Einde loopbaan in de openbare sector
Loopt je carrière binnen de openbare sector op z'n einde? Dit zijn je mogelijkheden.
-
Einde loopbaan voor vastbenoemde personeelsleden
Je job bij de overheid wordt beëindigd
- als je op rustpensioen gaat
- als je ontslagen of afgezet wordt door een tuchtmaatregel
- als je ontslagen wordt door opeenvolgende negatieve evaluaties
- in andere gevallen die in je statuut staan. Zo staat er in de meeste personeelsstatuten dat je ambtshalve ontslagen bent als je 10 dagen ongewettigd afwezig bent
- als je je burgerlijke en politieke rechten verliest, bijvoorbeeld door een gerechtelijke veroordeling
Als je onrechtmatig ontslagen wordt, dan kan je dat aanvechten bij de Raad van State.
Ergens anders werken met behoud van job
Het statuut regelt voor vastbenoemd overheidspersoneel de situaties waarin je met behoud van je job elders kan werken, bijvoorbeeld in een ministerieel kabinet of een stage of een proeftijd bij andere overheid.
Langdurig afwezig zijn met behoud van job
Sommige statuten voorzien ook de mogelijkheid om langdurig afwezig te zijn om persoonlijke redenen. In dat geval tellen die jaren uiteraard niet mee voor de opbouw van je loopbaan. -
Einde loopbaan voor contractuelen
Arbeidsovereenkomsten kunnen zowel door de werkgever als door de werknemer worden opgezegd. Het arbeidsreglement voorziet de situaties waarin sprake is van dringende redenen.
De werkgever moet de regels van behoorlijk bestuur naleven en heeft dus een hoorplicht.
Geschillen in verband met arbeidsovereenkomsten behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank.
Wees voorzichtig met dadingen naar aanleiding van betwistingen: als een dading wordt aangegaan beëindigt dat volledig de betwisting en heb je niet meer de mogelijkheid om je situatie te betwisten voor de rechtbank.
Raadpleeg bij geschillen of dadingen altijd eerst ons secretariaat.
More Info
PC Openbare zorgsector
Arbeidsduurvermindering in de openbare zorgsector (ADV)
Vanaf 45 jaar genieten bepaalde personeelsgroepen in zorginstellingen van een systeem van arbeidsduurvermindering of ADV-dagen. De arbeidsduurvermindering is geen bijkomend verlof maar een dienstvrijstelling.
Twee categorieën van personeel komen daarvoor in aanmerking:
- Personeel dat ambtshalve recht heeft op vrijstelling van arbeidsprestaties
- Personeel met onregelmatige werkuren (gelijkgesteld personeel)
De vrijstelling bedraagt voor een voltijds personeelslid:
- Vanaf 45 jaar: 96 betaalde uren per jaar
- Vanaf 50 jaar: 192 betaalde uren per jaar
- Vanaf 55 jaar: 288 betaalde uren per jaar
Enkel verpleegkundigen kunnen ervoor kiezen om in plaats van een vrijstelling een premie te krijgen van respectievelijk 5,26%, 10,52% of 15,78% van hun voltijds loon. Als je de twee combineert (dienstvrijstelling en premie) vanaf 50 jaar, wordt de tegemoetkoming toegekend op basis van een opsplitsing in volledige schijven van 2 uur.
Als je deeltijds werkt, heb je recht op een aantal uren vrijstelling (of voor verpleegkundigen een premie) in verhouding met het aantal uren die je wekelijks werkt.
Voorbeeld:
Een personeelslid van 45 jaar werkt voltijds (38 uur per week). Hij heeft recht op 96 betaalde uren per jaar.
Een personeelslid van 45 jaar werkt 24 uur per week. Hij heeft recht op 96 uur x 24/38 = 60,63 betaalde uren per jaar.
De vrijstelling van prestaties moet per kalendermaand in volle dagen worden opgenomen en moet op voorhand worden vastgelegd in het werkrooster.
Wie komt standaard in aanmerking voor ADV-dagen? Klik hier.
Daarnaast: personeel met onregelmatige prestaties (gelijkgesteld personeel)
Het gaat hier om werknemers die onregelmatige uren werken, maar niet behoren tot de bovenstaande personeelsgroep die ambtshalve recht heeft op ADV-dagen. Zij moeten in de 24 maanden die voorafgaan aan de maand waarin ze 45, 50 en 55 jaar worden, minstens 200 uur onregelmatige prestaties hebben verricht bij dezelfde werkgever, in één of meerdere functies. De werkgever moet dan een vergoeding betalen of er moet compensatierust worden toegekend.
De werknemer die geen 200 uur onregelmatige prestaties heeft verricht bij dezelfde werkgever op het ogenblik dat hij 45, 50 en 55 jaar is, krijgt het statuut van gelijkgesteld personeel en krijgt een vrijstelling van arbeidsprestaties vanaf het moment waarop hij binnen 24 maanden die 200 onregelmatige uren heeft gewerkt.
De deeltijdse tewerkgestelde werknemers moeten bewijzen dat ze in een periode van 24 maanden het aantal onregelmatige uren hebben gewerkt dat in verhouding overeenkomt met 200 uren voor voltijdse werknemers.
Bijkomend verlof voor 52-plussers
Personeelsleden van zorginstellingen die niet kunnen genieten van een systeem van arbeidsduurvermindering (ADV) komen vanaf 52 jaar onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor bijkomend verlof. In tegenstelling tot ADV, dat wordt toegekend in de vorm van een dienstvrijstelling, wordt het “bijkomend verlof +52 jaar” toegekend in de vorm van extra verlofdagen.
- 52 jaar: 5 dagen
- 53 jaar: 8 dagen
- 54 jaar: 10 dagen
- 55 jaar: 13 dagen
- 56 jaar: 15 dagen
- 57 jaar: 18 dagen
- 58 jaar: 20 dagen.
In tegenstelling tot ADV, dat een verplichte regeling is, is het bestuur niet verplicht om het bijkomend verlof +52 jaar toe te kennen aan hun personeelsleden. Als de werkgever de regeling toepast, ontvangt hij een tegemoetkoming om de vervanging van de betrokken personeelsleden te financieren.
Meer weten?