De Lijn kraakt, en de politiek kijkt weg
Jarenlange besparingen hebben het openbaar vervoer volledig uitgehold. De gevolgen zijn voelbaar tot in de cabine van de bus: onvoorspelbare werkroosters, gesplitste diensten, minimale rustpauzes en een werkdruk die de grenzen van het de haalbaarheid opzoekt. In landelijke gebieden verdwijnen ritten tijdens daluren, terwijl op piekmomenten de druk op chauffeurs enorm toeneemt. Het resultaat? Stress, ziekteverzuim en een stijgende leegloop.
Voor onderaannemers is de situatie nog schrijnender. Voltijdse contracten zijn nauwelijks nog haalbaar. Chauffeurs moeten tot 14 uur per dag, vijf dagen per week beschikbaar zijn. En dat terwijl ze slechts voor 35 uur betaald worden. Dat is geen moderne arbeidsorganisatie. Dat is uitbuiting onder het mom van flexibiliteit.
De politieke verantwoordelijkheid ligt grotendeels bij de bevoegde N-VA minister, maar ook de andere regeringspartijen volgen deze besparingslogica zonder noemenswaardige tegenkanting. Beleidskeuzes die het openbaar vervoer en zijn uitvoerders onder druk zetten, verdienen veel meer dan stilzwijgend instemmen.
Chauffeurs vervoeren dagelijks het kostbaarste bezit van gezinnen. Maar zelf hebben ze geen recht op tijd met hun eigen gezin? Een chauffeur is méér dan iemand die vooraan zit in een uniform en een bus bestuurt. Het zijn mensen, met dromen, grenzen en een leven buiten het stuur.
Werkbaar werk moet de norm zijn. Niet een systeem dat kraakt onder zijn eigen gewicht. Zonder voldoende middelen, ruimte en visie is het onmogelijk om duurzame oplossingen te creëren. Werkbaar werk is een gedeelde verantwoordelijkheid van overheid, werkgevers én werknemers.

