Wie heeft recht op de forfaitaire vergoeding?

Sinds 1 januari 2024 krijgt het personeel van het federaal openbaar ambt maaltijdcheques. Die hebben een waarde van 6 euro waarvan 1,09 euro eigen bijdrage van het personeelslid. Om deze maaltijdcheques te financieren zijn onder andere de forfaitaire dagvergoedingen afgeschaft. Die vergoeding bedroeg ongeveer 20 euro (10 euro niet geïndexeerd) en werd bij een dienstopdracht onder bepaalde voorwaarden (afstand meer dan 25 km van de standplaats, duur van de dienstopdracht minstens 6 uur, …) betaald. De afschaffing van de dagvergoeding betekent dus een financieel verlies voor personeelsleden die vaak op de baan zijn (20 euro in vergelijking met 6 euro waarvan 1,09 euro eigen bijdrage).

Om dit verlies enigszins te compenseren zijn binnen de FOD Financiën onderhandelingen opgestart om een maandelijkse forfaitaire vergoeding toe te kennen aan de diensten waarvan de personeelsleden veel dienstopdrachten hebben. Een maandelijkse forfaitaire vergoeding is immers voordeliger van zodra ze meer bedraagt dan het bedrag aan maaltijdcheques. Voor alle duidelijkheid: wie een forfaitaire vergoeding ontvang verliest het recht op maaltijdcheques.  

In september 2023 zijn de onderhandelingen opgestart. Tijdens een informeel overleg op 23 april 2024 heeft P&O bekend gemaakt dat hun voorstel van 27 februari een 'last en final' offer was. Uiteindelijk verstreken er bijna acht maanden tussen de eerste officiële onderhandeling en het laatste voorstel van de overheid. In deze acht maanden zijn er een tiental vergaderingen geweest, adviezen gevraagd aan Bosa, statistieken opgevraagd aan Persopoint en standpunten van de Inspectie van Financiën gevraagd. Veel vergaderingen dus, maar met welk resultaat?

Wat ligt er uiteindelijk op tafel?  

Wie heeft er recht op welke forfaitaire vergoeding  (de bedragen zijn de niet geïndexeerde bedragen)? Er worden vier categorieën vastgesteld, die elk gekoppeld zijn aan een forfaitaire vergoeding:

1. Forfaitaire vergoeding van 70€ voor de personeelsleden van de  AAFisc en AABBI die een hieronder vermelde functie uitoefenen:
   1. AA Fisc, traditionele opsporingen NCO : in een crestra code startend met “NCO” en in een functie hierna vermeld :  1) Attaché A2 traditionele opsporingen; 2) Attaché A1 traditionele opsporingen; 3) Deskundige traditionele opsporingen; 4) Assistent traditionele opsporingen; 5) Medewerker traditionele opsporingen; 6) Attaché E-audit Assist.
   2. AA BBI: Opsporingsagent.
      
      
2. Forfaitaire vergoeding van 70€ voor de personeelsleden van de AADA die een hieronder vermelde functie uitoefenen:
   1. Administratie Operaties - Controle 2de lijn CABC: in een crestra code startend met “DA OPS CABC” en in een functie hierna vermeld: 1) Attaché A2 Audit ; 2) Attaché A1 Audit ; 3) Deskundige Audit ; 4) Assistent Audit; 5) Medewerker Audit.
   2. Administratie Opsporing, Opsporingsinspecties regionaal: in een crestra code startend met  “DA OR INSP” en in een functie hierna vermeld: 1) Attaché A2 Opsporing ; 2) Attaché A1 Opsporing; 3) Deskundige Opsporing ; 4) Assistent Opsporing ; 5) Medewerker Opsporing ; 6) Opsporingsagent.
   3. Administratie Opsporing, dienst TSU : in een crestra code startend met  “DA OR TSU” en in een functie hierna vermeld: 1) Attaché A2 Opsporing ; 2) Attaché A1 Opsporing ; 3) Deskundige Opsporing ; 4) Assistent Opsporing ; 5) Medewerker Opsporing.
   4. Dienst van de Adjunct-Administrateur-generaal, Cel Instructie Technieken & Tactieken : in een crestra code startend met  “DA CITT” en in een functie hierna vermeld: 1) Attaché A2 Opleiding ; 2) Attaché A1 Opleiding ; 3) Deskundige Opleiding ; 4) Assistent Opleiding ; 4) Medewerker Opleiding.
   5. Nationaal Expertisecentrum Douane en Accijnzen (CNECDA), hondeninstructeurs: in een crestra code startend met  “CA NECDA” of Administratie Operaties, centrale component in een crestra code startend met “DA OPS MOTO CC” en in een functie hieronder vermeld: 1) Attaché A2 Opleiding ; 2) Attaché A1 Opleiding ; 3) Deskundige Opleiding ; 4) Assistent Opleiding ; 5) Medewerker Opleiding.
      
      
3. Forfaitaire vergoeding van 120€ voor de personeelsleden van de AA DA die een functie uitoefenen waarvan de crestacode start met “DA OPS CONTROLE”, hierna vermeld: 1) Attaché A2 teamchef controle ; 2) Attaché A2 controle ; 3) Attaché A1 controle ; 4) Deskundige controle; 5) Deskundige teamchef; 6) Assistent controle; 7) Medewerker controle; 8) Fiscaal controleur.
   
   
4. Forfaitaire vergoeding van 120€ voor de personeelsleden van de AA DA die een functie uitoefenen waarvan de crestacode start met “DA OPS MOTO”, hierna vermeld: 1) Attaché A2 teamchef controle ; 2) Attaché A2 controle ; 3) Attaché A1 controle ; 4) Deskundige controle; 5) Deskundige teamchef; 6) Assistent controle;  7) Medewerker controle; 8) Fiscaal controleur.

Opgelet:

• De vergoeding wordt pro rata betaald in geval van deeltijdse prestaties.
• De forfaitaire vergoeding wordt retroactief betaald vanaf 1 januari 2024. De reeds ontvangen maaltijdcheques worden afgetrokken van de achterstallen.
• Enkel wie een minimum van gemiddeld 5 dienstverplaatsingen per maand heeft verricht in het voorafgaande kalenderjaar heeft recht op een forfaitaire vergoeding.
• Wat wordt er verstaan onder een dienstopdracht:
  • Fiscale controle
  • Opsporingsactiviteit
  • Controle audit, audit
  • Verificatie, vaststelling, opneming
  • Actie
  • Wegcontrole
  • Toezicht en bewaking

 

ACV-Openbare Diensten is ontgoocheld over deze regeling:   

• Om te bepalen wie recht heeft op een forfaitaire vergoeding wordt vertrokken van de ingegeven dienstopdrachten in Persopoint. ACV-Openbare Diensten heeft twijfels of alle dienstopdrachten (ook die minder dan 6 uur duurden) in het verleden geregistreerd werden.
• De bedragen zijn te laag. Voor een heel aantal personeelsleden bedraagt de forfaitaire vergoeding minder dan de forfaitaire dagvergoedingen die ze per maand ontvingen. Bovendien kunnen ze niet genieten van het voordeel van de maaltijdcheques. Het verschil tussen de maaltijdcheques en de forfaitaire vergoeding is te klein.
• De bedragen zijn ook lager dan forfaitaire vergoedingen die in andere FOD’s gegeven worden.
• Wie geen recht heeft op een forfaitaire vergoeding en een dienstopdracht doet, ontvangt enkel zijn maaltijdcheque. De dagelijkse forfaitaire vergoeding dekte echter meer dan een maaltijd van 5 euro. Dit wordt niet gecompenseerd.
• Sommige categorieën vallen uit de boot. De controlediensten van de AAFisc of de personeelsleden van Opmetingen en Waarderingen hebben geen recht op een forfaitaire vergoeding ongeacht het aantal dienstopdrachten dat ze doen.Personeelsleden van de klasse A3 en hoger zijn uitgesloten van de forfaitaire vergoeding.  
• Wie een forfaitaire vergoeding ontvangt heeft geen recht op maaltijdcheques. Hierdoor compenseert de forfaitaire vergoeding nooit het wegvallen van de dagvergoeding en het niet ontvangen van de maaltijdcheques.
• Binnen één dienst zullen sommigen een forfaitaire vergoeding ontvangen en anderen niet terwijl ze nu misschien even veel de baan op zijn. Dit zal voor spanningen zorgen.
• Wie start in één van de betrokken diensten start, zal in eerste instantie geen forfaitaire vergoeding ontvangen. Ook al doet hij/zij even veel dienstopdrachten als zijn collega’s.
• Wie in de referentieperiode (2023) omwille van specifieke omstandigheden (bijvoorbeeld cursussen of onbetaald verlof) minder dienstopdrachten heeft gedaan, ontvangt in 2024 geen forfaitaire vergoeding.

 

Ook de overheid weet dat ze met dit voorstel geen schoonheidsprijs zal winnen. Daarom wordt er een herevaluatie voorzien binnen een termijn van 6 maanden (31 juli). Deze heeft tot doel, indien nodig, het aantal begunstigden die behoren tot een functiecategorie die het forfait geniet, aan te passen. De categorieën en de bedragen zullen in dit stadium niet worden aangepast niettemin zal er wel een tussentijdse analyse uitgevoerd worden. Bovendien zal er een jaarlijkse evaluatie van het forfaitsysteem worden uitgevoerd. Die kan een aanpassing tot gevolg hebben, zowel van de categorieën als van de bedragen.

ACV-Openbare Diensten zal dan ook een negatief advies geven over het voorstel van de overheid. We begrijpen niet dat de overheid deze kans laat liggen om respect te tonen aan de personeelsleden die dikwijls in moeilijke omstandigheden de baan op moeten om hun werk te doen en hun daarvoor correct te vergoeden. Bovendien gaat het om een relatief beperkt aantal personeelsleden (500-tal) waardoor de budgettaire kost beperkt blijft. 
Met de voorziene evaluaties in het vooruitzicht is het echter van belang dat elk personeelslid er zorg voor draagt dat elke dienstopdracht in Persopoint wordt geregistreerd. Ongeacht de duur of de afstand van deze dienstopdracht.