600 uren studentenarbeid: een botte loonsverlaging voor jobstudenten

Een botte loonsverlaging voor jobstudenten. In het kort is dat wat vandaag op de regeringstafel ligt. De regering wil het zogenaamde ‘studentencontingent’ van 475 uren optrekken tot 600 uren. Concreet betekent dit dat studenten langer zullen werken aan een lager loon.
Zo’n uitbreiding van studentenarbeid is een goede zaak voor de portefeuille van werkgevers. Dat geld zal uit de zakken van studenten komen. Een student die werkt als gewone werknemer is financieel immers beter af dan een student die werkt met het jobstudentenstatuut. Je betaalt na je 475 uren namelijk wel een hogere sociale zekerheidsbijdrage, maar krijgt er een werkbonus en vakantiegeld voor in de plaats.
Het ACV berekende dat je hierdoor op het einde van de rit meer loon over houdt. Het verschil is groot. Sennah bijvoorbeeld werkte deze zomer een maand en twee dagen als gewone jobstudent. Met een normale sociale bijdrage zou zij 305,86 euro méér loon hebben overgehouden. Een uitbreiding van studentenarbeid zoals die voorligt, is dus niet meer of minder dan een botte loonsverlaging.
Oneerlijke concurrentie
Het jobstudentenstatuut zorgt bovendien voor oneerlijke concurrentie ten nadele van werkstudenten en kortgeschoolde werknemers. Het is voor een werkgever immers veel goedkoper om een jobstudent aan te nemen met beschikbare uren op de student@work-teller.
Werkstudenten – die het vaak financieel al moeilijk hebben – vinden na hun 475 uren in sommige gevallen zo moeilijker een job. Dit is één van de aangehaalde argumenten om de grens op te trekken. Dat is echt de omgekeerde wereld: een uitbreiding van studentenarbeid versterkt dit concurrentieel nadeel alleen maar.
Werken tijdens de examenperiode
Is het trouwens echt wenselijk dat studenten meer gaan werken? Een derde van de studenten doet volgens het laatste rapport van Randstad ook tijdens de blok- en examenperiodes een studentenjob. Dat aantal is alarmerend, en groeit. Het kan toch niet zijn dat je naast je studie nog zo veel moet werken om rond te komen.
De partijen zouden dan ook beter werk maken van een echte indexering van het groeipakket, een versterking van de studietoelagen, en ingrepen in de – steeds duurder wordende – kotenmarkt.
Wat stelt Jong ACV voor?
Jong ACV wil een drastische vereenvoudiging van het studentenstatuut op de arbeidsmarkt. We pleiten voor sociale zekerheid voor jobstudenten. Dit moet gepaard gaan met een correctie in de kinderbijslag en de drempels voor ten laste zijn, zodat de regeling even voordelig is voor studenten en jonge werknemers.
Jobstudenten zullen door de opbouw van vakantiegeld en de werkbonus meer loon over houden. Het is hiermee ook gedaan met de oneerlijke concurrentie ten nadele van de meer kwetsbare (werk)studenten en kortgeschoolde werknemers. Het huidige studentenstatuut wordt bovendien te vaak misbruikt - ten nadele van jongeren - in de steeds dubbelzinnigere overgang van studie naar werk.
Werkgevers zullen studenten dan een volwaardig loon betalen. Dat is niet meer dan normaal.