Verruiming erkenning COVID-19 als beroepsziekte
Er komt een ruimere vermelding COVID-19 op de lijst met beroepsziekten. Het is de bedoeling dat COVID-19 zo gemakkelijker kan erkend worden als beroepsziekte. De wettelijke basis passeerde alvast in het parlement begin november. Een koninklijk besluit met de modaliteiten is in de maak.
De lijst met beroepsziekten bevatte al een vermelding van COVID-19, maar enkel voor wie tussen 18 maart en 17 mei 2020 in de cruciale sectoren en essentiële diensten heeft gewerkt.
Nu komt er een nieuwe vermelding bij. Elke ziekte veroorzaakt door SARS-CoV 2 bij de werknemers die tijdens hun beroepsactiviteiten betrokken zijn geweest bij een opstoot van infecties komt voortaan in aanmerking voor erkenning. Een specifieke code zal ingevoerd worden, teruggaand tot mei 2020, voor "clusteruitbraken" op de werkvloer.
Een clusteruitbraak vereist vijf of meer bevestigde gevallen binnen eenzelfde werkruimte in een periode van 14 dagen.
Toegegeven, we hadden de erkenning liever ruimer gezien. Ze is zeker niet sluitend voor hulpverleners, aangezien ze vaak functioneren in kleine(re) groepen en buiten één vaste werkruimte. Maar dit verruimt toch de mogelijkheden.
Wie denkt in aanmerking te komen, stelt best al een dossier samen. Je personeelsdienst kan je daarbij helpen. Met een aanvraag wacht je best tot de wetgeving is verschenen en Fedris op haar website heeft verduidelijkt hoe je een aanvraag kan doen.
Een erkenning zorgt voor:
- een vergoeding bij een overlijden
- een vergoeding voor gedeeltelijke of volledige tijdelijke en blijvende arbeidsongeschiktheid
- een bijkomende vergoeding voor de geregelde hulp