Werken bij ACV Brussel – Vlaams-Brabant

Shutterstock
Bram werkt sinds eind maart 2021 als dienstverlener in het ACV-dienstencentrum in Brussel-Stad.
Was het een bewuste keuze om voor de vakbond, voor het ACV, te gaan werken?
‘Ja. Ik ben sociaal werker. Tijdens die opleiding is de vakbond een paar keer aan bod gekomen. Dat was nieuw voor mij, voor die tijd kende ik de vakbond nog niet. Ik vond het wel interessant, sterker nog, het is een organisatie die me al snel nauw aan het hart is gaan liggen omdat ik meteen het gevoel had dat ze het echt opneemt voor de belangen van werknemers. En dat is in sommige gevallen noodzakelijker dan ik daarvoor gedacht zou hebben. Door stages heb ik het ACV dan nog beter leren kennen. Zo merkte ik al gauw dat het een organisatie was waar ik in de toekomst graag voor wou werken.’
Je hebt gesolliciteerd voor een job als dienstverlener…
‘De dienstverlening sprak me heel erg aan, omdat ik dat facet van de vakbond nog niet kende. Dat is ook een aspect dat je moeilijk kunt ontdekken als student. Het is heel specifieke materie, waar je al veel kennis over moet hebben om ermee aan de slag te kunnen gaan. Je kunt niet zomaar even stage lopen als dienstverlener… Werkloosheidsreglementering is ook echt iets wat me heel erg interesseert, en het toepassen van dat recht vind ik ook heel boeiend, en dat kom je in deze job natuurlijk veel tegen.’
Wat houdt jouw job precies in?
‘Het is een job met veel variatie. Alles is nieuw voor mij, en er komt altijd iets nieuws bij. Dat is hier in het dienstencentrum waar ik werk goed georganiseerd. Je begint met de makkelijke dingen, bijvoorbeeld een betaling doen, maar na verloop van tijd mag je een keer samen met een collega een dossier opmaken, het werkloosheidsprogramma van ACV ontdekken… Door corona mis ik nu wel het rechtstreekse contact met leden in ons dienstencentrum. Ik kijk er wel naar uit om aan het loket mensen te helpen.’
Is dit een job waar je in gesmeten wordt? Of krijg je een opleiding?
‘In het begint komt er van alles op je af. Als ik dossiers van collega’s bekijk, zou ik soms echt niet weten hoe ik de zou moeten aanpakken. Dat is normaal. Die krijg ik ook niet meteen op mijn bord. Stap voor stap, zeggen ze hier altijd. Dat geldt ook voor de taal. Ik werk in het dienstencentrum in Brussel-Stad, waar het merendeel van de dossiers in het Frans is. Toch wel een uitdaging. Ik was het Frans toch niet zo goed machtig, nu al meer, want je leert door te doen. Ik ben wel gestart met Nederlandstalige dossiers, en dan heb ik er beetje bij beetje Franstalige dossiers bij gekregen. Er wordt echt wel gezorgd dat je je goed voelt bij wat je doet.’
Bevalt de job je?
Nick (25) werkt sinds januari als zonepropagandist in het bewegingsverbond Vlaams-Brabant.
Waarom heb je gekozen voor een job bij het ACV?
Wat houdt jouw job als regiopropagandist in?
(lacht) ‘Heel veel. En heel verschillende dingen. Ten eerste ben ik verantwoordelijk voor de regio Leuven, en is het de bedoeling dat ik een lokale werking op poten zet, om met mensen uit de omgeving aan de slag te gaan, niet alleen rond de ‘typische’ vakbondsthema’s zoals arbeid en fiscaliteit, maar bijvoorbeeld ook rond milieu en mobiliteit, om maar iets te noemen. Ten tweede geef ik loopbaanadvies. Mensen die vragen hebben over loonkwesties, tijdskrediet, thematisch verlof e.d., kunnen bij mij terecht voor meer informatie en advies. Wat is in hun specifieke situatie bijvoorbeeld het meest interessant? Welke opties hebben ze? Ik help ze soms ook met hun aanvraag. Daarnaast sta ik ook mee in voor de jongeren- en de scholenwerking. Op middelbare scholen geef ik lessen over bijvoorbeeld de sociale zekerheid, of over je rechten en plichten als jobstudent. We proberen jongeren ook te informeren en bij te staan als ze van de schoolbanken komen of een vakantiejob doen. En we proberen jongeren te betrekken bij het ACV. En ten slotte ben ik lid van de bewegingsploeg van Vlaams-Brabant. Als er een actie is, worden de zonepropagandisten vaak opgetrommeld om daaraan mee te werken.’
Een heel uiteenlopend takenpakket… Hoe begin je daar als nieuwe werknemer aan?
‘Op mijn eerste werkdag heb ik heel veel uitleg en informatie gekregen. Hoe werkt een verbond? Welke centrales zijn er? Het grote organigram van het ACV, zeg maar. Ik heb ook een peter, een onthaalverantwoordelijke, gekregen, dat is een collega die deze job al een tijdje uitoefent en mij onder zijn vleugels neemt. Van hem krijg ik veel tips. Ook met de andere regiopropagandisten heb ik gesprekken gehad. Boeien, want zo kon ik meteen kennismaken met verschillende visies op het zonepropagandistenwerk. Ik ben er dus wel een beetje ‘in gesmeten’, maar het fijne is dat de collega’s heel goed beseffen dat zij er ooit ook zijn in gesmeten, en ze je dus ook helpen. Het is een job waarin je veel vrijheid krijgt. Je kunt heel autonoom werken. Dat is een voordeel, maar voor iemand als ik, die uit een heel vast stramien komt, was dat wel even wennen. Maar eigenlijk is dat fijner werken dan een strak nine-to-five-stramien.’
Waarmee je mijn volgende vraag al deels beantwoordt: de job bevalt?
‘Ja, zeker. Het autonoom en zelfstandig werken bevalt me heel erg. Natuurlijk zijn er vergaderingen en acties waarop je aanwezig moet zijn, maar ik heb redelijk wat ruimte om mijn eigen agenda in te vullen. Daarnaast is er hier enorm veel collegialiteit. Ik heb heel vriendelijke collega’s, en als ik vragen heb kan ik bij iedereen terecht. Dat is heel aangenaam. Ik vind het ook heel leuk dat dit een job met veel menselijk contact is. Ik ben niet iemand die elke dag opnieuw, werkdag na werkdag, acht uur aan zijn pc gekluisterd wil zitten. Kortom, de bewegingsvrijheid in het bewegingsteam spreekt me aan. Natuurlijk heb ik ook wel druk ervaren, maar een beetje gezonde druk is goed. De eerste keer dat ik een interview moest geven aan ROB, voor de camera, heb ik de nacht ervoor toch wat slechter geslapen.’ (lacht)
We werken als ACV rond veel thema’s. Welke thema’s liggen jou het nauwst aan het hart?
‘In de allereerste plaats de jongeren. Jongeren zijn immers de toekomst. Neem de sociale zekerheid. Als de jongeren niet mee zijn in dat verhaal, hebben we later een probleem. Als zij geen solidair gevoel krijgen, zijn we straks gejost. Als zij niet mee zijn, waar staan we dan over 10 of 20 jaar, als zij dertigers of veertigers zijn en de arbeidsmarkt vertegenwoordigen? Ik vind het daarom heel belangrijk om hen daarin te betrekken. Maar evengoed vind ik het belangrijk dat zij weten waar een vakbond voor staat, dat een vakbond hen kan helpen. Een tweede belangrijk thema vind ik sociale zekerheid. We hebben net het bewijs gezien dat dit systeem werkt. De sociale zekerheid heeft anderhalf jaar, tijdens corona, heel veel huishoudens rechtgehouden. Ook het fiscale thema interesseert me. Het is niet omdat ik niet meer als boekhouder werk, dat dat veranderd zou zijn. Cru gesteld, een grote onderneming nog rijker maken, nog een miljoen euro meer winst laten maken, daar werd ik zelf niet blij van. Maar de gewone Jan-met-de-Pet helpen, met bijvoorbeeld zijn lening juist in te brengen in zijn belastingaangifte, daar kan ik we voldoening uit halen.’
Heb je tips voor wie als propagandist aan de slag wil?