Door de stijgende inflatie werden de lonen het voorbije jaar al eerder met 2% verhoogd in oktober ’21, februari ’22 en april ’22. Dat is op zich natuurlijk goed nieuws. Dankzij de automatische indexering volgen de lonen de algemene stijging van de kostprijs van goederen en diensten.

Maar toch niet helemaal. Zo zitten de prijzen van diesel en benzine niet in de index. En het zijn net die prijzen die de voorbije maanden zo sterk gestegen zijn. Die stijging wordt dus niet gecompenseerd in je loon.

Daarnaast zien we een grote stijging van de energieprijzen (gas, mazout, elektriciteit) en van voeding. Werknemers met een eerder laag loon besteden een groter deel van hun budget aan energie en voeding dan wie een hoger inkomen heeft. Onderzoek heeft uitgewezen dat de index de stijgende prijzen dus niet volledig compenseert voor de lagere inkomens. Ten slotte werkt de index ook met een aantal maanden vertraging.

Dus ja, de index is zeker een goed systeem dat we moeten behouden (want opgelet: VBO en VOKA, de werkgevers uit de profit-sector willen de automatische index afschaffen). Zonder index waren we ondertussen allemaal minstens 8% armer. Maar het is niet voldoende. Daarom blijft het ACV zich inzetten voor reële loonsverhogingen boven de index. En moet de wet die de lonen blokkeert (de Loonnormwet van 1996) aangepast worden. ACV Voeding en Diensten blijft een voortrekker in de strijd voor betere lonen. Op 20 juni kwamen we met tienduizenden op straat om aan te klagen dat de lonen de prijsstijgingen onvoldoende volgen. Steun onze strijd voor een hoger loon.