Zomerscholen: eerste reactie van COC

©Shutterstock
Op 14 mei 2020 maakte Vlaamse minister van onderwijs Ben Weyts zijn initiatief van de zomerscholen bekend. Gelet op de snelheid waarmee dit gebeurde, geeft COC nu al een eerste reactie. COC beraadt zich ondertussen binnen haar besturen verder over een definitief standpunt.
Het voorliggend concept voor zomerscholen moet volgens COC meer richting krijgen opdat een aantal belangrijke randvoorwaarden kunnen worden ingelost.
1. De timing is ongelukkig: scholen en leraren zijn nu al overbevraagd
COC vindt dat al te makkelijk algemeen aanvaard wordt dat de coronacrisis leerachterstand en een gebrekkige voorbereiding op een volgend leertraject veroorzaakt. Zonder ernstig onderzoek wordt overhaast de zomerschool als remedie uitgerold. Schoolteams verzekeren ons nochtans dat ze momenteel alles doen om zoveel mogelijk leerdoelen te realiseren en dat ze het schooljaar inhoudelijk redelijk normaal kunnen beëindigen. Die grote inspanningen van scholen verdienen ons respect en vertrouwen. Bovendien start op 1 september een nieuw schooljaar met nieuwe mogelijkheden voor begeleiding en remediëring in een gestructureerde context van klassikaal vormend onderwijs.
Na een bijzonder intensieve periode in coronatijden snakken vele schoolteams naar rust. COC betwijfelt dat schoolbesturen hun personeel en directie bereid vinden om op de valreep nog zomerscholen te organiseren. De geleverde inspanningen i.v.m. afstandsonderwijs, de voorbereidingen voor de heropstart, de combinatie van lesgeven, preteaching en opvang, zijn niet te onderschatten. Leraren hebben niet alleen recht op vakantie, ze hebben die ook nodig om op 1 september fris voor de klas te staan. Als tegen dan de coronacrisis niet voorbij is, vraagt ook dat nog extra inspanningen van de leraren tijdens de vakantie.
2. Het voorstel moet absoluut verder verfijnd worden: zomerscholen zijn geen item van deliberatie
Minister Weyts geeft aan dat het niet de bedoeling is dat klassenraden de zomerscholen een plaats geven in de formele beoordeling van leerlingen, maar in de tekst lezen we tegelijkertijd dat klassenraden de zomerscholen tijdig moeten kunnen meenemen in hun advies aan leerlingen en ouders. Verder lezen we ook dat het gevarieerd aanbod van de zomerscholen stevig gekoppeld is aan de onderwijsdoelen en het individueel onderwijstraject van leerlingen uit het lager en het secundair onderwijs. COC verwerpt resoluut deze koppeling van zomerscholen aan onderwijsdoelen, aan het individueel traject van leerlingen en bij uitbreiding aan een schooljaar. De zomerschool geldt niet als remediëring en moet volledig los staan van de delibererende klassenraden. De link tussen beide installeert een valse vrijwilligheid voor de leerling, is juridisch betwistbaar en zet de poort open voor beroepsprocedures. Wat als de klassenraad een zomerschool adviseert die de facto niet georganiseerd wordt? Kan de klassenraad van school A adviseren een zomerschool te volgen in school B?
Deelname aan een zomerschool kan voor COC niet als formeel advies van de klassenraad. Wanneer het toch nodig is dat de leerling inspanningen levert tijdens de grote vakantie, moet de klassenraad de bestaande mogelijkheden gebruiken (attesteringen, vakantietaak, waarschuwing, bijkomende proeven … ) om achterstand weg te werken. Verder kunnen op vraag van de ouders vrijwillige bijlessen, zelfstudie of ook zomerscholen worden geadviseerd. Het risico is reëel dat deelname aan de zomerschool een schaamlapje wordt om uitstel van de beslissing (en dus herexamens) te verantwoorden. Zomerscholen leggen dan nog meer druk op leerlingen en ouders, niet in het minst op de meest kansarmen.