Sectorakkoorden 2023-2024
Check hier de resultaten van de sectorale onderhandelingen


Welke lessen te trekken uit de eerste sectorale akkoorden?
Begin juni 2023 werd er een interprofessioneel kader vastgelegd voor de onderhandelingen in de sectoren. De sectorale onderhandelingen konden dan eindelijk van start gaan. Sindsdien werden in diverse sectoren akkoorden gesloten.
Ontdek hier welke lessen we kunnen trekken uit de deze sectorale akkoorden. Hou voor specifieke akkoorden de communicatie van je centrale goed in gaten. En blijf het uiteraard ook het hier volgen op www.hetacv.be/cao!
-
Harmonisatie van de paritaire comités: aanzet tot toenadering vanaf de sectorale onderhandelingen
Voor we de eerste resultaten van de sectorale onderhandelingen bespreken, is het nuttig stil te staan bij het onderhandelingsproces zelf in bepaalde paritaire comités. Sinds een aantal jaren is er sprake van een harmonisatieproces van de paritaire comités. Een van de zware opdrachten die van de baan moeten zijn om het statuut van arbeiders en bedienden daadwerkelijk te kunnen harmoniseren.
Bepaalde sectoren gaven duidelijk blijk van bereidheid om de statuten te harmoniseren via gemeenschappelijke sectorale onderhandelingen in paritaire comités van dezelfde activiteitensector, maar waar arbeiders en bedienden onder een verschillend paritair comité vallen. Dit was het geval voor de sectoren:
- scheikundige nijverheid (PC 116 en 207)
- papiernijverheid (PC 129 en 221)
- papier- en kartonbewerking (PC 136 en 222).
-
Koopkracht: het keurslijf verbreden
Met de loonnorm van 0,0% die de regering vastlegde, was het enige wat men kon verwachten de fameuze koopkrachtpremie die de regering toestond naast de loonmarge van 0% en dan nog …
De sectorale onderhandelaars gaven blijk van creativiteit om het keurslijf te proberen af te schudden waarin de wet van 1996 die in 2017 werd herzien ons dwingt. De betrokken sectoren indexeerden bepaalde bedragen (anciënniteitspremie, maaltijd- of ecocheques) in plaats van ze te verhogen. Het is maar de vraag of dit trucje mag op basis van de wet van 1996. Als blijkt van wel, komt er een opening in het keurslijf van de wet van 1996 waar onze sectorale onderhandelaars gebruik van kunnen maken om het te verbreden.
- De sector van de papier- en kartonbewerking (PC 136 en 222) is van plan om de negatieve indexering te neutraliseren. Door de hoge inflatie momenteel zal deze neutralisatie nog niet volledig haar nut bewijzen. Ze zal nuttig blijken als de economische context in de toekomst verandert.
- De scheikundige nijverheid, de papiernijverheid en de luchtvaartsector zijn van plan om de sectorale brutominimumlonen te verhogen.
- De betonindustrie voerde een anciënniteitspremie in voor werknemers met 25 en 30 jaar anciënniteit in eenzelfde onderneming.
- De jongeren in PC 200 (aanvullend PC bedienden) en in de bouwsector zijn blij dat de jongerenbarema’s worden afgeschaft zodat ze meer verdienen.
- In PC 200 (aanvullend PC bedienden) zullen de werknemers ook recht hebben op een eindejaarspremie (pro rata) bij ontslagname of einde van de arbeidsovereenkomst in onderlinge overeenstemming op voorwaarde dat ze 5 jaar anciënniteit hebben in de onderneming. Tot nu toe hadden ze hier enkel recht op bij ontslag. Opnieuw een mooie stap vooruit!
Ook aan de koopkrachtpremie mogen we niet voorbijgaan. De meeste sectoren die tot nu toe een sectoraal akkoord sloten zijn van plan om een koopkrachtpremie toe te kennen. Ze schommelt tussen 100 à 750 euro. Sommige sectoren bieden de mogelijkheid tot onderhandelingen op ondernemingsniveau om een gunstigere regeling af te spreken.
Hoewel de sectoren over voldoende speelruimte beschikken om te bepalen wat hoge en uitzonderlijk hoge winst is, geven de eerste protocolakkoorden aan dat de definitie van deze begrippen uitsluitend berust op de boekhoudgegevens van de ondernemingen.
Het bedrag van de koopkrachtpremie varieert vaak afhankelijk van de ondernemingsresultaten; het bedrag varieert niet enkel afhankelijk van hoge of uitzonderlijk hoge winst, maar er is ook sprake van gradatie bij hoge winst. Bijvoorbeeld: 250 euro als de winst 2022 hoger is dan minstens 1,15 keer een refertewinst en 500 euro als de winst 2022 hoger is dan minstens 1,25 keer een refertewinst.
-
Schot in de roos voor eindeloopbaanregelingen
De sectoren die tot nu toe een protocolakkoord sloten voorzien allemaal in eindeloopbaanmaatregelen, namelijk landingsbanen en stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT).
De laatste cao’s hierover liepen af op 1 juli. Om te voorkomen dat werknemers die voldoen aan de voorwaarden voor een eindeloopbaanregeling of SWT de dupe worden, zullen heel wat sectoren waar de onderhandelingen nog niet werden afgerond de cao’s hierover voorlopig verlengen.
Sommige sectoren sloten al cao’s voor de hele periode 2023-2024. In andere sectoren lopen de cao’s maar tot 31 december 2023 en worden dan definitieve cao’s voor de hele periode 2023-2024 gesloten eens de sectorale onderhandelingen rond zijn.
Sommige sectoren voerden ook extra anciënniteitsdagen in na een lange loopbaan in eenzelfde onderneming.
-
Welzijn en werkbaar werk: povere balans voor het Penibiliteitsfonds
Om een boost te geven aan de sectorale initiatieven om beroepen minder zwaar te maken nodigde minister Dermagne de sectorale sociale partners uit om penibiliteitsfondsen op te richten om maatregelen ter zake uit te voeren.
De resultaten van de sectorale onderhandelingen hierover zijn momenteel maar povertjes.
- De sector van de groeven verbond er zich toe vanaf september 2023 een werkgroep te creëren over de mogelijkheid om een penibiliteitsfonds op te richten.
- De papiernijverheid verbond er zich toe de besprekingen over de eventuele oprichting van een penibiliteitsfonds voort te zetten afhankelijk van de resultaten van een nog aan te vragen studie over continuarbeid.
- Enkel de sector van de papier- en kartonbewerking verbond er zich al toe om een penibiliteitsfonds op te richten dat wordt gefinancierd via een bijdrage van 0,1% van de loonmassa van de arbeiders en 0,05% van de loonmassa van de bedienden.
Welzijn en werkbaar werk blijven voor de sectorale sociale partners ondanks alles centrale aandachtspunten bij de verschillende maatregelen. Zo zijn de meeste sectoren van plan om alle vormen van tijdskrediet met motief te activeren.
Er werden ook andere maatregelen afgesproken:
- In de sector van de grint- en zandgroeven: evaluatie van de re-integratie van de langdurig zieken gebeurt in 2024
- In de scheikundige nijverheid: mogelijkheid om over te schakelen van een stelsel van drie wisselende ploegen naar dagwerk en meer financiële steun voor de overschakeling.
- In de bouwnijverheid: inventaris van de maatregelen om de beroepen minder zwaar te maken en aanwijzing van jobcoaches die arbeiders zullen aanspreken die de sector dreigen te verlaten.
- In de papiernijverheid: de werkgevers van de sector verbonden er zich toe om niet systematisch aan te raden om re-integratietrajecten voor langdurig zieken op te starten.
- Ook de sector van de petroleumnijverheid en -handel breidde de financiële steun uit voor werknemers die definitief wensen over te schakelen van het ploegenstelsel naar dagwerk.
- De betonindustrie verbond er zich toe de werknemers en de werkgevers via het Sociaal Fonds in te lichten en te sensibiliseren over de gevaren van kristallijne silica.
- De sector van de petroleumnijverheid en -handel kende op sectoraal niveau twee halve dagen verlof toe, nl. op Goede Vrijdag in de namiddag en de namiddag voor kerstavond.
-
Opleiding: uitvoering van de arbeidsdeal
De meeste sectoren gaven gevolg aan de regeringsmaatregelen in het kader van de arbeidsdeal.
Ze legden een groeipad vast om het individuele recht van de werknemer op 5 opleidingsdagen per jaar te bereiken. Bepaalde groeipaden strekken zich wel uit over een heel lange periode.
- Zo wordt in de bouwnijverheid en in de sector van de steenbakkerijen het individuele recht op 5 opleidingsdagen gewaarborgd vanaf 2030.
- De werknemers in de sector van de papier- en kartonbewerking moeten wachten tot 2031 voor hun individueel recht op tien opleidingsdagen verspreid over twee jaar.
- Ook de werknemers van de betonindustrie moeten wachten tot 2031 op hun individueel recht op vijf opleidingsdagen per jaar.
Enkel aanvullend PC bedienden (PC200) lijkt expliciet te voorzien in een specifiek groeipad voor ondernemingen met minder dan 10 werknemers. In de arbeidsdeal van der regering worden de werknemers van deze ondernemingen hiervan uitgesloten.
-
Mobiliteit: fietsvergoeding in de lift
Aangemoedigd door cao nr. 164 van de NAR betreffende de tegemoetkoming van de werkgever voor de verplaatsingen per fiets van de werknemer tussen zijn woonplaats en zijn plaats van tewerkstelling verhoogden de meeste sectoren de fietsvergoeding tot 0,27euro/km.
Er werden ook andere mobiliteitsmaatregelen afgesproken:
- Verhoging van de tegemoetkoming van de werkgever in de terugbetaling van de kosten voor openbaar vervoer en de privévervoerkosten.
- De scheikundige nijverheid raadt ondernemingen aan gebruik te maken van het derde-betalerssysteem en voorziet in een tegemoetkoming in de kosten van het maandabonnement NMBS-parking van 25 euro/maand.
- De bouwnijverheid zal een werkgroep mobiliteit oprichten, verhoogt de mobiliteitsvergoeding voor de chauffeur en kent een extra dag verlof toe zodra de afstand die werd afgelegd in het kader van werkgerelateerde verplaatsingen 30.000 km bedraagt.
-
Bestaanszekerheid: tijdelijke werkloosheid nog steeds centraal aandachtspunt
De sporen die de maandenlange crisissen nalieten zijn nog steeds zichtbaar. Op sectoraal niveau uitte zich dat in de bereidheid van tal van sectoren om erop toe te zien de aanvullende vergoedingen voor de werknemers via de sectorale fondsen voor bestaanszekerheid te verhogen bij tijdelijke werkloosheid.
In enkele sectoren werden ook de aanvullende vergoedingen bij ziekte en (al dan niet dodelijk) ongeval verhoogd.
Het promoten van de eindeloopbaanmaatregelen komt in bepaalde sectoren ook tot uiting in een bijkomende tegemoetkoming van het sectoraal sociaal fonds bij een landingsbaan.
-
Ook oog voor genderdimensie
Aan de vooravond van een nieuwe werkgelegenheidsconferentie over de deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt zullen de sectorale onderhandelaars zeker bijzondere aandacht besteden aan de genderdimensie.
De sectorale sociale partners gaan ervan uit dat er maatregelen worden getroffen die vrouwen, met name moeders, niet bestraffen op de arbeidsmarkt.
- Zo zijn aanvullend PC bedienden (PC200) en de scheikundige nijverheid van plan om borstvoedingsverlof gelijk te stellen voor de eindejaarspremie.
- De scheikundige nijverheid ging nog een stap verder door de aanvullende vergoeding bij verplichte werkverwijdering tijdens de zwangerschap te verhogen. De vergoeding wordt uitgebreid naar vrouwen die verplicht van het werk worden gehouden omdat ze borstvoeding geven. De periodes van verplichte werkverwijdering worden gelijkgesteld voor de uitbetaling van de eindejaarspremie.
-
Vakbondswerk en syndicale premie
Er zijn verschillende afspraken omtrent de syndicale vorming:
- De betonindustrie zal een werkgroep oprichten over de cao betreffende de vakbondsafvaardiging. Er werd ook afgesproken om de bedragen voor de syndicale vorming en de administratieve kosten voor de vakbonden te indexeren.
- Ook de sector van de petroleumnijverheid en -handel sprak af om de jaarlijkse bijdrage voor het fonds voor economische en sociale opleiding te verhogen.
Wat de syndicale premie betreft, zal er niet veel bewegen omdat het fiscale plafond niet werd verhoogd en dus 145 euro blijft. Enkel de sectoren die dit plafond nog niet hebben bereikt kunnen eventueel hopen op een verhoging van de syndicale premie.
- Zo is de sector van de papier- en kartonbewerking van plan om de syndicale premie voor de bedienden te verhogen tot 145 euro om het bedrag af te stemmen op dat van de arbeiders.
- Een interessante vaststelling is dat de sector vezelcement van plan is om het bedrag van de syndicale premie automatisch te verhogen tot boven 145 euro als het fiscale plafond wordt opgetrokken tijdens de geldigheidsduur van het sectorale akkoord.
-
Energietransitie en strijd tegen discriminatie
Heel weinig akkoorden die tot nu toe werden gesloten pakken de energietransitie en de strijd tegen discriminatie aan. Twee sectoren lijken de energietransitie te willen opnemen in het overleg op sector- en ondernemingsniveau.
- De scheikundige nijverheid en de sector van de petroleumnijverheid en -handel zijn van plan om tijdens de sectorale dialoog het onderzoek over energietransitie in de respectieve sector te bekijken.
- De petroleumsector gaat nog een stap verder en verplicht ondernemingen om op de ondernemingsraad een 6-maandelijks rapport voor te leggen over energietransitie, de potentiële impact en de sociale, economische en financiële vooruitzichten.
- De sector van de non-ferro metalen onderstreept in zijn akkoord dat de overschakeling naar duurzame productie de vraag naar nieuwe competenties doet ontstaan. Bijgevolg moeten de opleidingsplannen en de loopbaangesprekken voldoende aandacht besteden aan duurzame transitie van de werknemers.
-
8 mei als extralegale feestdag: nog een lange weg te gaan
Enkel de sectoren van papier- en kartonbewerking en de non-ferrosector zijn respectievelijk van plan om het bestaande sectorale beleid inzake diversiteit en niet-discriminatie aan te scherpen en op 8 mei een krachtige boodschap uit te dragen tegen racisme en discriminatie.
Er is dus geen sprake van om “8 mei” toe te voegen als een extralegale feestdag. Als deze tendens wordt bevestigd, zal worden onderzocht of de voorkeur niet moet uitgaan naar een interprofessionele aanpak om deze eis te verwezenlijken, met name door het wetsvoorstel dat enige tijd geleden over dit onderwerp op tafel lag, nieuw leven in te blazen.
-
Varia: telewerk, 2e pensioenpijler, interimmers, outsourcing, jongeren
- Telewerk leek geen groot gespreksonderwerp, behalve in aanvullend PC bedienden (PC200) dat aanraadt om dit thema te behandelen tijdens de sociale dialoog in de onderneming.
- In sommige sectoren worden de werkgeversbijdragen voor de sectorale 2e pensioenpijlers geïndexeerd.
- In de scheikundige nijverheid ging er aandacht uit naar de interimmers. Er werd afgesproken om de gelijkgestelde periode voor alle sectorale voordelen op te trekken van 18 naar 24 maanden (met uitzondering van de eindejaarspremie en de tweede pijler) voor de interimmers die nadien worden aangeworven door een onderneming in de sector.
- In de papiernijverheid wordt de gelijkgestelde periode van interimwerk opgetrokken tot een jaar.
- De betonindustrie verbond er zich toe een communicatie te verspreiden die herinnert aan het wetgevende kader rond onderaanneming en interimwerk.
- Op het vlak van werkzekerheid sprak de sector vezelcement af dat outsourcing moet worden besproken met de vakbondsafvaardiging.
- Naast de afschaffing van de jongerenbarema’s die tot nu toe van toepassing waren in de sector sprak de bouwnijverheid af om de campagne “De bouw kijkt verder” voort te zetten om de sector aantrekkelijker te maken bij jongeren.
- Telewerk leek geen groot gespreksonderwerp, behalve in aanvullend PC bedienden (PC200) dat aanraadt om dit thema te behandelen tijdens de sociale dialoog in de onderneming.
Conclusie
We hebben een aantal trends kunnen vaststellen. Uiteraard hebben de meeste sectoren hun onderhandelingen nog niet afgerond. Het is dus afwachten tot de onderhandelingen na de zomer verdergaan om te zien of deze trends al dan niet bevestigd worden.
We kunnen alleen maar de bittere conclusie trekken dat de moeilijkheden veroorzaakt door het keurslijf van de wet van 1996 op interprofessioneel niveau een grote invloed hebben op het tijdschema van de sectorale onderhandelingen, waarvan de meeste zeer laat zullen worden afgerond.
Deze late onderhandelingen brengen ook een extra administratieve last met zich mee, aangezien veel sectoren voorlopige cao’s over eindeloopbaanregelingen sluiten om de werknemers in hun sector niet te benadelen. Ze moeten vervolgens nog eens definitieve cao’s over die materie sluiten.
Deze vertraging in de sectorale onderhandelingen heeft ook gevolgen voor de nieuwe rechten waarvan de werknemers kunnen genieten. Het is de bedoeling dat deze nieuwe rechten verworven worden voor de periode 2023-2024. In de meeste sectoren wordt nog steeds onderhandeld over deze nieuwe rechten, ook al ligt een kwart van deze periode al achter ons.
Zoals we tijdens de vorige onderhandelingsronde hebben vastgesteld, voorzien maar heel weinig sectoren in compensatie bij het laattijdig sluiten van een sectoraal akkoord. Dit is een minder groot probleem wanneer de loonmarge op 0% wordt vastgelegd. Het is echter een reden te meer om aan te dringen op een hervorming van de wet van 1996, die in haar huidige vorm werkgeversorganisaties echt in een comfortabele positie brengt.