Op 17 oktober kwamen de werkgevers en vakbonden binnen de sector van de erkende controleorganismen tot een nieuw sectorakkoord voor de periode 2023-2024.

• De reistijd voor de inspecteurs wordt aangepakt

In dit akkoord zijn de werkgevers en vakbonden het eens geworden dat er iets moet gedaan worden aan de cao die werd afgesloten in 1977 waarin er afspraken werden gemaakt rond de reistijd die de werknemer met een controlefunctie zelf ten laste neemt.

In het akkoord van 1977 werd er afgesproken dat dit dagelijks maximaal 45 minuten heen en 45 minuten terug mocht bedragen met een maximum van 7 uren per week.

Tussen 1977 en vandaag zijn er echter veel zaken veranderd. In 1977 beheerden de inspecteurs hun agenda autonoom. Zij maakten met de klanten zelf afspraken wanneer een controle zou doorgaan en hadden veel vrijheid bij het invullen van hun agenda. De werkgever wachtte op hun verslag en stuurde dan een factuur naar de klant.

Vandaag worden de meeste inspecteurs door een interne planningdienst naar een klant gestuurd,  veelal ondersteund door een digitale tool en telefonische tussenkomsten vanuit de planningdienst. De inspecteurs staan dus duidelijk veel meer dan vroeger vanaf ’s morgens tot ’s avonds ter beschikking van de werkgever en hebben veel minder dan vroeger de vrijheid hun daginvulling zelf te bepalen. De reistijd zoals bepaald in de cao van 1977 is in de loop van vooral de laatste 10 jaren zeer sterk opgeschoven naar ‘arbeidstijd’.

De werkgevers en vakbonden zijn overeengekomen dat de cao van 1977 moet aangepast worden en dat de reistijd die de werknemer ten laste neemt, moet verminderd worden.

We zijn ons zeer bewust dat deze aanpassing voor de erkende controleorganismen grote gevolgen heeft, zowel op financieel als op organisatorisch vlak.

De werkgevers en de vakbonden geven zichzelf 2 jaren om hierover op een duurzame manier nieuwe afspraken te maken.

Om duidelijk te tonen dat de partijen het menen spraken we af dat de maximale reistijd per week vanaf 1 januari 2024 vermindert naar maximaal 6 uren per week.  Indien de werkzaamheden van de komende twee jaren niet resulteren in nieuwe, gunstigere afspraken vermindert de reistijd vanaf 1 januari 2026 naar maximaal 5 uren per week.

Het spreekt vanzelf dat ondernemingen die al binnen hun onderneming betere afspraken hebben gemaakt deze behouden.

• Koopkracht

Door de door ons verfoeide loonnormwet was er geen ruimte om loonsverhogingen af te spreken. Alleen over de zogenaamde eenmalige koopkrachtpremie kon een akkoord worden gemaakt. Dat is dan ook gebeurd.

Indien je in een onderneming werkt waar in 2022 meer winst werd gemaakt dan het gemiddelde van de periode 2018-2021, dan heb je recht op een koopkrachtpremie van 400 €.

Heeft uw onderneming het in 2022 uitstekend gedaan en is de winst in 2022 dubbel zo groot als deze in de periode 2018-2021, dan heb je recht op een premie van 600 €.

Deze premie is een nettopremie, dus vrij van RSZ en belastingen. De werkgever betaalt wel een RZS-bijdrage van 16,5 % bovenop deze nettopremie.

Jullie werkgever moet het personeel of de syndicale delegatie als die er is tegen ten laatste 1 december 2023 meedelen op welke premie jullie recht hebben. Er is dan nog de mogelijkheid om binnen de onderneming betere afspraken te maken. Het systeem van de koopkrachtpremie bedraagt wettelijk wel maximaal 750 €.

• Landingsbanen worden verlengd tot 30 juni 2025

De sector verlengde de bestaande afspraken rond de landingsbanen en SWT. Vooral de verlenging van de landingsbanen zijn hierin zeer belangrijk. Dit maakt het mogelijk om vanaf de leeftijd van 55 jaar je loopbaan te verminderen met 20 of 50 %. Als je meer dan 35 jaren hebt gewerkt heb je recht op een tussenkomst van de RVA.

Tevens wordt er voor oudere werknemers die een andere, lichtere functie willen opnemen binnen de onderneming de mogelijkheid geboden om in een zogenaamde zachte landingsbaan te stappen. Dit kan vanaf de leeftijd van 58 jaar waarbij het eventuele loonverlies voor een deel kan worden opgevangen door een werkgeversbijdrage van 100 €. Vanaf 60 jaar kan je je loopbaan ook verminderen met 20 %. Dit is vooral belangrijk voor werknemers die onvoldoende jaren hebben gewerkt en dus niet in aanmerking komen voor een landingsbaan.

• Overige afspraken

1. De fietsvergoeding voor woon-werkverkeer wordt opgetrokken naar 0,27 €/km
2. Het individueel recht op vorming wordt stapsgewijs opgetrokken van 2 dagen in 2023 naar 5 dagen in 2026
3. Er komt er een sectoraal recht op onbeschikbaarheid voor de ondernemingen die nog geen bedrijfsovereenkomst hadden afgesloten.