Pensioenhervorming: correcties en degelijke overgangsmaatregelen zijn absoluut nodig

De geplande pensioenhervorming is hardvochtig en raakt enorm veel kwetsbare mensen zoals langdurig zieken, mensen die zich inzetten om te zorgen voor anderen, of mensen die werken in zware omstandigheden. Ook het overheidspersoneel wordt opnieuw stevig geviseerd.
De afgelopen weken en maanden informeerde de regering over haar pensioenplannen. In vier werkgroepen werden de geplande pensioenmaatregelen toegelicht. Voor ACV Openbare Sector is de hervorming zoals die nu op tafel ligt onaanvaardbaar.
Ilse Heylen, voorzitter ACV Openbare Sector: “Na de informatieronde verwachten we dat er effectief werk wordt gemaakt van écht sociaal overleg zodat werk werkbaar blijft en pensioen leefbaar.”
ACV Openbare Sector wil dat iedereen kan rekenen op een goed pensioen, met als basis een sterke eerste pijler die voldoende souplesse voorziet ten aanzien van zowel het begin als het verloop van de carrière. Bijzondere aandacht moet gaan naar de armoedetoets en de gendertoets.
Ilse Heylen: “Mensen die zorg dragen voor anderen tijdens hun loopbaan en hierdoor minder presteren, worden nu gestraft terwijl ze eigenlijk een steeds belangrijker wordende taak in deze maatschappij opnemen.”
Maar ook wie tijdens de carrière ziek wordt of de job niet kan volhouden tot de laatste dag wordt gestraft met een pensioenboete: de zogenaamde pensioenmalus. Kortom, de nieuwe pensioenmaatregelen zijn bijzonder asociaal.
Joris Lermytte, pensioenexpert voor ACV Openbare Diensten: “Een malus sanctioneert vooral mensen met lagere lonen in moeilijkere jobs. Zij krijgen de rekening twee keer gepresenteerd: de malus moet dan ook op de schop. Ook wie ziek is, moet beschermd worden. Het laatste wat deze mensen nodig hebben, zijn financiële zorgen. Ziekte moet gelijkgesteld blijven met prestaties.”
De grenzen in de pensioenplannen moeten worden versoepeld. Wie bijvoorbeeld halftijds werkt en tot tien dagen afwezig is mag dat jaar niet verliezen.
Joris Lermytte: “Wij willen geen abrupte ingrepen, maar overgangen die redelijk en menselijk zijn. Wie dicht bij het pensioen staat, moet een garantie krijgen dat men maximum 1, 2 of 3 jaar langer zal moeten werken. Dit moet gebeuren met respect voor verworven rechten en rekening houdend met het cumulatief effect .”
Ook veiligheidsberoepen verdienen meer waardering. Defensie, politie, brandweer, civiele veiligheid … krijgen te maken met risico’s, beschikbaarheid, ongezonde omstandigheden en onregelmatige uren. Deze beroepen moeten aantrekkelijk blijven.