Resultaten grote bevraging financiële sectoren

ACV Puls en CNE organiseerden bij zowel hun leden als niet-leden uit de financiële sectoren een grote bevraging, waarin niet alleen werd gepeild naar algemene jobtevredenheid, maar ook naar uitdagingen rond een aantal belangrijke thema’s: koopkracht, werkdruk, arbeidstijd, veranderingen in de sector en opleiding. De respons was massaal. Ruim 6.000 werknemers vulden de bevraging in. De resultaten zijn niet alleen heel inspirerend, ze vormen voor ons als vakbond ook een uitstekende basis om de komende sectoronderhandelingen aan te vatten.
De belangrijkste resultaten hebben we hieronder opgelijst per thema. Alvast heel opvallend: De respondenten gaven vooral aan dat ze – indien er marge is voor loonsverhoging – deze verhoging vooral willen terugzien in hun brutoloon i.p.v. in netto voordelen.
1. Koopkracht
- We vroegen de werknemers waaraan ze de voorkeur zouden geven om hun loon te verhogen, gesteld dat er überhaupt ‘ruimte/marge’ is voor een loonsverhoging. Heel opvallend is dat bijna 90 % van de respondenten een verhoging van het brutoloon belangrijk of heel belangrijk vinden. Een flink stuk belangrijker dan de netto-voordelen. Toch blijft ook de vraag naar uitbreidingen m.b.t. cafetariaplannen, mobiliteitsbudget, duurzame alternatieven en indexering van de extralegale voordelen sterk overeind.
- De respondenten konden ook extra feedback geven over het loonthema. Daaruit blijkt dat er nog heel wat ongelijkheid bestaat in de hoogte van de lonen van medewerkers met een soortgelijke functie.
Voorts ervaren werknemers heel wat willekeur en een gebrek aan transparantie en billijkheid en dit zowel voor het vast als voor het variabel loon.

2. Werkdruk
Heel wat vrije antwoorden uit de bevragingen gingen over ‘werkdruk’. Dit wordt algemeen in de financiële sector als zeer problematisch ervaren, zelfs een ‘nog groter’ probleem dan het loonvraagstuk. Ook in de werkbaarheidsmonitor van de SERV kwam dit enorm naar voren. Maar liefst 16% heeft burn-out symptomen en ruim 41% ervaart werkstressklachten in zijn/haar job. Daarmee scoort de sector heel wat slechter dan gemiddeld.
Bron: werkbaarheidsmonitor SERV 2023
De voortdurende reorganisaties in de bedrijven, vaak met een sterke personeelsafbouw tot gevolg zorgen voor een enorme werkdruk bij de werknemers uit de financiële sector.
3. Arbeidstijd/arbeidsduur (zonder loonverlies)
We vroegen de werknemers naar hun voorkeur, gesteld dat we de arbeidsduur collectief zouden verminderen, maar mét behoud van loon. Wat zouden zij dan verkiezen?
- 28% verkiest meer vrije dagen (vb. vakantiedagen, ADV-dagen)
- 24% gaat voor een 4-dagen werkweek
- 36% geeft de voorkeur aan minder gaan werken naarmate ze ouder worden
Er wordt heel duidelijk niet gekozen om minder uren per dag te gaan werken (slechts 8% kiest voor deze optie)
We stelden de werknemers voor de keuze: koopkrachtverhoging of arbeidsduurvermindering. Uit hun antwoorden blijkt dat vooral voorrang wordt gegeven aan een koopkrachtverhoging (65%). En dat is niet zo verwonderlijk, gezien de marge voor een koopkrachtverhoging enorm beperkt wordt door de loonnormwet. In 2021-2022 bedroeg die marge 0,4%, twee jaar later schoot er helemaal niets over: 0%. Het is dus zeer duidelijk dat die loonnormwet op de schop moet.
4. Veranderingen in de sector
De financiële sector is bij uitstek een sector die onderhevig is aan (snelle) veranderingen. We bevroegen werknemers dan ook naar die evoluties en welke ze als positief of negatief ervaren.
Negatief:
- De vermindering van het aantal vaste medewerkers in de onderneming, vooral als gevolg van een doorgedreven outsourcing (werk verplaatsen naar het buitenland, waar de werkkrachten goedkoper zijn).
- Ook erg onwenselijk: de voortdurende veranderingen die vaak eenzijdig worden doorgevoerd m.b.t. het verloningssysteem. Respondenten spreken dan voornamelijk over het gebrek aan transparantie, verminderde billijkheid, meer ongelijkheid en de grotere willekeur.
- Beslissingen over het aantal medewerkers, digitalisering en verloning worden volgens de respondenten nog te vaak top-down doorgevoerd en zonder enige input van de mensen die het werk effectief moeten uitvoeren. Een belangrijk gevolg hiervan is de groeiende klantenontevredenheid.
- 66% van de werknemers van 40 jaar of ouder, ervaren de veranderingen in het loonbeleid negatiever dan hun jongere collega’s. De groep van min 40-jarigen ervaart creatie van nieuwe jobs, veranderingen in jobinhoud en veranderingen in arbeidsomstandigheden (o.a. telewerk) wel als positief.
Drie kwart van de respondenten geeft aan de veranderingen in de sector wel aan te kunnen. Bij vrouwen en 40-plussers ligt dat aantal wel iets lager. Veel werknemers ervaren een gebrek aan ondersteuning door hun leidinggevende als het gaat over veranderingen/evoluties in hun job.
Een grote groep van de respondenten werkt wel graag bij hun huidige werkgever. 72% antwoordde wel in het bedrijf te willen blijven mocht hun functie verdwijnen. Bijna 22% zou de financiële sector op dat moment verlaten.
5. Opleidingen
2/3e van de respondenten weten dat ze recht hebben op 5 individuele opleidingsdagen per jaar. Slechts iets meer dan de helft van de min 40-jarigen zijn hiervan op de hoogte. De grootste drempel (met stip op 1) voor werknemers om effectief een opleiding te volgen is de werkdruk, wat betekent da33t er geen tijd is om een opleiding te volgen. Zowat 60% van de respondenten denkt er zo over.
Algemene informatie over de bevraging
Aantal ingevulde bevragingen: 6.059
- Aandeel vakbondsleden (ACV, BBTK, ACLVB): 45 %
- Aandeel niet-vakbondsleden: 55 %
Leeftijd van de respondenten:
Moedertaal respondenten:
- NL-talig: 74%
- FR-talig: 26 %
In welke sectoren werken de werknemers naar wie de bevraging gestuurd werd?

Conclusie
Met ruim 6.000 antwoorden was de bevraging een enorm succes. We halen heel wat belangrijke informatie uit de antwoorden van deze werknemers, die in eer en geweten én anoniem de bevraging konden invullen. Dat er zoveel niet-vakbondsleden de bevraging invulden, stemt ons zeer gelukkig. Het toont aan dat de thema’s echt leven, en dus niet enkel bij werknemers die onze organisatie al steunen. De informatie uit de bevraging, de feedback van die duizenden werknemers, is onze brandstof die we als vakbond zullen gebruiken bij de komende sectoronderhandelingen. We hopen dan ook dat de werkgevers de signalen van hun personeel (die wij al jaren op tafel leggen van het sociaal overleg) eindelijk echt ter harte zullen nemen en op die manier – samen met de andere vakbonden – een degelijk, transparant en eerlijk sectorakkoord willen sluiten, van toepassing op alle werknemers. Nadien kunnen deze sectorakkoorden ook in de bedrijven omgezet worden in evenwichtige bedrijfsafspraken voor alle werknemers in de financiële sectoren.