ACV opnieuw de grootste
De sociale verkiezingen zitten erop. Op 9 december heeft de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg de resultaten bekendgemaakt.
In een jaar als geen ander waren dit ook verkiezingen als geen andere. Eerst werden de sociale verkiezingen, die normaal gezien in het voorjaar zouden plaatsvinden, door de eerste lockdown uitgesteld naar het najaar. Toen die uitgestelde verkiezingen eraan kwamen, werden, naar aanleiding van opnieuw verslechterende coronacijfers, weer maatregelen genomen die een invloed hadden op het gangbare verloop van de verkiezingen.
Minder stemmen
Een eerste vaststelling: er werden dit keer minder stemmen werden uitgebracht, behalve bij de kaderleden. Daar is het aantal stemmers gestegen. Wendy Govaerts van de Dienst Onderneming, Studie en Vorming (DOSV) van ACV Bewegingsverbond Vlaams-Brabant: ‘Het klopt dat er minder mensen gestemd hebben, behalve bij de kaders, inderdaad. Dat kan verschillende oorzaken hebben. De bedrijven zullen zelf moeten evalueren hoe dat juist komt, maar als we de algemene tendensen zien, kunnen we wel al besluiten dat corona flink wat roet in het eten gegooid heeft.’
Govaerts legt uit: ‘Ten eerste werd de procedure opgeschort in maart, vlak na het indienen van de kandidatenlijsten. De kiezerslijsten waren in februari opgemaakt, dus daar kon niets meer aan veranderen. Heel wat mensen die op de kiezerslijst stonden, werkten in november niet meer in de onderneming en omgekeerd. Mensen die na februari in dienst gekomen zijn, konden niet meer op de kiezerslijst. In een gewone verkiezingsperiode is dit uiteraard ook zo, maar dan zit er tussen het opmaken van de kiezerslijst en de verkiezingen amper 3 maanden. Nu was dit 8 maanden!’
Een andere verklaring ziet Govaerts in het elektronisch stemmen: ‘Nog voor corona werd de wetgeving rond elektronisch stemmen versoepeld. Voor het eerst kon er niet alleen in een stembureau ter plaatse elektronisch gestemd worden, maar ook van op de gebruikelijke werkplek van bijvoorbeeld tele- en thuiswerkers. Daarover moest in februari een akkoord gemaakt worden. We zagen toen dat werkgevers daar niet echt warm voor liepen. Het was te duur, niet betrouwbaar, te veel gedoe… Bij de heropstart van de procedure in september is deze wetgeving, dankzij onze onderhandelaars, door de tweede lockdown nog versoepeld. Akkoorden tot elektronisch stemming konden nog gesloten worden mits unaniem akkoord. In ondernemingen waar er zo’n akkoord gesloten werd, zien we het aantal stemmers toenemen. Logisch, want heel veel mensen werken van thuis uit. Dit was zeker zo voor de kaderleden. Maar daar waar de sociale partners er niet in geslaagd zijn om zo’n akkoord te maken, daalde de participatiegraad. Mensen zijn niet altijd geneigd om zich naar het werk te verplaatsen, enkel en alleen om hun stem uit te brengen.’
Stemmen per brief
Haar collega Kristel Mommaerts voegt toe: ‘Het zijn vooral kaderleden en bedienden die van thuis uit digitaal kunnen stemmen. Arbeiders hebben die mogelijkheid vaak niet. In veel bedrijven werd aan de arbeider de mogelijkheid gegeven om digitaal te stemmen in het stembureau. Om de stemming zo coronaproof mogelijk te laten gebeuren, werd ook het stemmen per brief mogelijk gemaakt. Maar het is niet altijd evident om je oproepingsbrief en stembrief, die aangetekend verstuurd worden, op te halen in het postkantoor, zeker niet als je onregelmatige uren werkt. Naar het postkantoor gaan om je stembrief op te halen en nog eens teruggaan om je stembrief te versturen: dat is voor veel mensen een drempel.’
Vlaams-Brabant
En hoe zit het met het genderevenwicht in onze regio? Dirk Swysen: ‘Als we kijken naar het aantal vrouwen dat verkozen is, zien we een groot verschil tussen de arbeiders en de bedienden. Bij de bedienden doen we het op dit vlak zelfs beter dan de nationale tendens: we gaan van 44 naar 47 %. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat er in onze regio heel veel bediendenkiescolleges zijn. Bij de bedienden ligt het aandeel vrouwen in de tewerkstelling sowieso een stuk hoger. Bij de arbeiders is het genderevenwicht nog een probleem: slechts 24 % van de mandaten gaan daar naar vrouwen. We komen daar van 22, dus we boeken vooruitgang. Maar het aandeel vrouwen is er nog steeds zeer laag, en weerspiegelt zeker niet het aantal vrouwen dat is tewerkgesteld in de arbeiderssectoren. Daar is nog werk aan de winkel in de aanloop naar de volgende sociale verkiezingen!’