Krijgen de helden dan nu ook eindelijk opslag?
‘Alle werknemers uit de voedingsnijverheid willen meer koopkracht als compensatie voor hun harde werk in coronatijden’, zegt Bart Vannetelbosch van ACV Voeding en Diensten. ‘Maar de context is niet voor alle bedrijven dezelfde. We moeten realistisch zijn’, kaatst Anke Grooten van werkgeversfederatie Fevia terug. De inzet van de sectorale onderhandelingen voor 2021-2022, die deze week starten, is dus groot.
¬ Tekst Amélie Janssens, Visie
Met ruim 95 000 voltijdse banen is de voedingsnijverheid de grootste industriële sector in België. De tweejaarlijkse sectorale onderhandelingen leggen het kader vast voor de loon- en arbeidsvoorwaarden in de bedrijven. Het interprofessioneel akkoord, afspraken die gemaakt worden voor alle sectoren, vormen de basis. En aan die basis schort al een en ander, aldus Vannetelbosch.
Vrije onderhandelingen
‘Er werd enkel een akkoord gesloten rond een aantal deelthema’s, zoals eindeloopbaan. Op zich is dat natuurlijk een goede zaak. Maar rond de loonmarge blijven we als vakbond met een kater zitten. De regering heeft beslist om die te beperken tot 0,4 procent. We blijven dan ook verder druk zetten op de regering om de loonnormwet grondig te herzien en opnieuw naar vrije loononderhandelingen te gaan.’
Voor iedereen in de sector
Toch starten ondertussen de onderhandelingen over het sectorakkoord. ‘De afspraken van een sectorakkoord gelden voor alle bedrijven en alle werknemers binnen de sector’, verduidelijkt Vannetelbosch. ‘Op die manier kunnen ook werknemers van kleine bedrijven en kmo’s een stap vooruit zetten.’ Thema’s die aan bod komen, zijn heel divers. Er wordt onderhandeld over koopkracht, werkbaar werk en de uitbouw van een duurzame loopbaan. ‘Bovendien kunnen bedrijven en werknemers nadien rekenen op de ondersteuning van de sociale fondsen om de afspraken van het sectorakkoord op de werkvloer toe te passen’, vult Grooten aan. ‘Dat kan gaan over financiële ondersteuning in opleiding en transitie, tegemoetkoming in kinderopvang, maar ook het aanbieden van expertise en onderzoek.’
Inzet in coronatijd belonen
Dit keer staat de vraag naar meer koopkracht voorop. ‘De verwachtingen zijn groot, zeker na de coronacrisis’, aldus Vannetelbosch. ‘Deze werknemers zijn elke dag naar de werkvloer blijven gaan in zeer onzekere omstandigheden. Er werd wel hard gewerkt rond hun veiligheid en een campagne van de werkgevers bedankte de food heroes voor hun inzet. Maar vandaag willen zij hun inspanningen beloond zien.’
‘Die verwachtingen zijn geen verrassing’, volgens Grooten. ‘Maar die tijd is ook beleefd door de werkgevers. Ook zij hebben uiteraard impact ondervonden. Die impact verschilt ook van bedrijf tot bedrijf. Daarom moeten wij ervoor zorgen dat het sectorakkoord toepasbaar is in alle bedrijven. De competitiviteit van de bedrijven is ook belangrijk. Het kan niet de bedoeling zijn om bedrijven in moeilijkheden te brengen.’ Als alles volgens plan verloopt, kunnen de onderhandelingen eind september afgerond worden.