Alle hens aan dek
Alles en iedereen wordt op meerdere manieren geconfronteerd met de gevolgen van de coronacrisis. Ook ACV Brussel-Vlaams-Brabant ontsnapt er niet aan. ‘Sinds 16 maart 2020 zijn onze kantoren gesloten om de maatregel van social distancing te respecteren en verloopt onze dienstverlening via telefoon, e-mail, brievenbus en internet,’ vertelt Erik De Cock, coördinator dienstverlening. Een hele uitdaging want ook bij ACV Brussel-Vlaams-Brabant liepen ondertussen tienduizenden aanvragen tijdelijke werkloosheid binnen.
40.000 tijdelijke werklozen
Waar sommige bedrijven en organisaties nu noodgedwongen op een lager pitje draaien, is het bij ACV Brussel-Vlaams-Brabant net alle hens aan denk. Binnen de dienstverlening neemt de dienstverlening aan werklozen een belangrijke plaats in. Chris Vanmol, voorzitter van ACV Alliantie Brussel-Vlaams-Brabant: ‘We zeggen heel bewust werklozen. Er is immers een verschil van werkloosheidsgraad binnen onze Alliantie Brussel-Vlaams-Brabant. Binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden we geconfronteerd met heel wat volledig werklozen – die blijven werkloos, ook in tijden van het coronavirus. Deze leden blijven onze dagelijkse aandacht vragen. In Vlaams-Brabant daarentegen zijn er minder volledig werklozen. Maar ten gevolge van de tijdelijke werkloosheid is het aantal betalingen bijna verdubbeld zeker in Vlaams-Brabant. Voor het geheel van de Alliantie zijn er tot 17 april 2020 een kleine 40.000 tijdelijke werklozen betaald.’Weekendwerk
Hij vervolgt: ‘Al het werk rond de tijdelijke werkloosheid komt boven op ons gewone werk. Collega’s die normaal 4/5 werken, zijn daarom tijdelijk, op vrijwillige basis, fulltime gaan werken. Bijna iedereen heeft ook het verlof dat al was aangevraagd, weer ingetrokken. En we werken al vier weken ook op zaterdagvoormiddag. Dat hebben we zelf voorgesteld. Dat is een inspanning die we graag leveren om door deze moeilijke periode te raken. We doen dit omdat we ons de situatie van onze leden aantrekken. Dit is geen nine-to-five job.’
Race tegen de klok
De provinciale werkloosheidsdienst is de tweede lijn, zeg maar. Rebecca De Geyter, diensthoofd Werkloosheid: ‘Onze mensen op de gewestelijke werkloosheidsdienst proberen alle uitzonderlijke gevallen te behandelen. Zij proberen ook de geblokkeerde betalingen zoveel mogelijk te deblokkeren. Wij proberen de binnenkomende vragen binnen de 24 uur te verwerken, zodat de mensen die vragen hebben rond hun betaling zo snel mogelijk betaald worden.’
De Cock: ‘Er is vandaag nog een aantal mensen niet betaald. De redenen daarvoor zijn divers: technische problemen in de integratie, fouten in de elektronische documenten van de werkgever, ontbrekende documenten… Het is voor ons de grote uitdaging om die betalingen zo snel mogelijk erdoor te krijgen. Het is werkelijk een race tegen de klok.’
Rebecca De Geyter: ‘Het werk wordt nog bemoeilijkt doordat de regels over de tijdelijke werkloosheid voortdurend veranderen. We proberen onze medewerkers op de hoogte te houden via een systeem van dagelijkse mails. Maar de informatie die we nu binnen krijgen kan over een uur alweer veranderd zijn. Vooral in het begin van de coronacrisis was informatie snel achterhaald. Dat maakt het moeilijk werken.’
Carine Van Gossum, die in Leuven op de gewestelijke werkloosheidsdienst werkt, bevestigt: ‘De regelgeving is dan wel “vereenvoudigd”, maar ze wijzigt dikwijls. Daar is dus niks “eenvoudigs” aan. Gelukkig volgen onze collega’s-opleiders dat op de voet op. Zij bezorgen ons samenvattingen van wat er nieuw is. We moeten natuurlijk wel de tijd hebben om die samenvattingen te lezen.’
Hoog toerental
De Cock: ‘Het succes van de betaling van de tijdelijke werkloosheid is te danken aan een samenwerking van groepen medewerkers die normaal los van elkaar werken en elk een heel eigen opdracht hebben. De dienstverleners in de dienstencentra en de professionals van de gewestelijke werkloosheidsdienst houden zich altijd al bezig met werkloosheid. Maar de centrales, die normaal gezien instaan voor de collectieve belangenbehartiging van de werknemers, de bewegingsploegen, de administratieve collega’s: allemaal hebben ze hun eigen werk helemaal opzijgeschoven om mee te komen helpen. In eerste instantie hebben ze maximaal meegeholpen om de aanvragen tijdelijke werkloosheid te verwerken. Daarna hebben ze, om de vele duizenden vragen te kunnen beantwoorden die via mail en telefoon binnenkomen, gezegd: oké, wij schuiven ons werk maximaal opzij en gaan mee helpen om te antwoorden op de vragen van de leden, soms simpel, soms zeer ingewikkeld. Iedereen is aan een zeer hoog toerental aan het werken.’
Hij besluit: ‘Ik ben verheugd te merken dat werkelijk iedereen binnen ACV Brussel-Vlaams-Brabant hier mee zijn schouders onder gezet heeft. Ik wil dan ook al onze medewerkers bedanken voor de geleverde inspanningen en voor de inspanningen die we nog een aantal weken zullen moeten volhouden. Zij zetten zich elke dag in voor de belangen van onze leden in deze Corona-crisis.’
Vanmol beaamt: ‘Dit is ons enkel gelukt door de samenwerking die er is: de diensten en de collega’s van de Confederatie, onze dienstverleners, administratieve collega’s, propagandisten van de bewegingsverbonden en de centrales, het secretariaat… kortom: bij zwaar weer helpt iedereen.’
Chris Vanmol wijst er ook op dat de dienstverlening aan leden in deze periode niet beperkt blijft tot tijdelijke werkloosheid. Een ander aspect is de ondersteuning van de militanten en werknemers die aan het werk blijven in de essentiële bedrijven. Vervoer, veiligheid, gezondheid, physical distancing, …: ook daarover komen veel vragen binnen. Die worden dan opgenomen door onze propagandisten van de bewegingsploegen en de secretarissen van de centrales.’ Vanmol besluit: ‘Er gebeurt ontzettend veel werk door onze collega’s. Ik kan alleen maar zeggen: hoedje af en dikke merci!’