Je rechten
bab449ae-2477-46b3-8fca-27c4c5741bd6
https://www.hetacv.be/je-rechten
true
Actualiteit
59ea6a04-d5cb-49bb-86bf-262457cb04b8
https://www.hetacv.be/actualiteit
true
Diensten
c7cddb17-187f-45c2-a0e2-74c299b8792b
https://www.hetacv.be/dienstverlening
true
Lid worden
abbb02d8-43dd-44b5-ae75-3cd90f78f043
https://www.hetacv.be/lid-worden
true
Het ACV
c62ac78b-1aa2-4cb9-a33b-59e6fc085fb4
https://www.hetacv.be/het-acv
true
Contacteer ons
7f7bdd4f-c079-401e-a1bf-da73e54f00c2
https://www.hetacv.be/contacteer-ons/contactpagina
true
Word nu lid

Open nieuwjaarsbrief aan de minister van Onderwijs Ben Weyts

COC houdt graag de traditie van de nieuwjaarsbrief in ere en schreef er één aan minister van Onderwijs, Ben Weyts. Een nieuwjaarsbrief bevat wensen en die van COC is kort maar krachtig: geef ons beroep terug!

Hier lees je de open nieuwjaarsbrief COC.


Geachte minister van Onderwijs

Een nieuwjaarsbrief is een Vlaamse traditie die zijn oorsprong kent in de 16de eeuw toen de Franse koning Karel IX in 1563 besliste dat 1 januari voortaan nieuwjaarsdag zou zijn. Aanvankelijk waren nieuwjaarsbrieven voor de elite, want enkel die kinderen gingen toen naar school en konden lezen en schrijven. Ze waren in het Latijn geschreven en in dichtvorm maar daar ga ik me nu niet aan wagen. Misschien denkt u wel dat ik te vroeg ben, maar niets is minder waar. 28 december heet in Engeland ‘Childermas’ of ‘the feast of the Holy Innocents’, in Frankrijk noemt men het ‘le jour des Saints Innocents’ en in Duitsland staat het bekend als ‘Kindertag’. In België wordt 28 december ‘Dag van de Onnozele Kinderen’ genoemd. Vandaag is het dus een feestdag voor de belangrijkste doelgroep van leraren die excellent onderwijs verdient.

Het is inmiddels een kleine maand geleden dat de PISA-resultaten verschenen. De dagen daarna vloeide heel wat inkt over de teleurstellende cijfers voor het Vlaamse onderwijs. Sommigen wezen er (terecht) op dat deze cijfers wel ernstige knipperlichten zijn en gaven mogelijke oorzaken. Daarover zeggen die cijfers immers niets. Anderen waagden zich aan hypotheses om de dalende trend in ons taal- wiskunde en wetenschapsonderwijs te verklaren.

PISA-storm, een wind uit alle richtingen

In verband met de zorgwekkende resultaten voor het taalonderwijs merkte Dirk Van Damme, onderwijsexpert van de OESO, op dat er toch het een en ander veranderd is in de taaldidactiek. ‘Er is een omslag gebeurd naar communicatief taalonderwijs waarbij de communicatie voorop staat en niet meer taal als analyse. Grammatica en zinsontleding zijn eigenlijk voor een groot stuk verdwenen. (…) Nochtans zijn dat belangrijke kenniscomponenten van taalbeheersing. Er wordt door leraren terecht gewezen op het belang van woordenschat en op taalrijkdom. Daar zit een andere belangrijke kenniscomponent die voor een stuk verdwenen is. We moeten daar een correctie op doorvoeren. Je kan dat natuurlijk niet van bovenaf opleggen, maar daar moet wel een fundamenteel gesprek over komen.’

Onderwijspsycholoog en professor Wim Van den Broeck schuift een andere hypothese naar voren. Hij wijst in de richting van de onder onderwijskundigen erg populaire idee dat het onderwijs zoveel mogelijk geïndividualiseerd moet worden, afgestemd op de maat van elk kind. ‘Er is nochtans wetenschappelijk ondubbelzinnige evidentie dat het precies leerkrachten zijn die deze visie koesteren en in de praktijk brengen, die ook zwakkere leerresultaten boeken bij hun leerlingen. Dit is niet zo verwonderlijk: als differentiatie verder gaat dan ervoor zorgen dat zoveel mogelijk leerlingen de gemeenschappelijke doelen halen, wordt onderwijs op maat al gauw onderwijs onder de maat (…) Leerkrachten die sterk inzetten op het omhoog trekken van alle leerlingen bereiken een goed gemiddeld niveau en maken de verschillen tussen hun leerlingen doorgaans ook kleiner, en omgekeerd, leerkrachten die sterk individualiseren, maken de verschillen groter en eindigen op een lager gemiddeld niveau.’ De gevolgen hiervan zijn volgens Van den Broeck desastreus. En wellicht hebben we het ergste nog niet gezien. Deze doorgedreven individualisering heeft zich immers, voornamelijk in het basisonderwijs, pas de laatste jaren radicaal doorgezet.

Ook leraren, vakdocenten van de lerarenopleiding en vakverenigingen van leraren hebben de afgelopen maand van zich laten horen. De resultaten van het jongste PISA-onderzoek bewijzen namelijk, zo lazen we, wat zij al ettelijke jaren van de daken schreeuwen. ‘Laat ons misschien beginnen met oprecht te luisteren naar de besognes in de leraarskamer.' (VRT NWS, 9 december). ‘De toestand is (nog) niet dramatisch en reparatie is mogelijk. Maar dan moet de macht opnieuw in handen van de echte onderwijsexperts komen: de leraars.’ (DS, 9 december). ‘Onze expertise, onze passie voor ons vak, onze beroepseer als leerkracht én onze verantwoordelijkheid als opleider dwingen ons in het verweer te gaan.’ (Knack, 10 december) Hoewel deze leraren en docenten zeker niet allemaal met één stem spreken, valt minstens op dat zij eenzelfde zorg delen. Zij houden van hun vak. En zij willen leerlingen laten delen in de woorden, teksten, grammatica, bewijzen, theorieën, technieken en ervaringen van hun vak. Dat is steeds minder evident. En daarom gaan ze in verweer.

De leraar

Minister Weyts, in het midden van deze gebruikelijke mediastorm, liet u er zelf ook geen gras over groeien. U trok aan de alarmbel. ‘Deze resultaten kan en mag je niet wegwuiven.' ‘Deze resultaten zijn voor ons een wake-up call om te zeggen dat we nu de koe bij de horens vatten,’ stelde u met klem. Verwijzend naar de beleidsnota kondigde u concrete maatregelen aan. ‘We hebben concrete plannen voor een sterkere focus op Nederlands van in de kleuterklas, aangescherpte eindtermen die meer belang hechten aan taal en wiskunde en Vlaanderen-brede proeven die de leerwinst meten. Daarnaast heb ik aan OESO-expert Dirk Van Damme gevraagd om een beperkt en internationaal team samen te stellen van onafhankelijke experts die concrete suggesties doen om de onderwijskwaliteit te verbeteren.’ In de overtuiging dat onderwijskwaliteit een gedeelde verantwoordelijkheid is van alle onderwijsactoren, ging u aan tafel zitten met de koepels. ‘De nieuwe PISA-resultaten hebben iets in gang gezet’, beklemtoonde u. ‘Het hele onderwijsveld beseft de ernst van de situatie. We moeten dit nu samen aanpakken, elk met de eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheden.’ Twee dagen later ondertekenden de grote onderwijskoepels (KOV, GO!, OVSG en POV) een engagementsverklaring om constructief mee te werken aan de uitvoering van uw plannen.

Maar u keek ook in de richting van leraren. Dat gaf u meermaals en via verschillende kanalen te kennen. ‘Onze grootste bondgenoten moeten de leerkrachten zijn (…) Bij de leerkrachten ligt niet het probleem. Zij zijn deel van de oplossing.’ (Terzake, 4 december). Als grootste onderwijsvakbond in Vlaanderen neemt COC graag die uitgestoken hand aan. Want ja, leraren voelen zich aangesproken en willen verantwoordelijkheid opnemen voor de kwaliteit van hun eigen handelen. Zij willen de standaard van hun beroep hooghouden. Zij willen voor jonge mensen een toekomst openen. Daar hangt hun beroepseer immers van af. En nog meer dan tot nu toe het geval was, willen leraren zelf een sturende rol opnemen in het uittekenen van verbetervoorstellen voor de kwaliteit van ons onderwijs. Individuele leraren, vakdocenten binnen de lerarenopleidingen en vakverenigingen van leraren hebben al duidelijke signalen gegeven. COC verzamelt die stemmen en is de spreekbuis van wie de beroepseer en de professionele stem van leraren wil versterken.

Aan u, minister van Onderwijs, en aan de werkgroep die onder leiding van Dirk Van Damme verbetervoorstellen uitwerkt, vragen we om het gesprek met ons aan te gaan en onze analyses ernstig te nemen. Want naast de inzichten die onderzoekers en andere experten vanuit hun helikopterzicht kunnen aanreiken, kunnen ook leraren vanuit de basis een rijkdom aan relevante inzichten geven om het tij te keren en ons onderwijs te versterken.

Want leraren met passie voor hun vak …

… verfoeien elke didactiek die taal, wiskunde of andere stof reduceert tot grondstof voor functioneel gebruik. Een eenzijdige focus op competenties en het functioneel gebruik van kennis en vaardigheden gaat ten koste van de talrijke vensters die onderwijs aanreikt en die aan de leefwereld van jonge mensen steeds nieuwe werelden toevoegt. ‘Leerkrachten willen lesgeven. Laat hen dat doen. Scholieren willen leren. Daag hen uit. Sapere aude (één Latijnse uitdrukking kende ik toch nog). Je verstand gebruiken vraagt moed. Neen zeggen tegen onderwijskundige hypes en afstompende structuren ook.’ (VRT NWS, 9 december).

… ergeren zich aan een curriculum dat overvol zit. Een overvloed aan transversale doelen gaat ten koste van de tijd die leerlingen zouden moeten krijgen om zich te kunnen concentreren op die vensters die de onderwijsvakken aanreiken. Nochtans zit daarin hun verrijking als mens en het vermogen om zich in een steeds complexere samenleving te blijven oriënteren.

… weten als geen ander dat leerstof in de vingers krijgen tijd vraagt. Zoals Ilse Geerinck het zo mooi beschrijft: ‘Schoolvakken zijn disciplines. Die be-oefen je. Of het nu gaat over wiskunde, lassen of Frans.

… daar is veel oefentijd voor nodig. Dat vraagt veel inspanning, vooral omdat het vaak tegen de zin, voorkeur of behoefte van leerlingen ingaat. Want ja, leerlingen zien er in het begin de ‘waarde’ vaak (nog) niet van in en blijven dan ook liever in hun eigen leefwereld’ (Brandpunt, december 2019). Zonder een minimumaantal uren in de lessentabel om vakgebonden stof te verwerken, te oefenen, te herhalen en te verdiepen, zal het niveau er nog verder op achteruitgaan (Knack, 10 december).

… willen terug de koppeling tussen eindtermen, vakken en bekwaamheidsbewijzen. Die zijn immers cruciaal als instrument voor de overheid om aan te sturen op kwaliteitsvol onderwijs. Leraren zijn veel meer dan enkel maar coaches die een natuurlijk ontwikkelingsproces bij leerlingen zouden begeleiden. Goede leraren hebben iets aan te bieden, les te ‘geven’. Daarom was de recente ontkoppeling tussen eindtermen en vakken een zeer slechte zaak. Bovendien komen zo ook de vereiste bekwaamheidsbewijzen steeds verder onder druk te staan.

… beseffen dat lerarenopleidingen een verpletterende verantwoordelijkheid hebben en tegelijk een groot deel van de oplossing vormen (DS, 9 december). Zij moeten sterkere studenten kunnen aantrekken en meer dan vandaag inzetten op de liefde voor het vak en op specifieke vakdidactiek. Want neen, lesgeven is niet elk detail managen dat tijdens een lesuur kan mislopen. Een goede les wordt gegeven door iemand die zijn vak goed kent (VRT NWS, 9 december).

… klagen al langer aan dat radicale transities ons onderwijs uithollen, niet verbeteren. Leraren zitten niet te wachten op blind doorgedreven digitalisering van leermateriaal dat de basisregels van een sterke vakdidactiek maar al te vaak schaadt. Evenmin zijn ze vragende partij voor een radicale omslag in de richting van zelfsturende werkvormen en voor het verlaten van klaslokalen die een zekere focus konden ondersteunen en onwenselijke ruis buiten houden. Want zij ploeteren dag na dag om digitale en andere ruis uit hun klaslokalen te bannen. En ze zien dat sommige leerlingen (letterlijk) wild worden van de vele leuke taakjes die ze samen met een beetje knip- en plakwerk moeten volbrengen.

… beseffen ook dat hun collega’s niet direct op de barricade gaan staan. En toch zullen ze hun stem moeten laten horen en moedig zijn. Want ‘de school is een unieke plaats waar je iets aangeboden krijgt wat je elders niet zomaar vindt. Als we daar als leerkracht in falen, maken we onszelf overbodig en kan je leerlingen evengoed voor een of ander elektronisch apparaat zetten.’ (De Tijd, 4 december).

Goede voornemens

Geachte minister van Onderwijs, 2019 is bijna vervlogen. 2020 staat al voor de deur. En COC heeft maar één wens. Geef de leraar zijn beroep terug!

U heeft tal van ambities in uw beleidsnota geformuleerd. Als u lesgeven en vakkennis opnieuw centraal wil stellen, als u werk wil maken van een sterkere didactiek, als u maximaal wil inzetten op leraren die over de vereiste bekwaamheidsbewijzen beschikken voor het vak dat ze geven, als u de kwaliteit van de lerarenopleiding wil monitoren en zo nodig bijsturen, als u leraren terug meer eigenaar wil maken van hun job en als u de aantrekkelijkheid van hun beroep wil verhogen, dan kan dat door de leraar zijn beroep terug te geven. COC reikt u, bij wijze van kerstgeschenk, al tien ideeën aan.

1. Herstel de koppeling tussen eindtermen, vakken en vereiste bekwaamheidsbewijzen. Het volstaat niet ‘dat u erover waakt dat de eindtermen (door leerplanmakers) gekoppeld worden aan bestaande vakken en leergebieden.' Evenmin volstaat het ‘om bij vakkenclustering duidelijk te communiceren welke vakken daarvan onderdeel uitmaken.’
2. Bepaal voor Nederlands, wiskunde en de overige vakken van de basisvorming een minimumaantal lesuren.
3. Controleer de nieuwe eindtermen op hun haalbaarheid en laat inhoudelijke eindtermen daarbij voorgaan op transversale eindtermen. Zuiver de eindtermen uit en maak zo ruimte vrij voor de kern.
4. Verplicht de lerarenopleidingen om een kritisch minimum aan specifieke vakdidactiek in te richten in functie van de bekwaamheidsbewijzen die ze afleveren, ook voor de zij-instromers. Tegenwoordig lijkt er meer aandacht te gaan naar algemene didactiek en clusterdidactiek, ingegeven door een rationaliseringslogica.
5. Financier die lerarenopleidingen correct opdat zij die specifieke vakdidactiek kunnen realiseren.
6. Zet in op academisch en praktijkgericht vakdidactisch onderzoek waarin cruciale principes, bouwstenen en methodes (opnieuw) worden blootgelegd en geactualiseerd om leerlingen mee te nemen in een vak en hun interesse te wekken.
7. Ontwikkel een doordacht instroombeleid voor lerarenopleidingen zodat de beste leerlingen in het secundair onderwijs niet langer de boodschap krijgen dat ze te sterk zijn voor de lerarenopleiding.
8. Bescherm leraren tegen radicale (digitale, architecturale, organisatorische …) transities die vandaag op scholen afkomen en die de kernopdracht van onderwijs en leraren dreigen onderuit te halen.
9. Blijf luisteren naar de professionele stem van leraren. En zorg ervoor dat die stem in dialoog kan gaan met de werkgroep die de komende maanden, onder leiding van Dirk Van Damme verbetervoorstellen voor ons onderwijs uitwerkt.
10. Behoud minstens het statuut voor het onderwijspersoneel en laat het niet verder afbrokkelen. Zo zijn leraren beschermd in hun pedagogische vrijheid en autonomie. Maak dat ze kiezen voor een job in onderwijs en dat ze onderwijs niet vroegtijdig verlaten omdat het gras elders effectief groener is.

Zo wordt 2020 een nieuw begin en vliegt de leraar er weer vol goesting en met nieuwe moed terug in!

Koen Van Kerkhoven secretaris-generaal COC

Brussel, 28 december 2019