Deze regering bespaart op wie en wat werkt
De federale regering schrapt de RSZ-korting op arbeidsduurvermindering. Minder werken is nochtans geen geitenwollensokkendroom, vindt Lieveke Norga van ACV Puls. Je vermijdt ermee dat nog meer mensen langdurig ziek worden. Dit artikel verscheen als opiniestuk in De Standaard.
In het heetst van de begrotingsdebatten kwamen de vakbonden recent met een grondige analyse van de stuitende hoeveelheid overheidsmiddelen die zonder resultaatsverbintenis naar de bedrijfswereld vloeien. Een meer doelmatige en selectieve inzet van die collectieve steun combineert een begrotingsoplossing met meer maatschappelijke return.
Cynisch genoeg is één van de weinige categorieën van steun aan bedrijven die sneuvelde in de nachtelijke november-onderhandeling er nu precies eentje die in de context van langere loopbanen bijzonder zinvol kan zijn. De RSZ-korting op arbeidsduurvermindering liet sinds 2001 werkgevers toe om via sociaal overleg de wekelijkse arbeidsduur te verminderen, en daar gedurende een bepaalde periode een vermindering op de RSZ-bijdrage voor te krijgen. Ook 20 jaar geleden was de betrachting daarbij de levenskwaliteit van werknemers te verbeteren door een betere balans tussen werk en privéleven. Hoewel de impact op de begroting verwaarloosbaar is (geschat op zo’n 15 miljoen euro), is de keuze exemplarisch voor het gebrek aan loopbaanvisie van de Arizonaregering.
Vergelijk onze loopbaan met een autostrade. Wat deze regering doet is zonder overleg de eindbestemming enkele honderden kilometers verder weg schuiven, afritten afsluiten, rustplaatsen om energie bij te tanken afschaffen en de minimale snelheid onderweg stelselmatig verhogen. Overuren, nachtarbeid, gezinsonvriendelijke werkuren; allemaal hebben ze een aangetoond negatief effect op de volksgezondheid, maar Arizona maakt er overheidsbudget voor vrij.
De ratrace
Het voorspelbare resultaat is meer accidenten met bijhorende uitval onderweg, te betreuren voor de individuele betrokkenen, met bovendien een zware kost voor de gemeenschap. Wie mensen duurzaam aan de slag wil houden, investeert in een loopbaan en arbeidsmarkt die dat waarmaakt. Vandenbroucke kan zoeken naar 100.000 langdurig zieken die alsnog productieve arbeid zouden kunnen leveren, slimmere keuzes zorgen er voor dat de instroom in de ziekteverzekering preventief tegengegaan wordt; En daar is een geleidelijke, planmatige verlaging van de wekelijkse arbeidsduur een essentieel onderdeel van. Onze huidige 38-urenweek houdt geen rekening met de massale intrede van vrouwen op de arbeidsmarkt sinds de jaren ’80, waardoor we vandaag op gezinsniveau meer uren kloppen per week dan 70 jaar geleden.
Een kortere werkweek is het beste antwoord op de ratrace die we met zijn allen zo scherp aanvoelen. Ze zorgt voor meer rust, waardoor meer mensen werk en gezin gezond kunnen combineren. Bij een krapper wordende arbeidsmarkt met toenemende personeelsnoden bijvoorbeeld in de zorgsector, is een innovatieve benadering van het loopbaanvraagstuk absoluut noodzakelijk om niet in een impasse te verzeilen. Slimme werkgevers nemen hier zelf experimenteel initiatief; vraag maar aan de bedrijfsleider van AFAS die de vierdagenweek met loonbehoud invoerde als succesvol wapen in de war for talent.
Tijd als luxeproduct
In mobiliteit, voedingsgewoonten en vrije tijdsbesteding komt er meer ruimte voor keuzes die goed zijn voor de volksgezondheid én onze natuurlijke leefomgeving. De storm die artificiële intelligentie in onze werkorganisatie aankondigt, creëert momentum voor een publiek debat over nieuwe evenwichten. Of laten we ABN AMRO de toon zetten; de bank schrapt een kwart van haar tewerkstelling om winsten te verhogen door de inzet van AI.
Menselijke vooruitgang betekent dat technologische vernieuwing rendeert in levenskwaliteit en ontwikkeling van onze collectieve beschaving; een kortere werkweek is een tastbare stap in de goeie richting, maar vergt flankerend overheidsbeleid om de weg te wijzen. Zo vermijden we dat meer tijd voor tijd een luxeproduct wordt voor wie er wat koopkracht voor kan opofferen via individuele systemen. Dat de kortere werkweek als recept méér is dan een geitewollensokkendroom toont een recente hoorzitting in het Europees Parlement, waar meerdere Europese experimenten positief geëvalueerd werden. Een geleidelijke, planmatige invoering via het sociaal overleg per sector laat toe om rekening te houden met werkorganisatie en de aard van de economische activiteit, zodat productiviteit niet in het gedrang hoeft te komen. Betrokkenheid van werknemers en het volop benutten van de ervaren wijsheid vanop de werkvloer is daarbij essentieel.
Een pleidooi voor structurele hervormingen
Het schrappen van deze beperkte subsidie is dus symptomatisch voor een beleid dat zich enkel bekommert om het sluiten van de cijfers, niet om het bouwen aan een arbeidsmarkt die toekomstbestendig is. De regering lijkt geen oog te hebben voor de structurele hervormingen die noodzakelijk zijn in het licht van technologische vooruitgang, demografische veranderingen en de toenemende druk op de mentale gezondheid. In plaats van te investeren in maatregelen die de werkbaarheid van jobs verhogen en de veerkracht van de samenleving versterken, wordt gekozen voor de gemakkelijkste weg: besparen op wie en wat werkt.
