Deze week lanceert het gemeenschappelijk vakbondsfront van de dienstenchequesector een grote sensibiliseringscampagne om aandacht te vragen voor de penibele situatie van de huishoudhulpen. “Eén euro is één euro” is meer dan een slogan. Deze federale campagne eist dat de bruto verhoging van de dienstencheque met €1 per uur, zoals besloten door de Vlaamse, Waalse en Brusselse regering, rechtstreeks naar de lonen van de huishoudhulpen gaat en dat vanaf 1 januari 2025! 

 

De drie gewesten hadden deze boodschap zeer duidelijk gehoord, vandaar de verhoging van de dienstencheque met €1 per uur en dat ten voordele van de huishoudhulpen. Werkgeversfederatie Federgon heeft jammer genoeg nog eens haar gebrek aan respect voor deze werkneemsters getoond. De federatie besloot, op verschillende manieren en naargelang het gewest, dat de werkgevers de vruchten moeten plukken van deze verhoging.

 

Dit is toch wat overdreven, als je weet dat de 20 grootste bedrijven vorig jaar samen €50 miljoen winst maakten. Waar dat geld naartoe is? In de zakken van de aandeelhouders! En dat terwijl deze 20 bedrijven meer dan de helft van het marktaandeel bezitten en voor 75.000 huishoudhulpen verantwoordelijk zijn.

 

Onze boodschap is duidelijk: één euro is één euro, en we eisen dat deze verhoging volledig ten goede komt aan de huishoudhulpen. Deze job behoort tot de top drie laagstbetaalde beroepen. De hardwerkende werkneemsters verdienen dit dubbel en dik! Klanten zijn daarbij niet bereid om €1 extra te betalen als dat geld in de zakken van de bedrijven terechtkomt. Zij willen er zeker van zijn dat de extra euro rechtstreeks naar hun huishoudhulp gaat. De vakbonden eisen daarom dat de regeringen hun verantwoordelijkheid nemen zodat de middelen effectief bij de huishoudhulpen terecht komen.