Kansenongelijkheid: oorzaak is niet delibereren klassenraad

De kansenongelijkheid in het onderwijs in Vlaanderen mag niet worden teruggebracht tot de manier waarop de deliberaties van de klassenraden gebeuren. Dat benadrukt de christelijke onderwijsbond COC maandag in een reactie op het rapport van het gelijkekansencentrum Unia. Leerlingen uit kansarme of allochtone gezinnen krijgen op school sneller een B-attest dan hun studiegenoten met een andere achtergrond, zo blijkt maandag uit een studie van KU Leuven, UGent en ULB in opdracht van gelijkekansencentrum Unia. Dat heeft ook gevolgen op latere leeftijd: de kinderen die een B-attest krijgen, belanden vaker in richtingen die hen minder goed voorbereiden op hoger onderwijs. De onderwijsvakbond COC benadrukt dat de conclusies niet gebruikt mogen worden om professionaliteit van klassenraden in vraag te stellen. "De oorzaak ligt zeker niet bij hun manier van delibereren: ze gaan bij het nemen van een beslissing altijd zeer goed en minutieus te werk", stelt Koen Van Kerkhoven, secretaris-generaal van COC. "Er wordt altijd gekeken naar de volledige context, niet enkel naar de resultaten. Het is echt niet zo dat leerlingen enkel en alleen op basis van hun afkomst een B-attest krijgen." Waar de oorzaak van het probleem dan wel ligt, kan de vakbond niet zeggen. "Verder onderzoek is aangewezen om de mechanismen te achterhalen die aan de basis zouden kunnen liggen van de conclusies van dit onderzoek", klinkt het. (BELGA)