Bewaking: alle details van het akkoord 2023-2024

@Shutterstock
Om de twee jaar onderhandelen vakbonden en werkgevers in de bewakingssector over betere arbeidsvoorwaarden. Doordat de regering de loonnorm op nul heeft gezet (waardoor de lonen eenvoudigweg bevroren zijn), zijn de onderhandelingen heel frustrerend: we kunnen bitter weinig vragen. Het stimuleert ons om onze strijd verder te zetten tegen de wet die deze norm oplegt en die onrechtvaardig is...
Je vindt hieronder de details van dit akkoord.
Mobiliteit
Atypische uurroosters
Wanneer een prestatie begint na 22u of eindigt vóór 6u, wordt de tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten van de woonplaats naar de werf opgetrokken van 120% naar 150% van de treinkaart (bij gebruik van eigen voertuig). Die bepaling is van toepassing vanaf 1 januari 2024.
Ter verduidelijking:
Mijn prestatie begint om 16u en eindigt om middernacht: ik heb recht op 14,18 EUR.
Lange afstanden
Wanneer een prestatie geleverd wordt op meer dan 60 km, zijn er speciale bepalingen van kracht voor de vergoeding van de kilometers boven de 60 km:
- Tot 60 km is het systeem van de treinkaart van toepassing (120% bij gebruik van de eigen wagen)
- Vanaf 60 km komt er 0,30 EUR bij per km
- Die 0,30 EUR per km zullen om de 2 jaar aangepast worden op basis van de aanpassing van de treinkaart van het jaar in kwestie.
Ter verduidelijking
Voor de daaropvolgende 15 km heb ik recht op 15 x 0,30 EUR = 4,5
Dat geeft een totaal van 18,76 EUR (in het oude systeem zou dat 15,64 EUR geweest zijn)
Belangrijk: als die prestaties plaatsvinden binnen atypische uurroosters (begin na 22u of einde vóór 6u), dan worden de vergoedingen uiteraard berekend op basis van de treinkaart aan 150%).
Die bepaling treedt in werking op 1 februari 2024.
Bovendien zal een werkgroep een ruime denkoefening houden over mobiliteit, in het bijzonder over volgende onderwerpen: terugbetaling of niet van parkeerkosten, moeilijk bereikbare werven, onevenwicht tussen de duur van de dienst en de afstand, lage-emissiezones, gebruik van alternatieven voor de auto ...
Balans werk-privé
Vrije weekends
Alle werknemers | 22 vrije weekends per jaar |
Vanaf 55 jaar | 23 vrije weekends per jaar |
Vanaf 60 jaar | 24 vrije weekends per jaar |
Wijzigingen aan de planning
Herhaaldelijke wijzigingen aan de planning hebben een reële impact op de balans tussen werk en privé. Om die impact te beperken, hebben we verkregen dat een vergoeding betaald wordt vanaf de 4de gewijzigde prestatie.
Concreet, indien de planning die je theoretisch gekregen hebt tussen de 22ste en de 25ste van de maand ervoor meer dan 3 keer wijzigt in de loop van de maand, dan heb je recht op een premie van 0,5707 EUR per uur voor elk uur van de gewijzigde prestatie (vanaf 1 januari 2024).
Opgelet! Wordt niet beschouwd als een wijziging aan de planning:
- een wijziging aan de planning op vraag van de werknemer
- een wijziging aan de planning waarbij de geplande prestatie 2 uur of minder wijzigt (bijvoorbeeld, je begint of eindigt 2 uur vroeger of je prestatie wordt verlengd of ingekort met 2 uur)
- speciale regelingen: oproepen buiten planning binnen de 48u, wijzigingen tijdens economische werkloosheid, flex pool
Eindeloopbanen
Dankzij de eindeloopbanen kunnen oudere werknemers minder uren presteren tot hun pensioenleeftijd en krijgen ze eveneens een uitkering van de RVA.
Voorwaarden:
- 55 jaar of ouder zijn en de arbeidsprestaties verminderen met 1/5 of tot halftijds.
en
- ofwel 35 jaar beroepsverleden hebben als loontrekkende
- ofwel 20 jaar nachtarbeid verricht hebben
- ofwel een zwaar beroep hebben uitgeoefend gedurende minstens 5 jaar over de laatste 10 jaar, of gedurende minstens 7 jaar over de laatste 15 jaar. OPGELET! Onder zwaar beroep wordt hier enkel nachtarbeid verstaan.
Deze maatregel is geldig tot eind 2024.
De stelsels van brugpensioen werden verlengd tot 30 juni 2023:
- SWT vanaf 60 jaar; 33 of 35 jaar beroepsloopbaan waarvan 20 jaar nachtarbeid en 20 jaar anciënniteit in de sector
- SWT vanaf 60 jaar - 40 jaar beroepsloopbaan
- SWT vanaf 58 jaar - medische redenen en 20 jaar anciënniteit in de sector
Anciënniteitsdag
Met het oog op harmonisering tussen arbeiders en bedienden zullen arbeiders 1 extra recurrente verlofdag krijgen vanaf 5 jaar anciënniteit (met een maximum van 6 dagen). Die maatregel treeft in werking op 1 januari 2024.
Vanaf die datum zal volgende situatie van toepassing zijn:
Arbeiders en bedienden | |
5 jaar anciënniteit | 1 dag |
10 jaar anciënniteit | 2 dagen |
15 jaar anciënniteit | 3 dagen |
20 jaar anciënniteit | 4 dagen |
25 jaar anciënniteit | 5 dagen |
30 jaar anciënniteit | 6 dagen |