Overuren of overwerken

Als je meer dan 9 uur per dag of 40 uur per week werkt, ben je aan het overwerken. In vele sectoren ligt de weekgrens op 38 uur of lager.
Als je meer dan 9 uur per dag of 40 uur per week werkt, ben je aan het overwerken. In vele sectoren ligt de weekgrens op 38 uur of lager.
In de meeste sectoren ligt de weekgrens op 38 uur of lager. Tenzij anders vastgelegd in een cao, ben je dus aan het overwerken als je bijvoorbeeld meer dan 9 uur per dag of 40 uur per week aan de slag bent.
Het overwerken geeft recht op overloon. In de meeste gevallen moet het met inhaalrust gecompenseerd worden.
De dag- en weekgrenzen mogen overschreden worden bij een abnormale verhoging van het werk op onvoorzienbare en onregelmatige ogenblikken. Voorwaarden:
De wet betreffende wendbaar en werkbaar werk (5 maart 2017) voerde de zogenaamde ‘vrijwillige overuren’ in. Om je vrijwillig aan te bieden voor deze overuren moet je als werknemer, voorafgaand aan het presteren van deze uren, een geschreven overeenkomst sluiten met je werkgever.
Dat akkoord is 6 maanden geldig en kan worden vernieuwd in de mate waarin je als werknemer nog altijd wenst om deze overuren te presteren.
Elke werknemer kan de inhaalrust van 91 overuren per kalenderjaar laten uitbetalen in plaats van deze effectief op te nemen. Dit is een keuzerecht voor de werknemer: de werkgever kan dit niet verplichten.
Pas je profiel aan en check hierna of er voor je sector een aparte regeling geldt: in sommige sectoren kunnen er meer dan 91 uren inhaalrust vervangen worden door bijkomend loon.
De zogenaamd 'vrijwillige overuren' moeten nooit ingehaald worden en geven dus recht op bijkomend loon.
Op tijd weten hoe en wanneer je moet werken is essentieel. Je werkrooster heeft natuurlijk een groot effect op de werkbaarheid van je job, op de combinatie tussen werk en privé, en vaak zelfs op je loon (denk maar aan de toeslagen voor onregelmatige prestaties).
Arbeidstijd is een complexe aangelegenheid. De uitleg hieronder is bondig. Voor meer informatie kan je terecht bij de ACV-afgevaardigden of in onze secretariaten.
De algemene wetten over arbeidstijd zijn grotendeels geschreven op maat van een voltijdse job, met vaste uren van maandag tot vrijdag. In de non-profit is deeltijds werk eerder regel dan uitzondering. Werken in zorg, welzijn en cultuur is voor velen geen nine-to-five job. Er zijn vroege en late diensten, avondwerk en nachtshiften. Er is weekend- en feestdagwerk.
In de non-profit zijn, naast wetten, ook sectorafspraken nodig. Ook in de instellingen zelf zorgt het ACV voor goede afspraken.
Alle variabele uurroosters die in de instelling gebruikt worden, moeten in het arbeidsreglement staan en goedgekeurd zijn door de ondernemingsraad of de vakbondsafvaardiging. De uurroosters geven het begin en het einde van de shiften aan. Die mogen nooit korter zijn dan drie uur of langer dan elf uur. Na ten hoogste zes uur heb je recht op een pauze.
De wet verplicht ook een rustperiode van minstens elf uur tussen twee shiften en minstens één rustdag in elke week. Je werkgever mag je ook niet voortdurend te veel of te weinig inplannen in de dienstregelingen. In een periode van een trimester moet je contractueel overeengekomen arbeidsduur gerespecteerd worden.
|
In het sociaal overleg met de werkgever zien de vakbondsafgevaardigden van het ACV er op toe dat dienstplanning, werkverdeling, uurroosters en personeelsbezetting evenwichtig en voorzienbaar zijn. |
Hoe tijdig en goed een planning ook is, ze biedt nooit een antwoord op plotse gebeurtenissen (bijvoorbeeld ziekte, onverwachte afwezigheid van een collega, niet voorziene wijziging in de cliëntsituatie ...). Ook daarover zijn goede afspraken nodig. De werkgever kan je nooit eenzijdig verplichten om in te springen voor bijvoorbeeld een zieke collega. Extra werkuren recupereer je op een ander moment. Soms geven ze zelfs recht op extra loon (overloon).
De afspraken over last-minute wijzigingen aan het uurrooster en eventuele compensaties daarvoor, of andere specifieke regelingen in de dienst vind je terug in je arbeidsreglement. Je kan hiervoor ook terecht bij de ACV-afgevaardigden op je werk.
Arbeidstijd in zorg, welzijn en cultuur is een complexe en delicate aangelegenheid. Wie in de sector werkt, kent zowel de noden eigen aan het werk, als het belang van goede arbeidsregelingen voor het eigen welzijn.
Een evenwichtige flexibiliteit is zowel voor de werkgever als voor de werknemers een belangrijk thema.
Om het werk ‘werkbaar’ te houden, zet ACV zich in voor goede en evenwichtige oplossingen. Een degelijke bescherming tegen overdreven flexibiliteit en werkdruk is een must.
Een plotse stijging van de werkdruk en de vervanging van afwezige collega’s kunnen de werkdruk op je dienst gevoelig verhogen. Zeker als er al geen personeel op overschot is.
Sinds 2011 proberen we dit op te lossen met de invoering van mobiele equipes. Dat is een ploeg vanenkele zorgkundigen of verpleegkundigen die inspringen waar het nodig is omwille van bijvoorbeeld een zieke collega.
Ondertussen werken er in België ongeveer 1.500 collega’s in een mobiele equipe in zo’n 600 woon- en zorgcentra.
Het ACV gebruikt cookies voor de goede werking van zijn websites, om informatie op maat aan te bieden en je persoonlijke ervaring te verbeteren. Door te klikken op ‘Accepteer alle cookies’ geef je toestemming voor het plaatsen van analytische en advertentiecookies. Deze kunnen ook door onze partners gebruikt worden. Je kan de cookies zelf instellen via de knop ‘Beheer je voorkeuren’. Ga naar de pagina cookies en voor meer info of consulteer onze policy privacybeleid.