Grote lacunes in Vlaams actieplan industrie

Vlaams minister-president Diependaele stelde vandaag een actieplan industrie voor. Het is positief dat de Vlaamse regering oog heeft voor de Vlaamse industrie die door zwaar weer gaat. Maar het is tegelijk bijzonder verbazend dat de sociale partners niet betrokken waren bij de uitwerking van dit actieplan. Dat gebrek aan betrokkenheid straalt rechtstreeks af op de kwaliteit van het actieplan.
Het ACV en zijn industriecentrales ACV-CSC METEA, ACV BIE, ACV Voeding en Diensten en ACV Puls stellen vast dat er grote lacunes in het plan zitten. Dit had kunnen én moeten voorkomen worden.
Het actieplan steunt onevenredig veel op de input van de sectorfederaties. Daardoor ontbreken essentiële aspecten van een evenwichtige toekomstvisie.
De aandacht voor energieprijzen, meer circulariteit, een goede infrastructuur zijn evidente voorstellen, waar ook werknemers zich achter scharen. Ze liggen in het verlengde van de diagnose die al herhaaldelijk op Europees vlak werd gesteld. Het recupereren van goede beleidsvoorstellen van de vorige regering zoals de Klimaatsprong of het Moonshotprogramma om de decarbonisatie van de Vlaamse economie te begeleiden zijn gelijkaardige inkoppers.
Maar oplossingen voor belangrijke knelpunten in de Vlaamse industrie ontbreken:
- Vlaanderen is een koploper in onderzoek, ontwikkeling en innovatie, vertelt men trots. Maar de daaruit voortvloeiende productieactiviteiten worden vervolgens vaak opgestart in het buitenland. Er moet meer ingezet worden op onderzoek dat kwaliteitsvolle Vlaamse tewerkstelling voor kort- en middengeschoolden creëert en verankert. Dat kan door innovatie op gebieden waarvan we weten dat er dringende lokale noden zijn, zoals de zorg, hernieuwbare energie, duurzame woningen,...
- Er is nauwelijks aandacht voor de werkbaarheid van industriële jobs. Het aan boord houden van de huidige werknemers en hun onschatbare know-how is in tijden van arbeidskrapte essentieel. Er wordt enkel lippendienst verleend aan ‘werkbaar werk’ zonder concrete voorstellen. Terwijl oudere werknemers in de industrie kreunen onder de werkdruk. Men wil jongeren via het onderwijs motiveren om ingang te vinden in de industrie, maar laat dus tegelijkertijd de uitgang wagenwijd open staan.
- Er staat een veel te voorzichtige aanzet in het plan om lokale overheidsopdrachten beter in te zetten om duurzame afzetmarkten te genereren. Overheidsaankopen vormen 15% van de markt. Deze hefboom moet zo snel mogelijk ingezet worden om duurzaamheid en lokale tewerkstelling te bevorderen. Daarmee ondersteunen we een andere essentiële maatschappelijke missie: klimaatneutraliteit.
- Er is evenmin nagedacht voor de moeilijke bereikbaarheid van industriezones, die de aantrekkelijkheid van deze werkplekken stevig verlaagt.