Aandacht voor de mens zelf is weg

ACV Limburg
‘Ik zag op tijd in dat ik op een burn-out afstevende,’ zegt Fatma Aghanif. ‘Ik kon niet goed slapen, was constant vermoeid en mentaal en fysiek uitgeput. Toen mijn kinderen vroegen waarom ik toch altijd zo prikkelbaar was, werd ik wakker geschud.’
Teleurgesteld
Fatma werkte jarenlang in de zorgsector. ‘Ik begon mijn carrière in het UZ in Gent. Een overheidsziekenhuis en een droom om te werken: er was voldoende personeel, de dokters kende je bij naam, je werd overal bij betrokken. Als personeelslid telde je en maakte je het verschil.’ Na 5 jaar begon de afstand tot haar familie door te wegen. Fatma verhuisde en ging aan de slag in een ziekenhuis in Limburg ‘en ik was onmiddellijk teleurgesteld. Je ging van kamer tot kamer, je voerde je opdrachten uit en daarmee was de kous af. Je werd verder niet betrokken bij de patiënten. Dokters kenden je niet bij naam. Je was een personeelslid, geen collega.’
Rode draad
Dat werd vanaf dan de rode draad doorheen de jobs die Fatma in de zorgsector had. ‘Wie mijn CV bekijkt, moet denken dat ik een jobhopper ben terwijl ik nooit ergens ging werken puur voor de centen. Dat ik nu administratief werk doe voor Fedris, het federaal agentschap voor beroepsrisico’s, zegt voldoende. Ik geloof wel heel sterk in de levenswijsheid ‘love it, change it or leave it’. Ofwel doe ik mijn job graag, ofwel probeer ik een onaangename situatie te veranderen, ofwel stop ik ermee.’ En dat laatste heeft Fatma dus heel vaak gedaan.
Bandwerk
‘Wij zijn thuis met zes zussen die allen in de verpleegkunde werken en ervaren allemaal hetzelfde: kwantiteit werd belangrijker dan kwaliteit. Er is geen aandacht meer voor de mens zelf, geen ruimte meer voor een luisterend oor of bijzondere aandacht. Time is money. Ik leek meer bandwerk te doen dan te zorgen voor mensen en dat wrong me enorm. Daarvoor had ik niet gestudeerd.’ De coronacrisis gaf dan ook de spreekwoordelijke nekslag. ‘Die crisis heeft aan mij gevreten. De constante schrik om besmet te geraken, familieleden die patiënten niet mochten bezoeken, mensen die moederziel alleen stierven … neen, ik kon dat niet meer.’