbrekingen van minstens 15 minuten en 30 minuten
- Tijdens de onderbrekingen mag je geen andere werkzaamheden verrichtingen. Wachttijd en tijd die niet aan het stuur wordt doorgebracht in een rijdend voertuig, op een veerboot of op een trein worden niet als andere werkzaamheden beschouwd
Dagelijkse rusttijd
Dagelijkse rusttijd: de periode waarin de bestuurder vrij over zijn of haar tijd mag beschikken.
De rusttijd mag je in het voertuig doorbrengen, op voorwaarde dat het voertuig een slaapbank heeft en stilstaat.
Met één bestuurder aan boord
- Minstens 11 achtereenvolgende rusturen per periode van 24 uur.
- Maximaal 3 maal per week kan de rusttijd tot minimaal 9 achtereenvolgende uren verkort worden, op voorwaarde van compensatie met een even lange rusttijd voor het einde van de volgende week.
- Op dagen dat de rusttijd niet ingekort wordt, mag de rusttijd genomen worden in twee of drie afzonderlijke perioden tijdens de periode van 24 uur, waarbij één van die perioden minstens negen achtereenvolgende uren moet bedragen. In dat geval wordt de minimumduur van de rusttijd op 12 uur gebracht.
Met minstens twee bestuurders aan boord
- Elk minstens 9 achtereenvolgende rusturen tijdens elke periode van 30 uur.
Vervoer per veerboot of per trein
- Wanneer een persoon een voertuig begeleidt dat per veerboot of per trein vervoerd wordt, kan een dagelijkse rusttijd (11 uur) tweemaal onderbroken worden door andere activiteiten van niet langer dan telkens 1 uur mits voldoende slaapfaciliteiten.
Wekelijkse rusttijd
Regels
In de loop van elke week moet een van de dagelijkse rusttijden als wekelijkse rusttijd op een totaal van 45 achtereenvolgende uren gebracht worden.
Die rusttijd mag tot een minimum van 24 achtereenvolgende uren gebracht worden als hij in de gebruikelijke standplaats van het voertuig of in de standplaats van de bestuurder wordt genomen.
Verkortingen worden gecompenseerd door een even grote rusttijd die in één keer voor het einde van de derde week volgend op de betrokken week genomen wordt.
Een wekelijkse rusttijd die in een week begint en zich in de volgende week uitstrekt, kan bij de ene of bij de andere week worden gevoegd.
In het ongeregeld internationaal personenvervoer kan een wekelijkse rusttijd van de week waarin hij had moeten worden genomen, naar de volgende week verschoven worden en bij de wekelijkse rusttijd van laatstbedoelde week gevoegd worden.
Afwijkingen
Het controleapparaat: de tachograaf
De tachograaf controleert of de bovenstaande regels nageleefd worden.
Toepassingsgebied
De tachograaf moet geïnstalleerd en gebruikt worden in alle voertuigen die voor personen- of goederenvervoer bestemd zijn en aan de sociale verordening onderworpen zijn.
Elke lidstaat kan echter eisen dat voertuigen die niet met een tachograaf uitgerust moeten zijn (bv. minder dan 3,5 ton MTM), er op zijn grondgebied toch één moeten hebben voor binnenlands vervoer.
Gebruik
De werkgever en de bestuurders moeten toezien op de juiste werking en het juiste gebruik van de tachograaf.
Registratiebladen
De werkgever moet de bestuurder voldoende registratiebladen geven.
De bestuurders mogen geen vuile of beschadigde registratiebladen gebruiken. Ze moeten op de juiste manier beschermd worden. Als het blad waarop gegevens geregistreerd zijn, toch beschadigd is, dan moeten de bestuurders het beschadigd blad bij het reserveblad voegen dat als vervanging wordt gebruikt.
De bestuurders moeten registratiebladen gebruiken vanaf het tijdstip waarop zij een voertuig overnemen. Het registratieblad mag niet voor het einde van de dagelijkse werktijd uit het apparaat genomen worden, tenzij dat toegestaan is.
De bestuurder moet op verzoek de registratiebladen voor de lopende week, het blad van de dag zelf en de 15 vorige dagen waarin hij gereden heeft, kunnen voorleggen.
De bestuurder moet de prestatiebladen van de dag zelf en die van de 28 vorige dagen kunnen tonen.
De werkgever is verplicht de registratiebladen na gebruik voor minstens 1 jaar geordend te bewaren. De bladen moeten op verzoek van de controleurs voorgelegd of overhandigd worden. De onderneming moet de bestuurders op hun verzoek een kopie van de registratiebladen overhandigen.
Controle en sancties
De in België vastgestelde overtredingen zijn er strafbaar, zelfs al werden zij begaan op het grondgebied van een andere lidstaat van de Europese Economische Gemeenschap door in het Rijk verblijfhoudende personen.
De overtredingen worden gestraft met een gevangenisstraf van 8 dagen tot 6 maanden en een geldboete van € 1,24 tot € 248.
In geval van herhaling binnen 2 jaar vanaf de veroordeling mag de straf niet minder bedragen dan het dubbele van de straf die vroeger voor dezelfde overtreding uitgesproken werd.
In bepaalde gevallen kan de rechter bovendien de verbeurdverklaring of de tijdelijke vastlegging van het vervoermiddel bevelen, als dit vervoermiddel eigendom is van de dader van de overtreding of van de mededader of van de medeplichtige.
Overuren
Als de arbeidstijd meer is dan
- 10 uren per dag
- of 50 uren per week
- of 37 uren verspreid over 13 weken.
dan wordt die beschouwd als overuren.
De overuren worden berekend op basis van de arbeidstijd en niet op basis van de diensttijd of amplitude. Dat betekent dat alleen de rijtijd en de andere activiteiten in aanmerking worden genomen. Per stationnement wordt ook rekening gehouden met 15 minuten verplichte aanwezigheid.
Als je overuren presteert, dan krijg je:
- een toeslag van 50 % van het uurloon
- een toeslag van 100 % van het uurloon voor overuren op zon – en feestdagen. Bovendien geven de overuren recht op betaalde compensatierust
Op het ogenblik dat de overuren worden gepresteerd, moet de toeslag betaald worden. Als nadien compensatierust wordt genomen, moet die worden uitbetaald als normale werktijd.
Meer weten?