1 jaar flexijobs in de sector autobus-autocar: reden tot feesten?

In het persbericht werd verhaald dat er 550 ‘nieuwe’ buschauffeurs werden ingeschreven als buschauffeur. Los van de twijfel of het hier wel degelijk over ‘nieuwe’ buschauffeurs gaat, lezen we ook dat de sector nog altijd op zoek is naar een 1000-tal bijkomende chauffeurs. ACV Openbare Diensten stelt vast dat de invoering van flexijobs in deze sector niet het gewenste effect heeft bereikt. Er werden amper mensen van buiten de sector aangetrokken en het zijn vooral gepensioneerde buschauffeurs die nu onbeperkt rondrijden met autobussen als gevolg van deze maatregel.
Schooldirecteur
Het is ook logisch dat weinig mensen van buitenaf werden aangetrokken, je hebt immers én een rijbewijs D nodig én je moet in orde zijn met je vakbekwaamheid (code 95) én medisch geschikt bevonden zijn om professioneel actief te kunnen zijn als buschauffeur. De opgevoerde schooldirecteur die in het weekend met de bus gaat rijden, is naar onze mening eerder de uitzondering dan de regel.
Het gevolg van de specifieke vereisten om in de sector te kunnen werken is dat de meeste chauffeurs al een hoofdberoep hebben in de sector. Het personeel dat niet is ingepland in hun hoofdberoep gaat dan ‘flexi-rijden’ bij een andere werkgever (vaak een concurrent). In heel wat bedrijven geraakt de planning daardoor danig in de knoop en moeten de hete kastanjes door andere collega’s uit het vuur worden gehaald. Dat de werkgevers in de sector dan ook unisono gelukkig zijn is op zijn minst overroepen. Het zorgt op heel wat plaatsen vooral voor veel kopzorgen.
Lokroep
De wetgeving voor buschauffeurs kent strakke afspraken rond rij- en rusttijden. Die zijn al soepeler dan deze in de transportsector omdat niet ieder busvervoer ‘tachograafplichtig’ is, maar het is en blijft belangrijk dat buschauffeurs zich niet oververmoeid met een bus vol mensen in het verkeer begeven. Laat net daar het schoentje wringen. We zien veel mensen die bij het ene bedrijf ritten voor De Lijn gaan uitvoeren, en bij het andere bedrijf schoolvervoer of bedrijfsvervoer gaan doen. Of, die in bedrijf A een vroege dienst rijden en in bedrijf B een late dienst. Er is zeer weinig controle op het respecteren van de rij- en rusttijden en dus zijn inbreuken hierop schering en inslag.
De werkgevers dragen hier ook een grote verantwoordelijkheid trouwens. Zij moeten oog hebben op de rusttijden van hun personeel maar we weten dat die controle nauwelijks gebeurt. Chauffeurs weten doorgaans wel dat zij persoonlijk verantwoordelijk zijn voor het respecteren van hun rij- en rusttijden, maar de lokroep van het flexiloon (zonder RSZ en met grote belastingvrijstelling) is groot.
Flexichauffeurs kiezen daardoor ook het liefst voor hun flexijob en zorgen dus voor gaten in de planning bij hun reguliere werkgever. Het gebeurt daarnaast ook meer en meer dat flexijob-werknemers de voorkeur krijgen op het vast personeel, want ze zijn zogezegd ‘altijd beschikbaar’. In de praktijk geven ze vaak aan wanneer ze willen komen werken, ook daar moet het reguliere personeel dan vaak voor opdraaien en de minder aantrekkelijke ritten doen. Op 1 januari 2024 werd de doos van Pandora geopend, en de vraag is nu wie ze nog dicht kan krijgen. Werkgevers klagen steen en been dat ze hun personeel kwijt zijn als men het nodig heeft, maar ze werken quasi allemaal zelf met flexi’s.
Sociale zekerheidDe vakbonden zijn zeer kritisch voor het systeem, het had er nooit mogen komen, maar pleiten om het af te schaffen ligt moeilijk want het zijn ook onze leden die hiermee een cent kunnen bijverdienen… Het is een boutade, maar ze is al vaak gezegd: het is wachten tot er eens iets ernstigs gebeurt alvorens men zal ingrijpen. Het niet respecteren van de rij- en rusttijden is eigenlijk een bijzonder gevaarlijke situatie. Een plateau drankjes ronddragen op een trouwfeest is even vermoeiend als achter het stuur zitten, maar méér dan 10u op een dag rijden is ronduit gevaarlijk. Je rijdt nog altijd met mensen (vaak kinderen) rond en de pauzes zijn beperkt of vergaan soms in het niets als het verkeer weer eens roet in het eten gooit. Er is sowieso al een risico op ongevallen.
Oververmoeidheid achter het stuur is potentieel dodelijk. We hebben het dan nog niet gehad over het ontwrichten van de sociale zekerheid. Er zijn al meldingen geweest van bedrijven waar economische werkloosheid wordt toegepast terwijl er flexi-werknemers aan het werk zijn. Men gebruikt met andere woorden geld van de sociale zekerheid voor de werkloze werknemers én men draagt niet bij door flexi’s te laten rijden. De oneerlijke verhouding tussen voltijds werkende chauffeurs die van hun bruto slechts een lager nettoloon overhouden en de gepensioneerde die boven op zijn pensioen nog eens tot enkele duizenden euro’s netto bij kan verdienen is weinig bevorderlijk voor de onderlinge verstandhouding. We stelden ook al vast dat een bedrijf waar het personeel het werk neerlegde uit onvrede met de loon- en arbeidsvoorwaarden, op het moment van de staking een flexijobber tewerk wilde stellen.
Er zijn weinig alternatieven. Er gaan zelfs stemmen op om het systeem van flexijobs nog verder uit te breiden in heel wat andere sectoren. Nochtans zou het uitbreiden van het aantal fiscaal aantrekkelijke vrijwillige overuren een oplossing kunnen bieden.