Je rechten
bab449ae-2477-46b3-8fca-27c4c5741bd6
https://www.hetacv.be/je-rechten
true
Actualiteit
59ea6a04-d5cb-49bb-86bf-262457cb04b8
https://www.hetacv.be/actualiteit
true
Diensten
c7cddb17-187f-45c2-a0e2-74c299b8792b
https://www.hetacv.be/dienstverlening
true
Lid worden
abbb02d8-43dd-44b5-ae75-3cd90f78f043
https://www.hetacv.be/lid-worden
true
Het ACV
c62ac78b-1aa2-4cb9-a33b-59e6fc085fb4
https://www.hetacv.be/het-acv
true
Contacteer ons
7f7bdd4f-c079-401e-a1bf-da73e54f00c2
https://www.hetacv.be/contacteer-ons/contactpagina
true
Word nu lid

501.03 - Secundair onderwijs

Ook te koud in je lokaal?

Door de energiekosten moeten we doordacht omgaan met onze lokalen opwarmen. We lezen dat we met bijkomende voorzieningen tot 19 °C kunnen zakken. Maar wat schrijft de wetgeving arbeidswelzijn voor?

In de Codex Arbeidswelzijn vinden we in artikel V.1-3, §1 dat de minimumtemperatuur 18 °C moet zijn in een lokaal waar zeer licht werk (louter in rust zitten of staan) wordt geleverd. Dat is de situatie voor onze zittende leerlingen. Als leerkracht sta je voor de klas, loop je rond, ga je eens zitten … Kortom: je levert enige vorm van fysieke inspanning. Je presteert dus licht werk en dan bedraagt de minimumtemperatuur 16 °C. Bij halfzwaar werk (gestadig werken met armen en handen en (rond)stappen) is de actiewaarde 14 °C, bij zwaar werk (intense arbeid met armen en romp, snel stappen) is die 12 °C en bij zeer zwaar werk (zeer intense en snelle arbeid, graven, looppas) gaat het om 10 °C. Die temperaturen kan je meten met een gewone thermometer.

Maatregelen

Die temperaturen zijn actiewaarden, waarbij een directie maatregelen moet nemen om een einde te maken aan die werksituatie. De maatregelen kunnen zowel allerhande technische, als organisatorische zaken zijn, bijvoorbeeld de verwarming iets vroeger opzetten, de instellingen van de ventilatie aanpassen, warme dranken voorzien, lesgeven in een ander, warm lokaal, de werkplanning aanpassen, extra kledij verschaffen … 

De Codex spreekt in dat kader (Art. V.1-5) van een programma aan maatregelen dat de werkgever op voorhand moet uitwerken voor situaties die te voorzien zijn. Dat programma wordt opgesteld in overleg met het Comité Arbeidswelzijn  en op basis van een risicoanalyse. In die risicoanalyse wordt rekening gehouden met volgende factoren: de luchttemperatuur, de relatieve luchtvochtigheid, de luchtstroomsnelheid, de thermische straling, de fysieke werkbelasting, de gebruikte werkmethodes en arbeidsmiddelen, de eigenschappen van de werkkledij en de persoonlijke beschermingsmiddelen en de combinatie van al die factoren. De situatie in een gewoon klaslokaal is anders dan die in een sport- of praktijklokaal.

In de Codex Arbeidswelzijn, art.V.1-2, is ook sprake van comfort op de arbeidsplaats op basis van de Belgische ergonomienorm NBN EN ISO 7730. In de praktijk schommelt de comforttemperatuur in de winter rond 21 à 22 °C. Dat is nu een zeer schrale troost …

Temperatuur verlagen

Een directie mag niet zomaar zelf beslissen om de temperatuur in de lokalen te verlagen. Een werkgever moet voorafgaand het advies vragen van het Comité Arbeidswelzijn (Art. II.7-3, 1°) voor alle voorstellen en maatregelen die rechtstreeks of onrechtstreeks, meteen of na verloop van tijd, gevolgen hebben op het welzijn van het personeel bij de uitvoering van hun werk. De directie verstrekt alle nodige informatie, opdat het Comité met volkomen kennis haar advies kan uitbrengen (Art. II.7-14). Door deze informatie te vragen, zet je het energiebeleid van je instellingsbestuur op de agenda:

  • Wat is de situatie?
  • Welke knelpunten zijn er?
  • Wat zijn de plannen op korte en lange termijn?
  • Welke kosten en baten staan ertegenover?  
‘Energie’ valt dan in het globaal preventieplan onder het arbeidswelzijnsdomein ‘milieu’. In Brandpunt 2 van oktober 2022 lees je hoe een Comité het milieubeleid onder de loep kan nemen.

Wanneer de temperatuur op je werkplek onder de actiewaarden ligt, stap je met bovenstaande informatie naar je directie en vraag je om onmiddellijke maatregelen. Je vraagt of een delegatie van het Comité (samen met de directie of hiërarchische lijn) ter plekke komt kijken. De Comitéleden kunnen een dringende vergadering samenroepen. Desnoods neem je contact op met de arbeidsarts.

Dit zijn allemaal tips binnen de overlegcultuur van arbeidswelzijn. Wanneer je merkt dat die tips geen zoden aan de dijk brengen, neem je contact op met je provinciale COC-secretariaat.