Onderwijsvakbonden misnoegd!

©Shutterstock
De vier Vlaamse onderwijsvakbonden zien geen reden voor de hoera-stemming die minister Frank Vandenbroucke creëert over het bedrag dat hij de volgende jaren méér kan besteden aan onderwijs.
1/ De minister kondigt aan dat het Vlaams onderwijs de komende jaren 600 miljoen euro aan bijkomende middelen zal krijgen. Hij stelt het zo voor alsof het onderwijs hier heel erg blij om zou moeten zijn.
De waarheid is dat hieruit blijkt dat onderwijs voor de Vlaamse regering géén topprioriteit is.
De Vlaamse regering heeft in 2009 een totale bijkomende beleidsruimte van 2,1 miljard euro.
Onderwijs krijgt daarvan 600 miljoen euro. Dat is 28,5% van de totale beleidsruimte.
Op dit moment besteedt Vlaanderen 42% van zijn middelen aan onderwijs, wat al beduidend minder is dan vroeger. Door slechts 28,5% van de bijkomende middelen te besteden aan onderwijs, zal het aandeel van onderwijs in de Vlaamse begroting verder blijven dalen. Vergeten we ook niet dat de minister tegelijkertijd ook een besparing doorvoert in bepaalde onderwijssectoren.
2/ De minister geeft aan dat een deel van de 215 miljoen euro, het budget dat hij ter beschikking stelt in het kader van de volgende onderwijs-cao, naar een loonsverhoging voor het onderwijspersoneel zal gaan, "te vergelijken met wat de witte sector kreeg".
Dit is niet correct!
Ten eerste heeft het onderwijspersoneel recht op de honorering van het akkoord van 2001-2002. Een akkoord dat mede door minister Vandenbroucke werd ondertekend. Dat akkoord hield een verhoging van het vakantiegeld in, in dezelfde mate als voor de Vlaamse ambtenaren, de parlementairen en de ministers. Deze loonsverhoging mag niet een tweede keer, dus in de komende onderwijs-cao, verrekend worden.
Ten tweede is het financieel keurslijf van 215 miljoen euro véél te strak om naast die verhoging van het vakantiegeld (en de financiële injectie in de hogescholen) de andere nodige maatregelen in het kader van de volgende onderwijs-cao waar te maken, en dus om topkwaliteit voor alle leerlingen te blijven garanderen.
Ten derde vinden de onderwijsvakbonden een vergelijking met de witte sector aanvaardbaar, maar alleen als die correct en eerlijk gebeurt, wat nu niet het geval is.
3/ De minister had de onderwijsvakbonden beloofd om onmiddellijk na de opmaak van de Vlaamse meerjarenbegroting hierover aan hen toelichting te geven. Dit gebeurde niet. Hij stelde het overleg uit tot 2 september e.k. Inmiddels liep hij met deze toelichting eerst naar de pers. Op deze manier zijn echte afspraken onmogelijk. Hiermee legt hij een zware hypotheek op de komende cao-onderhandelingen.
Daarom beslisten de onderwijsvakbonden vandaag 24/08 om NIET in te gaan op de uitnodiging van minister Vandenbroucke tot overleg op 02/09/2005.