Persmededeling COC over het Pisa-onderzoek van de OESO

In het grootscheepse Pisa-onderzoek 2003 van de OESO, waarbij voor Vlaanderen 5000 15-jarigen uit 162 scholen werden getest, blijkt andermaal dat het Vlaams onderwijs tot de wereldtop behoort. Sterker nog: het Vlaams onderwijs scoort gemiddeld nog beter dan in het vorige Pisa-onderzoek van 2000.
De resultaten van het onderzoek:
- het Vlaams onderwijs is wereldkampioen in wiskundige geletterdheid!
- Vlaanderen behoort verder tot de absolute wereldtop in de domeinen leesvaardigheid, probleemoplossing en wetenschappelijke geletterdheid.

Minister Vandenbroucke feliciteerde terecht de Vlaamse leerkrachten, scholen en leerlingen om dit uitmuntend resultaat.
COC vraagt zich dan ook af: als het Vlaams onderwijs internationaal een uitblinker is en blijft, waarom zijn dan fundamentele hervormingen nodig? Het Vlaams onderwijs scoort schitterend mét centrale regelgeving, met voldoende lokale autonomie, mét het bestaande statuut van het personeel, mét de bestaande structuren. Deze zaken essentieel wijzigen, is niet alleen totaal onnodig, maar houdt ook het risico in dat we onze plaats aan de internationale top verliezen.

Het Pisa-rapport wees ook uit:
- dat de verschillen tussen de sterkst presterende en de zwakst presterende leerlingen in Vlaanderen vrij groot zijn;
- dat die grote verschillen in hoge mate verklaard worden door de verschillende socio-economisch achtergrond van die leerlingen;
- dat er ook grote verschillen zijn qua prestaties tussen de scholen in Vlaanderen.
Luc Van de Poele, de Vlaamse projectleider van het Pisa-onderzoek, relativeerde enigszins deze bevindingen:
- onze “zwakst” presterende leerlingen scoren nogal altijd goed en halen ongeveer dezelfde score als de hoogste genoteerde leerlingen uit de middengroep;
- voor het Vlaamse onderzoek werden ook de leerlingen uit het buitengewoon onderwijs betrokken in het onderzoek, wat voor de meeste landen niet geldt.

Toch moet Vlaanderen er terecht naar streven dat ook onze “zwakste groep” opgetrokken wordt, dat er minder verschillen bestaan tussen onze scholen en dat de socio-economische achtergrond van de leerlingen minder determinerend is voor hun schoolsucces.
COC steunt voluit initiatieven en maatregelen die deze problemen kunnen verhelpen, zoals meer middelen naar en aandacht voor gelijke onderwijskansen.

COC stelt daarbij met verwondering vast dat minister Vandenbroucke niet méér middelen kan of wil uittrekken voor ‘zorg’. Ook de aangekondigde besparingen (minder ondersteunend en onderwijzend personeel, grotere klassen…) zijn op dat vlak contraproductief.